Technotronic

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Technotronic
Technotronic
Achtergrondinformatie
Jaren actief 1989 - 1995
Oorsprong Vlag van België België
Genre(s) New beat, hiphouse
Leden
Jo Bogaert
Manuela Kamosi
Felly Kilingi
Officiële website
(en) Allmusic-profiel
(en) Last.fm-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Technotronic was een Belgische dancegroep rond Jo Bogaert (1956). De groep brak in 1989 door met de single Pump Up the Jam, dat een van de grootste Belgische hits aller tijden werd. De single was tevens van grote invloed op het ontstaan van eurodance. Ook werd de single een kantelpunt in de ontwikkeling van de Belgische dancescene. De new beat verdween daarna volledig en het gebruik van rapinvloeden werd populair. Wereldwijd verkocht Technotronic meer dan 14 miljoen albums en singles.

Ontstaan[bewerken | brontekst bewerken]

Technotronic werd opgericht door Jo Bogaert eind jaren 80. Bogaert was een van de drijvende krachten tijdens de hoogdagen van de new beat. In de loop van 1989 liep de new beat echter op zijn einde. Met Patrick De Meyer produceerde hij in die periode als The Pro 24's de single Technotronic. Erg veel interesse was er dan niet in het nummer, maar het platenlabel hoorde toch wel enige potentie. Medewerker Patrick Busschots adviseerde hem het nummer van rap te voorzien, omdat hiphouse op dat moment populair aan het worden was. Het idee was om voort te borduren op de hits van Inner City. Via via kwam hij in contact met de zeventienjarige Zaïrese rapster Manuela Kamosi (Ya Kid K). Manuela Kamosi is de oudere zus van Karoline Kamosi, die later zelf bekend werd onder de naam Leki. Kamosi had weinig met dancemuziek, maar greep de kans aan om een plaat te kunnen opnemen. In het trappenhuis van zijn flat bouwde hij een voice-booth, waar de raps voor het nieuwe nummer genaamd Pump Up the Jam werden opgenomen.[1] De synthesizerloop werd gemaakt door Patrick De Meyer.

Controverse[bewerken | brontekst bewerken]

De platenmaatschappij besloot dat er ook een videoclip moest worden opgenomen. Ze vonden Kamosi niet mooi genoeg, dus werd gekozen voor de eveneens Zaïrese Felly Kilingi, die als fotomodel werkte. Als verhaal werd gebruikt dat Kamosi niet in het promotiemateriaal wilde verschijnen. Hierover ontstond de nodige controverse. Zo moest de Franstalige Felly volhouden dat ze de echte zangeres was, terwijl ze geen Engels sprak.[2] De boze Kamosi stapte naar de radio om bekend te maken dat niet Felly maar zijzelf de rapster was. Na het uitgesproken te hebben met Jo Bogaert werd geregeld dat in de tweede clip, Get Up! (Before The Night Is Over), zowel Kilingi als Kamosi te zien waren.[3] Ook Patrick De Meyer kwam er bekaaid vanaf. Hij werd niet vernoemd in de credits van het nummer en ook over de betaling blijft onmin bestaan.[4]

Succes[bewerken | brontekst bewerken]

De single deed het uitstekend in bijna alle landen van de wereld, en werd nummer 1 in het grootste deel van die landen. Het nummer bleef in de VS steken op nummer 2, zodat Dominique van Soeur Sourire daar de grootste hit van Belgische bodem bleef. In totaal werden van Pump Up the Jam wereldwijd meer dan 3,5 miljoen exemplaren verkocht. Bogaert kreeg een deal voor een heel album, maar moest dit binnen twee maanden in de winkels kunnen krijgen. In drie weken tijd werd een titelloos debuutalbum opgenomen.[1] Kamosi maakte nog drie tracks. Ook werd rapper MC Erik bij het project betrokken. Het album werd zelfs per Concorde naar de Verenigde Staten gevlogen om zo snel mogelijk bij de dj's te zijn.[2] Daarna werden nog enkele singles uitgebracht: Get Up! (Before The Night Is Over) en This beat is Technotronic. Door het succes van de band zijn ze in 1990 openingsact voor Madonna's Blond Ambition Tour. Bogaert en Kamosi werken ook aan de single Spin That Wheel van het project Hi Tek 3. Dit nummer verschijnt op de sountrack van de Teenage Mutant Ninja Turtles. Drie jaar na hun eerste succes, werd de single Move this van het debuutalbum (ook met Kamosi) populair dankzij het gebruik ervan in een reclame van Revlon. Het klom op tot nummer 6 van de Billboard-charts in de Verenigde Staten.

Latere jaren[bewerken | brontekst bewerken]

Voor het tweede album, Body to Body, deed Bogaert een beroep op Réjane Magloire, een voormalig lid van de Amerikaanse discogroep Indeep (bekend van Last night a D.J. saved my life). Kamosi was door problemen met het platenlabel niet beschikbaar voor dit album. Het label wilde dat ze solo ging en verbood Bogaert, tot zijn ongenoegen, met haar te werken.[2] Ook werkte hij samen met Olivier Abbeloos en Lucien Foort van Quadrophonia. Deze plaat komt onder grote druk tot stand en genereerde niet half zoveel verkoop als de eerste. In Nederland werd alleen Move That Body nog een hit. In België blijft de groep nog wel bescheiden hits maken. Hey Yoh, Here We Go (1993) wordt weer opgenomen met Kamosi. Ze is ook weer aanwezig op het album Recall (1995). Hier had Technotronic zich meer aangepast aan het dominante eurodance-geluid. De groep was meer een volger geworden dan een voortrekker. Een groot succes was het niet. Alleen de single I Want You By My Side werd in België nog een bescheiden hit. Een korte opleving was er in 1999 wanneer Bogaert samenwerkte met rapper Monday Midnite. Hiermee scoorde hij nog de hits Like This (1999) en G-Train (2000). Na 2001 verschenen er echter geen nieuwe singles meer en richtte Bogaert zich op andere projecten.

Discografie[bewerken | brontekst bewerken]

Albums[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1989 Pump Up The Jam - The Album
  • 1990 Trip On This - The Remixes
  • 1991 Body To Body
  • 1993 Greatest Hits
  • 1995 Recall

Singles[bewerken | brontekst bewerken]

Single met eventuele hitnotering(en) in de Nederlandse Top 40 Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
Pump Up the Jam 1989 9-9-1989 2 11
Get up! (before the night is over) 1990 3-2-1990 2 8
This beat is technotronic 1990 7-4-1990 7 6
Megamix 1990 18-8-1990 26 5
Move that body 1991 27-7-1991 32 3

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]