Vier kunsten

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De vier kunsten (四艺; pinyin: Sì yì), ook wel de vier kunsten van de Chinese student genoemd, waren in China de vier belangrijkste artistieke prestaties waarmee een literator Zijn vrije tijd doorbracht. Deze zijn het bespelen van de guqin (琴; qin), de vaardigheid in go (棋; qi), kalligrafie (書; shu) en het schilderen in gewassen inkt (畫; hua), ook bekend als de 'literati-schilderkunst' (文人画; wenrenhua).

Elk onderdeel heeft een lange geschiedenis in de Chinese cultuur. De oudst bekende vermelding die ze samen in verband bracht als de vier kunsten is Fashu Yaolu ('Beknopt handboek van de kalligrafie') uit de Tang-periode, geschreven door Zhang Yanyuan (ca. 815–ca. 877).

Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]

De achttien studenten, een serie van vier hangende rollen gemaakt door een anonieme schilder uit de Ming-periode, beelden de vier kunsten af:

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]