Naar inhoud springen

Titulatuur (numismatiek)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Met titulatuur worden in de numismatiek de gezamenlijke in het omschrift vermelde titels (en ambten) van de muntheer bedoeld, die meestal afgekort zijn. De muntheer is degene in wiens naam de munten worden geslagen.

Op de voorzijde van de hieronder afgebeelde munt, geslagen rond het jaar 66 in naam van de Romeinse keizer Nero, staat:

IMP NERO CAESAR AVG P M TR POT P P

hetgeen betekent:

IMPerator NERO CAESAR AVGustus, Pontifex Maximus, TRibunicia POTestate, Pater Patriae

oftewel:

bevelhebber Nero, caesar/keizer, de verhevene, hogepriester, volkstribuun, vader des vaderlands

Munt geslagen omstreeks 66 AD

Lijst van titels en functies

[bewerken | brontekst bewerken]

(Ere)titels en functies werden op verschillende manieren afgekort, waarbij er meer tekst op een munt paste naarmate er sterker werd afgekort. Als gevolg hiervan kunnen sommige afkortingen verschillende betekenissen hebben en moet de juiste betekenis van een afkorting op een munt uit de context gehaald worden. Zo kan een C voor caesar en consul staan en een P voor onder meer pius en perpetuus. Soms wordt de laatste letter van de afkorting verdubbeld of verdrievoudigd om aan te geven dat meerdere personen de titel delen, zoals in AVGGG.

Afkorting Voluit Betekenis
AFR Africanus overwinnaar van de Afrikanen
ARM Armeniacus overwinnaar van de Armeniërs
AVG Augustus verhevene (keizer/keizerin)
BEA Beatissimus meest gelukkige en gezegende
BRIT Britannicus overwinnaar van de Brittanniërs
C (zie CAE, COS)
CAE, CAES Caesar keizer, troonopvolger
CENS Censor censor (bepaalde de samenstelling van de Senaat)
CENS P, CEN PER Censor perpetuus censor voor het leven
CONS, COS Consul consul (de hoogste magistraat)
COS DES Consul designatus benoemd tot consul
D, DAC Dacicus overwinnaar van de Daciërs
DICT Dictator dictator (hoog ambt in tijden van nood)
DIVI Divine goddelijke
DN Dominus noster onze heer
F, FEL Felix gezegende
FORT C(AES) Fortissimus caesar allermoedigste caesar
G, GER, GERM Germanicus overwinnaar van de Germanen
III VIR Tresviri een van het college van muntmeesters (tresviri monetales)
IMP Imperator (opper)bevelhebber (eretitel voor zegevierende keizers)
I, IN, INV Invictus onoverwinnelijke
MAX Maximus de grootste
MED Medicus overwinnaar van de Meden
NC (zie NOB C)
NOB Nobilissimus of -ma edele
NOB C(AES), NOB CS enz. Nobilissimus caesar meest edele caesar
OPT Optimo principi de beste
P Pius vrome, plichtsgetrouwe
PART, PARTH Parthicus overwinnaar van de Parthen
PERP Perpetuatae voor het leven, eeuwig
PF Pius felix plichtsgetrouwe
PM, PONT MAX Pontifex maximus hogepriester
PONT Pontifex priester
PP Pater patriae vader des vaderlands
R Rex koning
SARM Sarmaticus overwinnaar van de Sarmaten
TR P, TR POT, TRIB POT enz. Tribunicia potestate (bekleed met de macht van) volkstribuun
V C Vir clarissimus illustere

Overige afkortingen

[bewerken | brontekst bewerken]

Hieronder volgen enkele andere afkortingen die op Romeinse munten kunnen voorkomen.

Afkorting Voluit Betekenis
EX SC Ex senatus consulto muntuitgave goedgekeurd door de Senaat
SC Senatus consultum goedgekeurd door de Senaat
SPQR Senatus populusque Romanus van de Senaat en het volk van Rome
Familiebanden
F, FIL Filius of filia zoon of dochter van
IVN Junior de jongere
M, MAT Mater moeder
N Nepos kleinzoon
P, PT Pater vader
PRON, PRONEP Pronepos achterkleinzoon
PT (zie P)