Het is een grote springspin met een lengte van 8 tot 10 mm. De mannetjes vallen op door hun helderrode achterlijf met zwarte middenband. Ze hebben meestal zwarte poten met donkeroranje beharing op de voorpoten. De vrouwtjes en juvenielen zijn grijsbruin. De vuurspringer leeft op rotsen, keien, struiken en lage vegetatie.
Bronnen, noten en/of referenties
↑Poda, N. (1761). Insecta Musei Graecensis, quae in ordines, genera et species juxta systema naturae Caroli Linnaei. Graecii, 127 pp.