Wikipedia:Wikiproject/Verzetskranten/Beginnetjes/Mededelingen van het comité voor vrij Nederland (verzetsblad, Amsterdam-Rotterdam-'s-Gravenhage-Groningen)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Hieronder zie je een beginnetje (opzetje, stub) van een Wikipedia-artikel over een Nederlandse verzetskrant uit de Tweede Wereldoorlog.

Dit beginnetje is aangemaakt in het kader van het Wikiproject Verzetskranten.

De informatie in het beginnetje is rechtstreeks overgenomen uit het boek De ondergrondse pers 1940-1945 van Lydia Winkel, in zijn geheel als PDF te vinden op Wikimedia Commons.

Onderstaand beginnetje is nog niet rijp voor de hoofdnaamruimte van Wikipedia, je kunt helpen om het te controleren of aan te vullen tot een volwaardig artikel.

In de handleiding voor deelnemers aan het Wikiproject Verzetskranten lees je hoe dit werkt.

Andere beginnetjes van verzetskrantenartikelen vind je in Wikipedia:Wikiproject/Verzetskranten/Beginnetjes


Mededelingen van het comité voor vrij Nederland
Plaats(en) van uitgave Rotterdam, Groningen, Amsterdam en 's-gravenhage
Verschijningsfrequentie Onreglematig
Inhoud Algemene artikelen
Reproductiemethode Gestencild
Oplage Tussen de 2000 en 4000
Datum eerste uitgave 1 november 1940
Datum laatste uitgave 14 april 2016
Taal Nederlands
Vervaardigers/redacteuren J.A.D. Beekman H. van Kuilenburg J.A. Lodewijk J.W. Rengelink J.F.J. Schamp E. Schrijver E. Toussaint van Hove C. van der Vegte N. Velleman W.C. Wardenaar A.A. Bosschart W. Bakker J. Hartog R.P. s'Jacob
Gerelateerde kranten B.C. nieuws De vrije pers; orgaan ter voorlichting van het Nederlandsche volk
Nr. in DOP van L.E. Winkel 411
Beschrijving in catalogus 376304154
Portaal  Portaalicoon   Media

Mededelingen van het comité voor vrij Nederland was een verzetsblad uit de Tweede Wereldoorlog, dat vanaf 1 november 1940 tot en met 14 april 2016 in Rotterdam, Groningen , Amsterdam en 's-Gravenhage werd uitgegeven. Het blad verscheen onreglematig in een oplage tussen de 2000 en 4000 exemplaren. Het werd gestencild en de inhoud bestond voornamelijk uit algemene artikelen.

Betrokken personen[bewerken | brontekst bewerken]

Gerelateerde kranten[bewerken | brontekst bewerken]

Categorie:Illegale pers in de Tweede Wereldoorlog

Ruwe tekst Winkel-lemma[bewerken | brontekst bewerken]

Hieronder staat de tekst over Mededelingen van het comité voor vrij Nederland uit lemma nr. 411 van De Ondergrondse Pers. Met behulp van deze tekst (en andere bronnen) kunnen Wikipedianen het bestaande artikel verbeteren. De Ondergronds Pers is ook als full-text PDF beschikbaar op Wikimedia Commons, daar is onderstaande tekst dus ook terug te vinden.

In augustus 1940 richtte A.A. Bosschart het COMITÉ VOOR VRIJ NEDERLAND op, dat zich ten doel stelde de Duitsers met alle mogelijke middelen afbreuk te doen, o.a. door sabotage en het verstrekken van inlichtingen aan de regering te Londen. Ook wilde men de Nederlandse openbare mening en de gedachtengang van Duitse militairen beïnvloeden door het verspreiden van lectuur. In het COMITÉ hadden zitting mr. R.P. s'Jacob (wnd. griffier arr. rechtbank), P.A. Wansink (journalist), J.A. Lodewijk (makelaar in papier), C. van der Vegte (adj. directeur van de N.V. 'De Arbeiderspers'), mej. E. Schrijver (journaliste) - allen te Amsterdam - , W. Bakker te Velp en H. van Kuilenburg (rayondirecteur van De Arbeiderspers te Groningen). Deze personen waren voor de oorlog lid geweest van Eenheid Door Democratie. De naam van het COMITÉ werd spontaan gekozen, onafhankelijk van het eveneens in augustus 1940 opgerichte VRIJ NEDERLAND. Wel nam men onmiddellijk deel aan de hervermenigvuldiging en verspreiding van VRIJ NEDERLAND, waarvan men een exemplaar kreeg via J. Schamp. Men wilde zelfs tot een fusie komen; VRIJ NEDERLAND ging echter op dit voorstel niet in. Toen bovendien uit Londen het verzoek kwam om VRIJ NEDERLAND een andere titel te geven, werd het contact verbroken en besloot het COMITÉ over te gaan tot de uitgave van de VRIJE PERS; orgaan ter voorlichting van het Nederlandsche volk, een algemeen verzetsblad, waarin actuele berichten, circulerende pamfletten, gedichten e.d. zouden worden opgenomen (zie nr. 1025). J.W. Rengelink zou de administratieve leiding op zich nemen; Bosschart stelde met Wansink het eerste nummer samen. Naast de VRIJE PERS werden de MEDEDEELINGEN uitgegeven. Dit waren rondzendbrieven welke artikelen bevatten betreffende actuele onderwerpen en richtlijnen voor de bevolking hoe zich te gedragen, b.v. op herdenkingsdagen, bij een eventuele invasie van de Engelsen, of bij een eventuele aftocht van de Duitsers. Ook werd een 'Open brief' gezonden aan de Rijks-commissaris, waarin o.a. geëist werd: herstel van de onafhankelijkheid der rechtspraak, gelijkheid van behandeling van alle Nederlanders door het intrekken van de Verordeningen tegen joden, terugzending der Nederlandse krijgsgevangenen, opheffing van arbeidsdwang voor Duitsland, het staken van bombardementen in Nederland door de Duitse luchtmacht. Het afschrift van deze brief werd in 4000 ex. gestencild in het gerechtshof te Amsterdam. Zowel de MEDEDEELINOEN als de 'Open brief' zijn talloze malen herstencild, herdrukt en in andere illegale bladen opgenomen. Op 16 december 1940 werd Bosschart gearresteerd, als gevolg van besprekingen welke hij twee dagen tevoren had gehouden met afgevaardigden van verschillende illegale groepen welke hij wilde coördineren, o.a. de OD, de Geuzen, de Oranjewacht en de Torenwacht. Op dezelfde dag werd s'Jacob gearresteerd, een dag later Bakker, op 23 december 1940 Van der Vegte en op 7 januari 1941 tenslotte Wansink benevens Lodewijk. De journaliste mej. Schrijver (leidster van de schaduworganisatie), E. Toussaint van Hove (leider van de sabotagegroep van het COMITÉ) en J.A.D. Beekman zetten de uitgaven voort. Tenslotte werden zij allen in maart 1941 eveneens gearresteerd. Hiermee hield het COMITÉ praktisch op te bestaan. Op 1 juli 1941 werden 28 leidende figuren door het Feldgericht veroordeeld: Bosschart en s'Jacob werden wegens aansporing tot sabotage eerst tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld, even later na een nieuwe behandeling van hun zaak, ter dood veroordeeld. Zij werden, evenals Van der Vegte (laatstgenoemde wegens spionage) op 29 september 1941 gefusilleerd; N. Velleman kreeg aanvankelijk de doodstraf, later gratie, maar werd als jood uit het tuchthuis Siegburg gedeporteerd en is vermoedelijk in Auschwitz omgekomen. De activiteit van H. van Kuilenburg te Groningen, die daar ter stede de MEDEDEELINGEN in een oplage van 500-1000 ex. vermenigvuldigde, werd niet bewezen geacht; hij werd met enkele andere betrokkenen vrijgesproken. De overige verdachten werden veroordeeld tot tuchthuis- en gevangenisstraffen variërende van levenslang tot negen maanden. J. Hartog, een van de contactpersonen te Den Haag, overleefde zijn straftijd, maar werd als 'jood' enkele dagen na zijn thuiskomst naar Polen gedeporteerd en is daar omgekomen. De vervaardiging van de VRIJE PERS werd voortgezet, het is echter niet gelukt te ontdekken wie hierin de hand hebben gehad. Zeker was bij de uitgave ook W.C. Wardenaar te Velsen betrokken. Het einde was dat de VRIJE PERS in B.C. NIEUWS, dat te Santpoort verscheen, werd opgenomen en Wardenaar medewerker van dat blad werd (zie nr. 45). Vermoedelijk werd de uitgave van de VRIJE PERS ook nog door anderen ter hand genomen; hierover zijn ons geen gegevens bekend. Er zijn echter verschillende uitgaven in de collectie van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie aanwezig.