Trap (gebouw)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Jcb (overleg | bijdragen) op 28 aug 2010 om 15:27. (→‎Termen)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Een trap

Een trap is een verbinding tussen twee op verschillende niveaus gelegen vlakken, zoals een vloer of terrein. Via deze verbinding verplaatst men zich lopend zowel horizontaal als verticaal, om zo van het ene niveau naar een ander te komen (door klimmen of dalen). Een trap kan vast zijn (bijv. in een huis) of los (bijv. een keukentrapje).

Er zijn verschillende soorten trappen, al naargelang de vorm onder meer:

  • De rechte of steektrap;
  • De spiltrap, de spiraalvormige trap die om een centrale spil loopt;
  • De wenteltrap, een spiraalvormige, rondgaande trap zonder spil, maar met een open ruimte;
  • De trap met onderkwart, een kwartdraai onderaan de trap;
  • De trap met bovenkwart, een kwartdraai bovenaan de trap;
  • De trap met twee kwarten;
  • De trap met een bordes;
  • Vlizotrap
  • Keizerlijke trap
  • Sambatrap, een zeer steile vaste trap waarvan de treden op een bepaalde wijze verschillende aantreden hebben


Naar gebruik onderscheidt men:

  • De brandtrap, die gebruikt wordt in geval van nood;
  • De roltrap, een gemotoriseerde, "bewegende" trap;
  • De vistrap, geen gewone trap, maar een mogelijkheid voor vissen om langs een hindernis (zoals een stuw) te zwemmen.

Het construeren en maken van een trap dient kundig te gebeuren. De optrede (het hoogteverschil tussen twee treden) mag niet te groot of te laag zijn, evenals de helling van de trap. Een gebogen trap (de spil- of wenteltrap) moet een goede looplijn hebben.

Bouwbesluit

Aan een trap in bijvoorbeeld een nieuwbouwwoning wordt in het Nederlandse bouwbesluit diverse eisen gesteld, de minimum breedte, de vrije hoogte boven de trap, de maat van de aantrede ter plaatse van de klimlijn loodrecht op de voorkant van de trede gemeten, de hoogte van de optrede, de plaats van de klimlijn. Al deze verschillende zaken zijn in tabellen vastgelegd, zodat de ontwerper van een trap deze gemakkelijk kan raadplegen. Door aan deze eisen te voldoen kunnen trappen veilig gebruikt worden.

Termen

dwarsdoorsnede houten trap, 1=optrede, 2=wel, 3=aantrede, 4=voorhout, 5=achterhout, 6=wellat, 7=trapboom, 8=stootbord
  • Een trap zonder stootborden heet een open trap.
  • De horizontale afstand tussen 2 opeenvolgende traptreden heet de aantrede.
  • De verticale afstand tussen 2 opeenvolgende traptreden heet de optrede.
  • Een trap waarvan de helling gering is (kleine optrede en grote aantrede) wordt een luie trap genoemd. Als vuistregel moet gelden; 2 × optrede + 1 × aantrede = 570 à 630 mm, zie trapformule.
  • Het overstek van de aantrede heet wel.
  • Een trap waarvan alle treden evenwijdig aan elkaar lopen en haaks op de bomen staan en de beide bomen dezelfde vorm hebben, heet een rechte steektrap. Hebben de bomen niet dezelfde vorm dan spreken we van een scheluwe trap.
  • De weltree, de bovenste trede van een houten trap, die meestal half zo breed is als de overige treden, bij een rechte steektrap.
  • De trapboom is de zijkant van een trap waarin of waarop de treden en eventuele stootborden dragen. Een trap heeft meestal twee trapbomen. Bij een houten trap is de trapboom ingefreesd zodat de treden en stootborden erin vallen.
  • De loop- of klimlijn is de denkbeeldige lijn waarop de trap het veiligst en comfortabelst wordt belopen. Bij een rechte steektrap geldt deze lijn over de hele breedte van de trap en bij voldoende breedte is deze trap geschikt voor dalend en stijgend verkeer. Bij een spiltrap of onder- of bovenkwart van een trap ligt de klimlijn uit het midden en moet ongeveer 300 mm vanaf de buitenkant liggen. De looplijn ligt daar waar de aantreden aan elkaar gelijk zijn en voldoet aan de trapformule.
  • De leuning.
  • De baluster (versierde spijlen of zuilen).
  • Het traphek is een hek langs de trap waarop de leuning is bevestigd.
  • Het trapgat is een sparing in de vloer om de trap door te voeren.
  • Een steek is een ononderbroken opeenvolging van ten minste drie treden bij een rechte trap.
  • Het bordes is een platform dat twee steken of traparmen van een trap onderbreekt en waar de trap vaak van richting verandert.
  • Het schalmgat is het open gedeelte in een trappenhuis dat zich binnen de binnenbomen van een rondlopende bordestrap bevindt.
Zie de categorie Trappen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.