Koepokken: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
BotteHarry (overleg | bijdragen)
k tekstcorrectie
RedBot (overleg | bijdragen)
k r2.7.2) (Robot: toegevoegd: ko:우두 (바이러스)
Regel 44: Regel 44:
[[it:Vaiolo bovino]]
[[it:Vaiolo bovino]]
[[ja:牛痘]]
[[ja:牛痘]]
[[ko:우두 (바이러스)]]
[[pl:Krowianka]]
[[pl:Krowianka]]
[[pt:Varíola bovina]]
[[pt:Varíola bovina]]

Versie van 1 jun 2012 14:53

Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Koepokken
Vaccinia
Coderingen
ICD-10 B08.0
ICD-9 051.01
MeSH D015605
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde

Koepokken (Latijn: vaccinia) is een virale en zeer besmettelijke runderziekte die verwant is aan de bij mensen voorkomende pokken of variola.

Het koepokkenvirus veroorzaakt een ook voor de mens besmettelijke ziekte. De ziekte verloopt goedaardig; er vormt zich een blaas op de huid en daarna is de zieke resistent tegen het virus maar ook tegen het verwante pokkenvirus.

De term "vaccinatie" is van vaccinia afgeleid.

Historie

James Gillrays humoristische kijk in de praktijk van Dr. Jenner.

De 18e-eeuwse wetenschap kende de virussen en het mechanisme van de resistentie nog niet maar men wist uit ondervinding dat niemand tweemaal pokken kon krijgen.

Boeren op het platteland in Turkije hadden de gewoonte om zichzelf te beschermen tegen de pokken door zichzelf in aanraking te brengen met het vocht uit een pokkenblaasje van iemand die aan een milde vorm van de pokken leed. Hierdoor kreeg men namelijk vaak zelf ook een milde vorm van pokken, en was daarna beschermd tegen de ernstige variant. Men liep echter toch een klein risico om ook aan deze milde vorm te overlijden. Lady Mary Montague merkte deze gewoonte op tijdens een bezoek aan Turkije en vertelde hier in Engeland over.

Dit verhaal kwam ook de Britse arts Edward Jenner ter ore. Tijdens experimenten hiermee viel hem op dat melkmeisjes de ziekte nooit kregen, zelfs wanneer hij hen bewust besmette. Jenner bracht dit terecht in verband met het feit dat deze meisjes door hun beroep vaak in aanraking kwamen met de koepokken. Zo kwam Jenner rond 1796 op het idee dat men zich tegen besmetting met de gevaarlijke menselijke pokken kon beschermen door een moedwillige inoculatie (of inenting) met de koepokken. Dat bracht artsen op het idee om kinderen en volwassenen met een in een blaas op de huid van een koe gehouden mesje in de huid te snijden zodat er een besmetting optrad. De mens kreeg een blaasje op de huid en werd korte tijd ziek. De ziekteverschijnselen bleken niet ernstig. Op de huid bleef een litteken achter en de persoon was vervolgens resistent.

Het werk van de Nederlander Geert Reinders omtrent de enting tegen runderpest (in 1774) was ook bekend bij Jenner en kan hem mede geïnspireerd hebben bij zijn experimenten met de pokken.

Op 28 februari 1801 schreef Gijsbert Karel van Hogendorp in de Rotterdamse Courant een stuk over zijn positieve ervaring van de inenting van zijn vier jongste kinderen met koepokken.

Koning Willem I der Nederlanden stelde in 1818 een gouden Medaille voor Koepokkenvaccinatie in voor artsen die bewijsbaar meer dan 50 personen hadden ingeënt.

Maria Aletta Hulshoff publiceerde in 1827 een pamflet met de titel "De koepok-inenting beschouwd, en tien bedenkingen overwogen: voor minkundigen".

De inenting was in religieuze kringen omstreden omdat daarmee zou worden "ingegrepen in Gods plan".