Zu Leiningen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Zu Leiningen is een oud-adellijk geslacht waarvan de geschiedenis teruggaat tot de elfde eeuw en dat vanaf 1452 de vorstentitel voert.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De stamreeks is terug te voeren tot Sigebert die graaf was in Saargau en in 1080 wordt vermeld en zijn broer Winithit die in 1072 vermeld wordt als abt van Hornbach. Een kleinzoon van Sigebert, Simon I, wordt in 1139 als graaf van Saarbrücken vermeld. Zijn gelijknamige zoon Simon II, die tussen 1158 en 1207 wordt vermeld, trouwde in 1180 met Liutgarde, zus en erfgename van Friedrich graaf van Leiningen, de laatste van haar geslacht uit het huis van de graven van Nahegau dat al in de tweede helft van de 8e eeuw voorkomt. Hun tweede zoon Friedrich, overleden in 1237, neemt de naam en het wapen van het huis van zijn moeder aan en wordt in 1214 als Graaf van Leiningen vermeld. In de loop der eeuwen ontstaan verschillende takken, vernoemd naar de verschillende graafschappen en heerlijkheden. In 1328 volgt verheffing tot landgraaf van Leiningen, in 1452 tot vorstelijk landgraaf. Op 3 juli 1779 werd Carl Friedrich Wilhelm zu Leiningen (1724-1807) opgenomen in de Rijksvorstenstand en daarmee de 1e vorst zu Leiningen. Het laatste adelsbesluit inzake een lid van dit geslacht betreft de inlijving in het Koninkrijk Beieren in de vorstenklasse in 1830.

Leden van het geslacht voeren de titel van Prinz/Prinzessin zu Leiningen, en voor zover volgens het huisrecht toegestaan, het predicaat Doorluchtigheid; ze worden gerekend tot de ebenbürtige adel.

Enkele telgen[bewerken | brontekst bewerken]

Carl Friedrich Wilhelm zu Leiningen (1724-1807), 1e vorst van Leiningen

Andere telgen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]