Doosvrucht: verschil tussen versies
Appearance
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
cat |
||
Regel 14: | Regel 14: | ||
**met deksel ([[Guichelheil]]) |
**met deksel ([[Guichelheil]]) |
||
[[Categorie: |
[[Categorie:Plantenmorfologie]] |
||
[[Categorie:Plant]] |
Versie van 10 okt 2005 14:26
Een doosvrucht (ook: kapsel) is een droge vrucht met meer dan één zaad per vrucht anders is het een kluisvrucht.
Er zijn verschillende vormen van een doosvrucht:
- Niet openspringende doosvrucht
- Peul (Vlinderbloemigen, zoals Boon, Erwt)
- Kokervrucht (Dotterbloem, Witte engbloem)
- Hauw; een hauw is minstens driemaal zo lang als breed (Koolzaad, Pinksterbloem)
- Hauwtje; een hauwtje is ten hoogste driemaal zo lang als breed (Judaspenning, Herderstasje)
- Openspringende doosvrucht
- met kleppen (Akkerviooltje, Doornappel, Klaverzuring, Paardekastanje)
- met tanden (Dagkoekoeksbloem)
- met spleten (Orchidee)
- met poriën (Papaver)
- met deksel (Guichelheil)