Theriodontia

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Bitbotje (overleg | bijdragen) op 19 feb 2019 om 15:16. (Link naar doorverwijspagina gerepareerd (Mammalia naar zoogdieren), met behulp van pop-ups)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Hoofdgroepen van de Theriodontia

De Theriodontia zijn een groep Synapsida.

In 1876 benoemde Richard Owen een onderorde Theriodontia. De naam betekent "zij met de zoogdiertanden". De groep verdeelde hij in de Cynodontia en de Gomphodontia. Die laatste worden tegenwoordig gezien als deel van de Cynodontia.

In het midden van de twintigste eeuw verdeelde Alfred Sherwood Romer de Therapsida strikt in de plantenetende Anomodontia en de vleesetende Theriodontia. Die indeling bleek uiteindelijk onhoudbaar omdat de vleeseters en planteneters niet altijd onderling het nauwst verwant waren.

Het moderne begrip Theriodontia is ontwikkeld door James Allen Hopson. Bij hem zijn ze de groep die bestaat uit de Gorgonopsia en de Eutheriodontia. Het is echter de vraag of dat werkelijk zustergroepen zijn. Die onzekerheid vermindert het belang van het concept. Als het waar is, zijn de Theriodontia weer de zustergroep van de Anomodontia binnen de Neotherapsida.

Het volgende kladogram toont de indeling volgens Hopson.

 Neotherapsida 
 † Anomodontia 

Dromasauria



Dicynodontia



 Theriodontia 
 † Gorgonopsia 

Lycaenops



Inostrancevia



 Eutheriodontia 
 † Therocephalia 
 † Eutherocephalia 

Bauria




 Cynodontia 

Mammalia






De Theriodontia duiken op in het middelste Perm en waren toen de belangrijkste roofdieren. Afgeleide deelgroepen maakten een tweede bloei door tijdens het vroege Trias. In een fase met zware concurrentie door Archosauromorpha verkleinden sommige groepen Theriodontia hun lichaamsomvang. Dat bleek een uitstekende overlevingstactiek. Een deelgroep, de zoogdieren, bestaat nog steeds en de Theriodontia zijn tegenwoordig de dominante landdieren. Ook de mens is een theriodontiër.

Er zijn weinig eigenschappen die de Theriodontia gemeen hebben, hun synapomorfieën. Volgens Hopson delen ze een lage platte snuit, een smal schedeldak tussen de slaapvensters en een vrijstaand coronoïde uitsteeksel op de achterste onderkaak. Volgens Thomas Kemp echter gaat het slechts om oppervlakkige gelijkenissen. De platte snuit komt ook bij Biarmosuchia voor en het coronoïde uitsteeksel heeft bij de Gorgonopsia een heel andere structuur.

Literatuur

  • Owen, R. 1876. Descriptive and illustrated catalogue of the fossil Reptilia of South Africa in the collection of the British Museum. London. Taylor and Francis. 88 pp
  • J.A. Hopson. 1999. "Therapsids". Encyclopedia of Paleontology 2: 1256-1266
  • James A. Hopson and James W. Kitching, 2001, "A Probainognathian Cynodont from South Africa and the Phylogeny of Nonmammalian Cynodonts" pp 5-35 in: PARISH A. JENKINS, JR., MICHAEL D. SHAPIRO, AND TOMASZ OWERKOWICZ, EDITORS, STUDIES IN ORGANISMIC AND EVOLUTIONARY BIOLOGY IN HONOR OF A. W. CROMPTON Bullettin of the Museum of Comparative Zoology. Harvard University 156(1)