Geneeskunde is een vakgebied dat zich richt op het functioneren van de cel, van weefsels, van organen en orgaansystemen en de invloed die ziektes of afwijkingen hierin hebben op het menselijk functioneren, zowel fysiek als psychisch. In de geneeskunde wordt gestreefd naar het herstellen van de gezonde toestand, het verzachten van symptomen of het voorkomen (preventie) van (ergere) pathologie.
Mensen die zich bekwaamd hebben in dit vakgebied worden arts of geneesheer genoemd.
Het klassieke begrip antibioticum heeft betrekking op stoffen van organische oorsprong die ziekteverwekkers (met name bacteriën in het lichaam) bestrijden, dit naast chemotherapeutica, stoffen die door de mens langs synthetische weg zijn bereid. Tegenwoordig wordt dit onderscheid niet meer strikt gehandhaafd en spreekt men bij alle stoffen die aan mensen kunnen worden toegediend om bacteriële infecties te bestrijden over antibiotica. Met de term chemotherapeutica worden tegenwoordig meer specifiek anti-kankermiddelen bedoeld. Middelen die ziekteverwekkers doden die zich niet in het lichaam maar op de huid of op b.v. werkbladen bevinden worden desinfectantia of antiseptica genoemd.
... de bloed-hersenbarrière voorkomt dat zowel vergif als medicijnen (en contraststof) de hersenen bereiken... Dus als er op een CT- of MRI-scan contraststof zichtbaar wordt, er per definitie iets mis is.
... het aantal keelamandeloperaties in Nederland daalde van 135.000 tussen 1961-1975 naar 40.000 per jaar in 2005