Willem van der Borcht

Willem van der Borcht of Borght of Guilielmus à Castro (Brussel, 1621 of 1622 — aldaar, 1668)^[1]^[2] was een Brabants advocaat, dichter en toneelschrijver. Op negentienjarige leeftijd bracht hij Den Brusselschen Blom-hof van Cupido uit, waarvan de inhoud door Witsen Geysbeek als "regt aardige en vernuftige stukjes" en door Van Es en Rombauts als "onbeduidende en smakeloze rijmelarij" gekwalificeerd werd. Zijn Spieghel der eyghen kennisse combineerde satire in de stijl van Erycius Puteanus en klaaggedichten met prozastukken. Dit werk wordt gunstiger beoordeeld door de eerdergenoemde critici.^[3]^[4]

Werken[bewerken | brontekst bewerken]

Brusselschen Blom-hof van Cupido, 1641
Sedighe sinne-beelden op den aerdt der dieren, 1642
Spieghel der eyghen kennisse, 1643
Rosimunde of Rosimunda, 1651^[2]^[5]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Biografieën, werken en teksten bij de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (dbnl)

Bronnen, noten en/of referenties

↑ K. ter Laan, "Willem van der Borght", Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid (1952).
↑ ^a ^b G.J. van Bork, P.J. Verkruijsse, "Borght, Willem van der", De Nederlandse en Vlaamse auteurs (1985).
↑ P.G. Witsen Geysbeek, "Willem van der Borcht, of à Castro", Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters, Deel 1: ABE-BYN (1821).
↑ G.A. van Es, Edward Rombauts Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden, Deel 5 (1952).
↑ F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks, "Willem van der Borcht", Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde (1888-1891).

[1] K. ter Laan, "Willem van der Borght", Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid (1952).

[bv-2] G.J. van Bork, P.J. Verkruijsse, "Borght, Willem van der", De Nederlandse en Vlaamse auteurs (1985).

[3] P.G. Witsen Geysbeek, "Willem van der Borcht, of à Castro", Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters, Deel 1: ABE-BYN (1821).

[4] G.A. van Es, Edward Rombauts Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden, Deel 5 (1952).

[5] F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks, "Willem van der Borcht", Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde (1888-1891).

[1]

[2]

[3]

[4]

[5]