Kamervragen: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geldt dit dan niet voor mondelinge vragen?
Regel 17: Regel 17:
Wanneer het geen spoedeisende zaak betreft, er teveel vragen zijn om binnen het vragenuur af te handelen, het onderwerp te complex is en een uitgebreide beantwoording vereist, of er voor de beantwoording eerst nog uitgebreid onderzoek moet worden gedaan, kunnen de vragen niet mondeling worden afgehandeld. Dan worden er door het Kamerlid schriftelijke vragen ingediend. De vragen moeten binnen een termijn van drie weken worden beantwoord door de betreffende [[minister]]. Als dat niet lukt komt de minister eerst met een "mededeling" dat het wat langer duurt.
Wanneer het geen spoedeisende zaak betreft, er teveel vragen zijn om binnen het vragenuur af te handelen, het onderwerp te complex is en een uitgebreide beantwoording vereist, of er voor de beantwoording eerst nog uitgebreid onderzoek moet worden gedaan, kunnen de vragen niet mondeling worden afgehandeld. Dan worden er door het Kamerlid schriftelijke vragen ingediend. De vragen moeten binnen een termijn van drie weken worden beantwoord door de betreffende [[minister]]. Als dat niet lukt komt de minister eerst met een "mededeling" dat het wat langer duurt.


=== Vaste Kamercommissies ===
== Verslag van vaste Kamercommissie ==
Vragen worden ook gesteld in het schriftelijke verslag van de betreffende [[vaste Kamercommissie]] ter voorbereiding van de plenaire behandeling van een wetsvoorstel. Deze worden beantwoord door de indiener in de ''nota naar aanleiding van het verslag''.
Vragen kunnen ook worden gesteld in het schriftelijke verslag van een [[vaste Kamercommissie]], ter voorbereiding van de [[Plenaire vergadering (Tweede Kamer)|plenaire]] behandeling van een wetsvoorstel. Deze worden beantwoord door de indiener van het wetsvoorstel in de ''nota naar aanleiding van het verslag''.


{{Appendix}}
{{Appendix}}

Versie van 22 dec 2020 15:25

Het stellen van Kamervragen is een procedure van het parlement als onderdeel van het democratische proces, waarbij een lid van de Eerste Kamer of Tweede Kamer vragen stelt aan de regering. Het is een van de meest gebruikte middelen om de regering te controleren. De vragen kunnen mondeling of schriftelijk worden gesteld. Kamervragen en de antwoorden van de verantwoordelijke bewindslieden worden gepubliceerd als "Aanhangsels van de Handelingen".

Mondelinge vragen kunnen gesteld worden in debatten. In de Tweede Kamer kunnen ook vragen worden gesteld tijdens het wekelijkse vragenuur, dat gewoonlijk live wordt uitgezonden. Tijdens recessen – perioden wanneer de Kamer geen zittingen houdt – kunnen alleen schriftelijke vragen worden gesteld.

De vragen hebben soms een populistische bijbedoeling, waarbij een politieke partij probeert te scoren door een van zijn programmapunten onder de aandacht te brengen. Soms hebben ze ook een activistisch karakter, waarbij een partij "geluiden van de straat" in de Kamer wil laten doorklinken. Voor oppositiepartijen is dit ook een van de weinige manieren om te proberen directe invloed uit te oefenen op het regeringsbeleid. Ook lobbyorganisaties kunnen zo hun geluid laten horen.

Mondelinge vragen

De mondelinge vragen in de Tweede Kamer worden gesteld tijdens het wekelijkse vragenuur, dat gewoonlijk live wordt uitgezonden.

Mondelinge vragen betreffen doorgaans zeer actuele onderwerpen. Het mondelinge vragenuur van de Tweede Kamer[1] wordt gewoonlijk wekelijks gehouden en door de korte procedure kunnen zij dicht bij de actualiteit aansluiten. Het nadeel is dat er maar heel weinig tijd per vraag beschikbaar is. Ook tijdens een reces, wanneer het parlement vaak voor een langere periode niet vergadert, is er ook geen vragenuur.

Met name het stellen van vragen tijdens het vragenuur heeft vaak een populistische bijbedoeling, waarbij een politieke partij probeert te scoren door een van zijn programmapunten onder de aandacht te brengen. Soms hebben de vragen ook een activistisch karakter, waarbij een partij "geluiden van de straat", bijvoorbeeld protesten tegen het een of ander, in de Kamer wil laten doorklinken. Doordat het vragenuur live wordt uitgezonden is de vragensteller verzekerd van een groot publiek.

Tijdens recessen – perioden wanneer de Kamer geen zittingen houdt – kunnen geen mondelinge vragen worden gesteld.

Schriftelijke vragen

Wanneer het geen spoedeisende zaak betreft, er teveel vragen zijn om binnen het vragenuur af te handelen, het onderwerp te complex is en een uitgebreide beantwoording vereist, of er voor de beantwoording eerst nog uitgebreid onderzoek moet worden gedaan, kunnen de vragen niet mondeling worden afgehandeld. Dan worden er door het Kamerlid schriftelijke vragen ingediend. De vragen moeten binnen een termijn van drie weken worden beantwoord door de betreffende minister. Als dat niet lukt komt de minister eerst met een "mededeling" dat het wat langer duurt.

Vaste Kamercommissies

Vragen kunnen ook worden gesteld in het schriftelijke verslag van een vaste Kamercommissie, ter voorbereiding van de plenaire behandeling van een wetsvoorstel. Deze worden beantwoord door de indiener van het wetsvoorstel in de nota naar aanleiding van het verslag.

Zie ook

Weblinks