Worstzin

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een worstzin is een zin waar te veel zijdelingse informatie in verwerkt zit, waardoor de zin moeilijk leesbaar is en onduidelijk wordt. Het is een depreciërende term voor een informeel begrip. De term is met betrekking tot schrijfstijladvisering toegepast door de publiciste Inez van Eijk.[1][2]

Toepasbaarheid[bewerken | brontekst bewerken]

Van Eijk ging uit van het beeld van een ronde worst, waarbij begin- en eindpunt dicht bij elkaar liggen, maar er tegelijkertijd veel tussenliggende massa is. Een duidelijke omschrijving ontbreekt,[3] maar het begrip lijkt als self-evident te worden beschouwd, getuige het her en der verspreide, niet nader toegelichte gebruik.[4][5] Laatstgenoemde bron stelt het simpel: "Worstzinnen zijn lange zinnen met te veel informatie. Lezers hebben moeite met dit soort zinnen." (p.39) Ook de remedie klinkt simpel: "Vermijd worstzinnen. Zorg dat zinnen gemiddeld twaalf tot twintig woorden bevatten en splits te lange zinnen op in meerdere korte zinnen (Janssen et al., 2012)." (Salden 2015, t.a.p.)
Een uitgewerkt voorbeeld uit de wetgevingspraktijk biedt C. Waaldijk.[6]

Toelichting[bewerken | brontekst bewerken]

Het menselijk brein kan slechts een beperkt aantal nieuwe verbanden tegelijk leggen of associaties oproepen. Het verwijzen naar en verbinden vanuit een zin met al aanwezige kennis maakt het wel makkelijker.[bron?] Dit heeft gevolgen voor de effectiviteit van informatie- en begripsoverdracht, zoals bij veiligheidsinstructies in een noodsituatie en het ontwerpen van didactische methodes.

Een bijzin bijvoorbeeld kan te veel informatie bevatten waardoor de grote lijn van de zin verloren gaat, zoals details, zijdelingse verwijzingen die de context verrijken, of er zit meer dan één type relatie in verwerkt. Een goed leesbare zin bevat één type relatie, zoals een relatie van een gevolg met een oorzaak, beschreven met één hoofdzin en met niet meer dan twee bijzinnen.[7]

Daarnaast kan men worstzinnen vermijden door sowieso geen (lange) tussenzinnen te gebruiken. Dat kan als een zin gemiddeld twaalf tot twintig woorden bevat. Inhoud, structuur en verband tussen zinnen en voorkennis van de lezer spelen daarbij een rol. Het gebruik van verwijswoorden ("Daaruit volgde dat ..."; "Dit resulteerde in ...") zorgt voor traceerbare verbindingen tussen de zinnen. Overgangszinnen ("Dat heeft twee gevolgen." ; "Niet alleen het bovenstaande, maar ook heeft ...") verwijzen naar voorgaande zinnen. Om de acht à tien woorden een persoonsvorm toepassen helpt de informatie in een zin leesbaar te organiseren.[bron?]

Het tegenovergestelde van worstzinnen is aan te treffen in passages met te veel opeenvolgende korte zinnen, waardoor een staccatostijl ontstaat.

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Eijk, Inez van, De schrijfhulp pp 113-114. Amsterdam, Uitgeverij Contact (1989).
  2. Enkele decennia eerder, in 1956, werd een enigszins vergelijkbare term al eens gebruikt in het katholieke opinieweekblad De Linie door de letterkundige Kees Fens, onder de titel 'oproep aan romanschrijvers'. Hij sprak echter over een 'bedorven worstzin'. De Linie, jrg. 11, 1956, no. 557, 01-12-1956. Fens debiteerde deze kwalificatie met betrekking tot de controversiële auteur Han B. Aalberse.
  3. DBNL, De schrijfhulp Voorbeeldenboek voor veeleisende taalgebruikers? Peter Burger & Jaap de Jong - Leiden, Onze Taal. Jaargang 58. DBNL p 158. Geraadpleegd op 9 juli 2023.
  4. Zo bijvoorbeeld door Pieter Nieuwint, geciteerd door Jan Renkema, 'Wij zijn een volkje van vitters', passages uit een interview met Jan Renkema door Ruud Kamphoven, Eindhovens Dagblad, 6 juli 1996, [1]
  5. 'De externe nieuwsbrief van het Stedelijk Museum Amsterdam: doelen, doelgroep en optimalisatie.' Afstudeeronderzoek Eva Salden, Master Communicatie en Organisatie, Universiteit Utrecht (2015), p.3, [2]
  6. Wetgevingswijzer met de teksten van de officiele aanwijzingen inzake regelgeving, door mr. C. Waaldijk (1985), p. 20, [3].
  7. Zakelijke communicatie voor professionals. Noordhoff, Groningen [etc.] (cop. 2012). ISBN 978-90-01-81320-8.