Naar inhoud springen

Symfonie nr. 2 (Draeseke)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Symfonie nr. 2
Sinfonie Nr. 2
Componist Felix Draeseke
Soort compositie symfonie
Gecomponeerd voor symfonieorkest
Toonsoort F majeur
Opusnummer 25
Compositiedatum 1875/1876
Première 15 februari 1878
Opgedragen aan Albert van Saksen
Duur circa 40 minuten
Vorige werk opus 24: Trauer und Trost
Volgende werk opus 26: Vermischte Lieder
Portaal  Portaalicoon   Klassieke muziek

Felix Draeseke voltooide zijn Symfonie nr. 2 in F majeur opus 25 op 10 juni 1876. Hij begon met dit werk toen hij nog bezig was met zijn eerste symfonie, het was toen 1871. Pas in 1875 pakte hij de draad weer op en rondde de eerste drie delen in april 1876 af en op 10 juni 1876 het vierde. Draeseke keerde met deze symfonie terug naar de klassieke opbouw van een symfonie, het scherzo achter het langzame deel.

De eerste uitvoering vond plaats op 15 februari 1878 door de Sächsische Hofkapelle onder leiding van Ernst von Schuch.

De symfonie vormt als het ware een verbinding tussen de muziek van Ludwig van Beethoven enerzijds en Richard Strauss en Gustav Mahler anderzijds. De muziek van deze tweede symfonie vond haar oorsprong in de zevende symfonie van Beethoven. Net als tijdgenoot Johannes Brahms zal Draeseke eigenlijk vast. Alle symfonieën werden vergeleken met de symfonieën van Beethoven, men wilde een goede opvolger van die componist, terwijl zijn opvolgers juist zich van die componist wilde distantiëren. Andersom is het Allegretto marciale een stuk muziek, dat al licht mahleriaans qua opzet is. Strauss is uiteindelijk in zijn jonge jaren beïnvloed vanwege het feit dat hij als dirigent vaak muziek van Draeseke uitvoerde.

Delen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Allegro con moto
  • Allegretto marciale
  • Allegro comodo
  • Presto leggiero

Orkestratie[bewerken | brontekst bewerken]

Van het werk is ook een pianotranscriptie gemaakt.

Discografie[bewerken | brontekst bewerken]