Zinskern: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
De '''zinskern''' is in de traditionele [[zinsontleding]] de benaming voor de vaste combinatie van ofwel het [[onderwerp (zinsdeel)|onderwerp]] en het volledige [[gezegde (taalkunde)|gezegde]], ofwel van alleen het onderwerp en de [[persoonsvorm]]. Werkwoordelijke en niet-werkwoordelijke resten worden dus soms wel en soms niet tot de zinskern gerekend. Bijvoorbeeld:
De '''zinskern''' is in de traditionele [[zinsontleding]] de benaming voor een [[zinsdeel]] dat ofwel uit het [[onderwerp (zinsdeel)|onderwerp]] en het volledige [[gezegde (taalkunde)|gezegde]], ofwel uit alleen het onderwerp en de [[persoonsvorm]] bestaat. Werkwoordelijke en niet-werkwoordelijke resten worden dus soms wel en soms niet tot de zinskern gerekend. Bijvoorbeeld:


*''Ik'' (onderwerp) ''ben'' (persoonsvorm) ''gisteren in die winkel geweest'' (werkwoordelijke rest).
*''Ik'' (onderwerp) ''ben'' (persoonsvorm) ''gisteren in die winkel geweest'' (werkwoordelijke rest).
Regel 5: Regel 5:
In deze zin is ''Ik ben'' of ''Ik ben geweest'' de zinskern.
In deze zin is ''Ik ben'' of ''Ik ben geweest'' de zinskern.


== Verwante begrippen ==


Een zinskern vormt een [[constituent (taalkunde)|constituent]] binnen de zin als geheel.
Een zinskern vormt een [[constituent (taalkunde)|constituent]] binnen de zin als geheel.


Op zinsniveau onderscheidt de zinskern zich van de [[satelliet (taalkunde)|satelliet]].
Op zinsniveau onderscheidt de zinskern zich van de [[satelliet (taalkunde)|satelliet]].



== Zie ook ==
== Zie ook ==


*[[Fraseologie]]
*[[Syntaxis (taalkunde)|Syntaxis]]
*[[Syntaxis (taalkunde)|Syntaxis]]



Versie van 5 mei 2009 23:43

De zinskern is in de traditionele zinsontleding de benaming voor een zinsdeel dat ofwel uit het onderwerp en het volledige gezegde, ofwel uit alleen het onderwerp en de persoonsvorm bestaat. Werkwoordelijke en niet-werkwoordelijke resten worden dus soms wel en soms niet tot de zinskern gerekend. Bijvoorbeeld:

  • Ik (onderwerp) ben (persoonsvorm) gisteren in die winkel geweest (werkwoordelijke rest).

In deze zin is Ik ben of Ik ben geweest de zinskern.

Verwante begrippen

Een zinskern vormt een constituent binnen de zin als geheel.

Op zinsniveau onderscheidt de zinskern zich van de satelliet.

Zie ook