Naar inhoud springen

Xavier van Elewyck

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door RomaineBot (overleg | bijdragen) op 9 mrt 2019 om 18:49. (Fix kop)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Xavier Victor Fidèle Van Elewyck (Elsene, 24 april 1825 - Tienen, 28 april 1888) was een Belgisch componist.

Levensloop

Hij was een zoon van Joseph van Elewyck, advocaat en burgemeester van Elsene, en van Marie-Josèphe Huygens en trouwde in Leuven in 1849 met Anne-Philippine De Busscher (1831-1906), dochter van Philippe de Busscher, schepen van Leuven. Het echtpaar had acht kinderen, zes dochters en twee zoons.[1]

Hij promoveerde in 1849 aan de Katholieke Universiteit Leuven tot doctor in de politieke en sociale wetenschappen. Hij werd vooral bekend als componist. In 1857 werd hij in de Belgische erfelijke adel opgenomen en in 1871 kreeg hij de titel ridder, overdraagbaar op alle mannelijke afstammelingen. In 1883 werd hij corresponderend lid van de Académie royale de Belgique. Hij werd ook lid van de Romeinse academies 'des Quirites' en Sint-Cecilia, van de koninklijke academie van Firenze en van de vereniging van componisten in Frankrijk. Voorts was hij officier in de Leopoldsorde.

Musicus

Van Elewyck was zeven toen hij voor het eerst optrad als pianist in een concert door de Société d'Harmonie van Elsene. Hij studeerde piano, viool, harmonie en compositie bij diverse professoren. In Leuven gevestigd, nam hij actief deel aan het muziekleven. Hij stichtte en leidde het mannenkoor Sainte-Cécile en leidde het koor in de collegiale Sint-Pieterskerk, dat uitgroeide tot een bezetting van tachtig leden. Hij was ook kapelmeester in de Sint-Michielskerk en in Heverlee.

Bij zijn woning bouwde hij een concertzaal met driehonderd plaatsen. Bekende musici zoals Jacques-Nicolas Lemmens, Camille Saint-Saëns, Jules Massenet, Alphonse Mailly en Charles Gounod dirigeerden er.

In 1860 vertegenwoordigde hij de Belgische bisdommen op een congres voor religieuze muziek in Parijs en hekelde er de tendens om de orkesten uit de liturgie te weren. In 1863-64 was hij mede-organisator en secretaris van de religieuze congressen in Mechelen.

Hij was de uitvinder van een enregistreur musical in 1886.

Componist

Het oeuvre van Xavier van Elewyck behelst circa 40 opusnummers en een aantal ongenummerde composities.

  • Album musical opus 3 à 8, voor zang en piano, 1844
  • Violetje ("Violetjen bij der hage, Lieflik te geuren stond") ,opus 17, een ballade Flamande op tekst van Johan Michiel Dautzenberg, opgedragen "A son altesse royale monseigneur Le duc régnant de Saxe-Coburg-Gotha"; hij schreef het in de hoedanigheid van erelid van de Männersang Verein van Keulen[2]
  • Le tournoi, opus 19
  • Ave Verum, met groot orkest
  • Ave Stella Maris
  • Lof voor groot orkest
  • Chanson d’une petite fille (Lorsque je veux être jolie), opus 47, uitgegeven door Breitkopf und Härtel, circa 1886

Werken in handschrift berusten in de Universiteitsbibliotheek Leuven en het Rijksarchief Brugge.

Publicaties

  • Discours sur la musique religieuse en Belgique, 1861
  • Mathias van den Gheyn, le plus grand organiste et carillonneur belge du XVIIIe siècle, 1862
  • Anciens clavecinistes flamands, 2 delen, Brussel, 1877

Literatuur

  • A. THYS, Le chevalier Xavier van Elewyck, in: Les sociétés chorales en Belgique, Gent, 1861.
  • K. DE SCHRIJVER, Xavier, ridder van Elewyck, in: Bibliografie der Belgische toonkunstenaars vanaf 1800, Leuven, 1958.
  • R. WARLOMONT, chevalier Théodore van Elewyck, in: Biographie nationale de Belgique, T. XXXIV, Brussel, 1967.
  • J. ROBIJNS, Xavier van Elewyck, compositeur et musicologue (met bibliografie), in: Biographie nationale de Belgique, T. XXXIV, Brussel, 1967.
  • G. HUYBENS, Negen componisten rond 150 jaar conservatorium Leuven, Leuven, 1985.
  • J. ROBIJNS, ridder Xavier van Elewyck, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, deel 11, Brussel, 1985.
  • Oscar COOMANS DE BRACHÈNE, État présent de la noblesse belge, Annuaire 1988, Brussel, 1988.
  • L. ROMBOUTS, Over ridder Xavier van Elewyck, in: Musica Antiqua, 1990 & 1996.
  • Flavie ROQUET, Vlaamse componisten geboren na 1800, Roularta Books, 2007.
  • Hij werd voorts aangestipt als Ridder Xavier Victor van Elewyck in Eduard A. Melchior: Woordenboek der toonkunst 1890, pagina 183; het Geïllustreerd muzieklexicon, onder redactie van Mr. G. Keller en Philip Kruseman, medewerking van Sem Dresden, Wouter Hutschenruijter (1859-1943), Willem Landré, Alexander Voormolen en Henri Zagwijn; uitgegeven in 1932/1949 bij J. Philips Kruseman, Den Haag; pagina 182 en J. Robijns en Miep Zijlstra, Algemene Muziek Encyclopedie deel 3, Unieboek 1980, pagina 104

Voetnoten

  1. De jongste zoon, Théodore van Elewyck (1866-1952), werd procureur-generaal bij het hof van beroep in Gent. Hij trouwde in Poperinge met Jeanne de Ghelcke (1873-1899) en in 1900 in Antwerpen met Marie-Pauline Van den Bosch (1868-1953). Ze hadden drie dochters, van wie de laatste overleed in 1994, waarmee deze familie uitdoofde. De andere zoon bleef ongehuwd en overleed in 1941.
  2. Violetje op IMSLP