Virginie Loveling

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Lykos (overleg | bijdragen) op 10 jun 2008 om 13:19. (afbeelding)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Nevele - Gedenkplaat aan het geboortehuis van Virginie Loveling en Rosalie Loveling.

Virginie Loveling (Nevele, 17 mei 1836Gent, 1 december 1923) was een Vlaams schrijfster.

Zij is geboren en getogen in het Oost-Vlaamse Nevele en debuteerde, samen met haar zuster Rosalie, met realistische, observerende gedichten, die een sentimentele ondertoon hadden. Virginie bekwam de Belgische nationaliteit na de dood van haar moeder (1879). Haar vader Anton Loveling was namelijk afkomstig van Papenburg (Nedersaksen).

Zij schreef na het vroegtijdige overlijden van Rosalie in 1875 in hoofdzaak novellen en romans in een vrij sobere en realistische stijl. De scherpe politieke tegenstellingen van haar tijd inspireerden haar tot twee antikatholieke werken (In onze Vlaamsche gewesten. Politieke schetsen, 1877 en Sophie, 1884), waarin zij ten aanval trok tegen de geestelijkheid die volgens haar een te grote invloed had op het platteland. Zo beschrijft Sophie (1884) bijvoorbeeld de schoolstrijd op het Vlaamse platteland.

Daarna trad een periode van evenwicht en rijpheid in, waarin zij nog talrijke novellen, kinderboeken, essays (o.a. over folklore) maar vooral romans heeft geschreven, die zich meestal op het platteland in Oost-Vlaanderen afspelen. Het revolverschot (1911) heeft de noodlottige liefde van twee zusters voor dezelfde man als thema en wordt als een van haar beste romans beschouwd.

Samen met Cyriel Buysse schreef zij Levensleer (1911), een humoristische roman over de verfranste Gentse bourgeoisie. Haar romans Een dure Eed (1891) (bekroond met de Vijfjaarlijkse prijs voor de Nederlandse letterkunde) en De twistappel (1904) gelden als haar hoofdwerken.

Virginie was een zeer ontwikkelde, geëmancipeerde vrouw en beheerste meerdere talen (o.a. Duits, Frans, Italiaans). Zij heeft ook enkele grote reizen gemaakt. Zo vergezelde zij in het najaar 1886 het echtpaar de Deurwaerder-Fobe op een reis naar het Zuiden. Ze verbleven een paar maanden in Nice en reisden dan naar Italië. Virginie was innig bevriend met Adèle Fobe en zou zelfs een gouden armband bezet met diamanten en een grote som van haar erven. Met dit geld kon zij zich in 1899 een maandenlange reis naar Australië veroorloven.

In de Eerste Wereldoorlog hield zij een dagboek bij, dat in 1999 voor het eerst verscheen in een integrale editie.

In 2005 was zij ook één van de kansmakers op de titel De Grootste Belg, maar haalde de uiteindelijke nominatielijst niet en strandde op nr. 539 van diegenen die net buiten de nominatielijst vielen.


Bibliografie

Samen met Rosalie:

  • Gedichten (Groningen, 1870)
  • Gedichten (Groningen, 1877 - Tweede vermeerderde druk)
  • Gedichten (Gent, 1889 - Derde vermeerderde druk)
  • Novellen (1874)
  • Nieuwe novellen (1875)
  • Polydoor en Theodoor en andere novellen en schetsen (1882)

Virginie Loveling:

  • Kromme Cies (1876)
  • Drie Novellen (1879)
  • Het hoofd van 't huis (1883)
  • Sophie (1884)
  • Op Bovegem (1888)
  • Een winter in het Zuiderland (1890)
  • Idonia (1891)
  • Een dure eed (1891)
  • Een idylle (1893)
  • Een vonkje van genie (1893)
  • De bruid des Heeren (1895)
  • Mijnheer Connehaye (1895)
  • Het land der verbeelding (1896)
  • Madeleine (1897)
  • De twistappel (1904)
  • Het lot der kinderen (1906)
  • De groote manoeuvers (1906)
  • Jonggezellenlevens (1907)
  • Een revolverschot (1911)
  • Levensleer (1912)
  • Bina (1915)
  • Van hier en elders (1925) - Met Een karmelietes, Madame Barré, Drie kleine schetsen, Plaatje Mulderman, Levensbeeldjes,Stoombootindrukken, Baron en Baronesken, Boerenidilletje en Het Onze Vader