Naar inhoud springen

Anatomische snuifdoos

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Addbot (overleg | bijdragen) op 13 mrt 2013 om 11:31. (Robot: Verplaatsing van 15 interwikilinks. Deze staan nu op Wikidata onder d:q1321480)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
anatomische snuifdoos

De anatomische snuifdoos (Frans: tabatière anatomique, Engels: anatomical snuff box) is een kuiltje in de laterale zijde van de pols (de standaard anatomische positie is met de handpalmen naar voren, dus dan is de duim lateraal) dat ontstaat wanneer de duim maximaal gestrekt en iets dorsaalwaarts bewogen wordt. Het kuiltje wordt langs ulnair (de "pink-zijde") begrensd door de pees van de musculus extensor pollicis longus en langs radiaal (de "duim-zijde") door de pezen van musculus extensor pollicis brevis en musculus abductor pollicis longus.

De naam is ontstaan omdat het kuiltje traditioneel door tabakssnuivers werd gebruikt om wat tabak in te leggen bij het opsnuiven van snuiftabak. Het kuiltje wordt echter tegenwoordig vooral door drugsgebruikers gebruikt bij het opsnuiven van cocaïne.

Bij een breuk van het os scaphoideum (een veelvoorkomend letsel bij een val die met gestrekte arm en uitgespreide hand wordt gebroken, waardoor grote kracht op de pols wordt uitgeoefend) is de anatomische snuifdoos bij druk pijnlijk, en soms als gevolg van een zwelling of een hematoom verstreken. Een dergelijke breuk wordt vaak niet opgemerkt als men er niet aan denkt om in de snuifdoos op drukpijn te controleren.

Soms is een nucleaire scan of een MRI nodig om een breuk aan te tonen.