Vrouwenquotum: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Extra onderzoek+ bronnen toegevoegd
Regel 24: Regel 24:
Het aantal vrouwelijke studenten dat in Nederland een van de bovengenoemde master opleidingen volgt die voorbereiden op topfuncties is slechts 24% (CBS cijfers 2013).T.o.v. andere Europese landen scoren Nederlandse vrouwen extreem laag.<ref>{{Citeer web|url=http://www.onderwijsincijfers.nl/kengetallen/sectoroverstijgend/deelnemers/aandeel-gediplomeerde-vrouwen-in-betatechniek|titel=www.onderwijsincijfers.nl|bezochtdatum=2016-04-04|achternaam=Wetenschap|voornaam=Ministerie van Onderwijs, Cultuur en|werk=www.onderwijsincijfers.nl|taal=nl}}</ref> Vrouwen maken inmiddels wel circa 35% van de bèta studenten uit, maar zij volgen heel vaak vooral de “zachtere” studies zoals geneeskunde en biologie, aldus het landelijk expertise bureau VHTO: meer meisjes en vrouwen in bèta, techniek en ICT<ref>{{Citeer web|url=http://www.vhto.nl|titel=www.vhto.nl|bezochtdatum=2016-04-04|werk=www.vhto.nl}}</ref>. Bij bedrijfskunde blijven de vrouwen op 30% steken (CBS). Jonge vrouwen kiezen nog massaal voor studies als psychologie, sociologie, rechten en geneeskunde, die minder waarschijnlijk naar topfuncties in het bedrijfsleven leiden. VHTO tekent daarbij aan dat in de afgelopen jaren er een flinke verhoging in de keuze van vrouwen voor exacte studierichtingen is opgetreden. Dat betekent dat potentiële topvrouwen die circa 20 a 30 jaar geleden de universiteiten verlieten nog aanzienlijk schaarser zijn.
Het aantal vrouwelijke studenten dat in Nederland een van de bovengenoemde master opleidingen volgt die voorbereiden op topfuncties is slechts 24% (CBS cijfers 2013).T.o.v. andere Europese landen scoren Nederlandse vrouwen extreem laag.<ref>{{Citeer web|url=http://www.onderwijsincijfers.nl/kengetallen/sectoroverstijgend/deelnemers/aandeel-gediplomeerde-vrouwen-in-betatechniek|titel=www.onderwijsincijfers.nl|bezochtdatum=2016-04-04|achternaam=Wetenschap|voornaam=Ministerie van Onderwijs, Cultuur en|werk=www.onderwijsincijfers.nl|taal=nl}}</ref> Vrouwen maken inmiddels wel circa 35% van de bèta studenten uit, maar zij volgen heel vaak vooral de “zachtere” studies zoals geneeskunde en biologie, aldus het landelijk expertise bureau VHTO: meer meisjes en vrouwen in bèta, techniek en ICT<ref>{{Citeer web|url=http://www.vhto.nl|titel=www.vhto.nl|bezochtdatum=2016-04-04|werk=www.vhto.nl}}</ref>. Bij bedrijfskunde blijven de vrouwen op 30% steken (CBS). Jonge vrouwen kiezen nog massaal voor studies als psychologie, sociologie, rechten en geneeskunde, die minder waarschijnlijk naar topfuncties in het bedrijfsleven leiden. VHTO tekent daarbij aan dat in de afgelopen jaren er een flinke verhoging in de keuze van vrouwen voor exacte studierichtingen is opgetreden. Dat betekent dat potentiële topvrouwen die circa 20 a 30 jaar geleden de universiteiten verlieten nog aanzienlijk schaarser zijn.


De keuze van vrouwen voor gender-stereotiepe richtingen zou beïnvloed kunnen zijn door verwachtingspatronen van de omgeving (maatschappij, school, ouders en vrienden) die de ontwikkeling van vaardigheden en studiekeuzes sterk zouden bepalen.<ref>{{Citeer journal|author=Shelley J. Correll|date=2001-05-01|title=Gender and the Career Choice Process: The Role of Biased Self‐Assessments|journal=American Journal of Sociology|volume=106|issue=6|pages=1691–1730|issn=0002-9602|doi=10.1086/321299|url=http://www.journals.uchicago.edu/doi/full/10.1086/321299}}</ref><ref>{{Citeer journal|author=Javier G. Polavieja|date=2012-11-01|title=Socially Embedded Investments: Explaining Gender Differences in Job-Specific Skills|journal=American Journal of Sociology|volume=118|issue=3|pages=592–634|issn=0002-9602|doi=10.1086/667810|url=http://www.journals.uchicago.edu/doi/full/10.1086/667810}}</ref> De zichtbaarheid van vrouwen in topposities zou een positief effect hebben op de keuze van meisjes voor studies die als traditioneel mannelijk worden ervaren.<ref name=":1" />
De keuze van vrouwen voor gender-stereotiepe richtingen zou beïnvloed kunnen zijn door verwachtingspatronen van de omgeving (maatschappij, school, ouders en vrienden) die de ontwikkeling van vaardigheden en studiekeuzes sterk zouden bepalen.<ref>{{Citeer journal|author=Shelley J. Correll|date=2001-05-01|title=Gender and the Career Choice Process: The Role of Biased Self‐Assessments|journal=American Journal of Sociology|volume=106|issue=6|pages=1691–1730|issn=0002-9602|doi=10.1086/321299|url=http://www.journals.uchicago.edu/doi/full/10.1086/321299}}</ref><ref>{{Citeer journal|author=Javier G. Polavieja|date=2012-11-01|title=Socially Embedded Investments: Explaining Gender Differences in Job-Specific Skills|journal=American Journal of Sociology|volume=118|issue=3|pages=592–634|issn=0002-9602|doi=10.1086/667810|url=http://www.journals.uchicago.edu/doi/full/10.1086/667810}}</ref> Al vanaf de leeftijd van 6 jaar zouden meisjes hun eigen competenties onderschatten.<ref>{{Citeer journal|author=Lin Bian, Sarah-Jane Leslie, Andrei Cimpian|date=2017-01-27|title=Gender stereotypes about intellectual ability emerge early and influence children’s interests|journal=Science|volume=355|issue=6323|pages=389–391|issn=0036-8075|pmid=28126816|doi=10.1126/science.aah6524|url=http://science.sciencemag.org/content/355/6323/389|language=en}}</ref> De zichtbaarheid van vrouwen in topposities zou een positief effect hebben op de keuze van meisjes voor studies die als traditioneel mannelijk worden ervaren.<ref name=":1" />


Headhunters nemen waar dat er voor elke toppositie 10 keer zo veel mannen beschikbaar zijn als vrouwen.<ref>NRC 10 februari 2016, “Wie goed hunt, víndt die vrouw”</ref> Als één bedrijf per se en topvrouw wil, zal dat dus zeker lukken. Als alle bedrijven hun 30% quotum willen realiseren zal dat dus (nu) zeker niet lukken.
Headhunters nemen waar dat er voor elke toppositie 10 keer zo veel mannen beschikbaar zijn als vrouwen.<ref>NRC 10 februari 2016, “Wie goed hunt, víndt die vrouw”</ref> Als één bedrijf per se en topvrouw wil, zal dat dus zeker lukken. Als alle bedrijven hun 30% quotum willen realiseren zal dat dus (nu) zeker niet lukken. {{Bron?}}


Een andere veel gegeven verklaring is dat vrouwen vaker parttime werken. Een parttimefunctie is in veel organisaties een blokkade om een managementcarrière te kunnen doorlopen.
Een andere veel gegeven verklaring is dat vrouwen vaker parttime werken, vaak door zwangerschap. Een parttimefunctie is in veel organisaties een blokkade om een managementcarrière te kunnen doorlopen.


==Bedrijven==
==Bedrijven==

Versie van 9 mrt 2017 15:38

Een vrouwenquotum is een (van overheidswege) opgelegd minimumaantal van door vrouwen beklede topfuncties in voornamelijk de politiek, bedrijfs- en academische wereld. Met een vrouwenquotum kan volgens voorstanders (eerder) worden bereikt dat vrouwen het glazen plafond, de onzichtbare barrière die voor vrouwen bestaat om een topfunctie te bereiken, kunnen doorbreken.

Argumenten voor een quotum

Er worden diverse argumenten genoemd om na te streven dat vrouwen in de top van bedrijven deelnemen en om als dat niet "vanzelf " lukt een vrouwenquotum in te stellen:

  • Het (economisch) potentieel aan capabele vrouwen zou zonder verplicht quotum onvoldoende benut worden.
  • Vrouwen aan de top van bedrijven zouden rolmodel zijn en stimulerend voorbeeld voor andere vrouwen die actief willen zijn op de arbeidsmarkt
  • Vrouwen aan de top zouden ertoe kunnen bijdragen dat de positie van andere vrouwen in het bedrijf verbetert.
  • Diversiteit aan de top van bedrijven zou leiden tot betere bedrijfsresultaten.[1] Dit is echter niet bij alle onderzoeken aangetoond.

Europese Unie

De Europese Commissie, en met name commissaris Viviane Reding, deed in december 2012 een voorstel voor een vrouwenquotum in de top van bedrijven.[2] Het Europees Parlement streeft ook naar meer vrouwen in de top van bedrijven. Het EP in Straatsburg ging in november 2013 akkoord met een wetsvoorstel met dit als doel[3]. Deze voorstellen zijn in 2015 nog niet in een Europese richtlijn omgezet. Daarvoor is steun van de Raad van Ministers vereist.[4]

België

België kent sinds 2013 een vrouwenquotum voor de top van de overheid, met als doel dat een op de drie overheidsbestuurders in Brussel vrouw zal zijn.[5] Daarnaast moeten raden van bestuur van beursgenoteerde bedrijven tegen 2017 voor minstens een derde uit vrouwen bestaan.[6] Kleinere beursgenoteerde ondernemingen krijgen uitstel tot 2019.

Nederland

Het percentage vrouwelijke topbestuurders bedraagt in 2015 ca. 10%;[7] 6% van de bestuursleden en 19,5% van de commissarissen in Nederland is een vrouw.[8]

In Boek 2 van het Nederlandse Burgerlijk wetboek is voor de NV en de BV een bepaling opgenomen dat de vennootschappen moeten streven naar minimaal 30 procent aan vrouwelijke bestuurders en commissarissen.[9] Dat streven is echter nog geen formeel vrouwenquotum. Het streefcijfer zou op 1 januari 2016 behaald moeten zijn. en is opgenomen in de Wet bestuur en toezicht.[10]

Opleiding

Een oorzaak van het lagere aandeel vrouwen kan zijn dat vrouwen een minder geschikte opleiding kiezen om Topvrouw te kunnen worden.

Het aantal vrouwelijke studenten dat in Nederland een van de bovengenoemde master opleidingen volgt die voorbereiden op topfuncties is slechts 24% (CBS cijfers 2013).T.o.v. andere Europese landen scoren Nederlandse vrouwen extreem laag.[11] Vrouwen maken inmiddels wel circa 35% van de bèta studenten uit, maar zij volgen heel vaak vooral de “zachtere” studies zoals geneeskunde en biologie, aldus het landelijk expertise bureau VHTO: meer meisjes en vrouwen in bèta, techniek en ICT[12]. Bij bedrijfskunde blijven de vrouwen op 30% steken (CBS). Jonge vrouwen kiezen nog massaal voor studies als psychologie, sociologie, rechten en geneeskunde, die minder waarschijnlijk naar topfuncties in het bedrijfsleven leiden. VHTO tekent daarbij aan dat in de afgelopen jaren er een flinke verhoging in de keuze van vrouwen voor exacte studierichtingen is opgetreden. Dat betekent dat potentiële topvrouwen die circa 20 a 30 jaar geleden de universiteiten verlieten nog aanzienlijk schaarser zijn.

De keuze van vrouwen voor gender-stereotiepe richtingen zou beïnvloed kunnen zijn door verwachtingspatronen van de omgeving (maatschappij, school, ouders en vrienden) die de ontwikkeling van vaardigheden en studiekeuzes sterk zouden bepalen.[13][14] Al vanaf de leeftijd van 6 jaar zouden meisjes hun eigen competenties onderschatten.[15] De zichtbaarheid van vrouwen in topposities zou een positief effect hebben op de keuze van meisjes voor studies die als traditioneel mannelijk worden ervaren.[16]

Headhunters nemen waar dat er voor elke toppositie 10 keer zo veel mannen beschikbaar zijn als vrouwen.[17] Als één bedrijf per se en topvrouw wil, zal dat dus zeker lukken. Als alle bedrijven hun 30% quotum willen realiseren zal dat dus (nu) zeker niet lukken. [bron?]

Een andere veel gegeven verklaring is dat vrouwen vaker parttime werken, vaak door zwangerschap. Een parttimefunctie is in veel organisaties een blokkade om een managementcarrière te kunnen doorlopen.

Bedrijven

Naar aanleiding van een uitzending van het actualiteitsprogramma Zondag met Lubach over Topvrouwen is een website opgericht met een lijst van bedrijven zonder vrouwelijke bestuursleden. In 2016 zijn er in Nederland ondanks het streefcijfer van 30% vrouwen nog 18 aan de beursgenoteerde bedrijven die geen enkele vrouw in de Raad van Bestuur of de Raad van Commissarissen hebben zitten. Dit zijn Boskalis, OCI, Vopak, Refresco-Gerber, Accell Group, Flow traders, Ajax, ASM, Brunel, ICT Automatisering, Docdata, Grandvision, Aalberts Industries, Neways, Tie Kinetix, Oranjewoud, Hydratic en Hunter Douglas.[18]

Duitsland

In Duitsland geldt vanaf 2016 wetgeving voor een vrouwenquotum.[19] De wet eist van honderd grote bedrijven op de Duitse DAX-index dat zij vanaf 2016 ten minste 30% vrouwen op topposities benoemen.[20] Bedrijven die niet aan het quotum voldoen mogen geen mannen aannemen op hoge functies. Daarnaast verplicht de Duitse wetgeving 3.500 bedrijven om zelf doelstellingen te formuleren voor het aandeel vrouwen in de top van de bedrijven.[20]

De Duitse wet kwam na lange politieke strijd tot stand, die uiteindelijk is gewonnen door de Minister voor Familie- en Vrouwenzaken Manuela Schwesig en minister van Justitie Heiko Maas, beiden van de sociaaldemocratische SPD.[21]

Overige EU-landen

Noorwegen was het eerste EU-land dat vrouwenquota voor bestuurders verplicht stelde, gevolgd door Spanje, Frankrijk en IJsland, die allemaal een minimumquotum stelden van 40%. Italië heeft een quotum van 1/3.[22]

Door het vrouwenquotum in Noorwegen steeg het aandeel van vrouwen in de top van bedrijven van 22% naar 42%.[23]

Azië

In India bepaalde de Securities and Exchange Board in 2014 dat elk beursgenoteerd bedrijf ten minste één vrouw tot de Raad van bestuur moest toelaten. Bedrijven die zich hier niet aan hielden konden een straf van SEBI verwachten, bijvoorbeeld opschorting van de handel, bevriezing van aandelen of een boete van 250 miljoen roepies (3,7 miljoen euro). Volgens analisten zouden veel bedrijven kort voor de deadline vrouwelijke familieleden hebben aangesteld.[24] Zo'n 12% is de afspraak helemaal niet nagekomen.[25]

Zuid-Amerika

In Argentinië bestaat sinds 1991 een vrouwenquotum voor politieke partijen, met als doel meer vrouwen in de regering te krijgen. Sinds 1991 hebben elf andere Zuid-Amerikaanse landen dit voorbeeld van Argentinië gevolgd.

Onderzoek

Volgens een studie uit 2016 door Diana Z. O’Brien en Johanna Rickne waarbij de effecten van genderquota in de politiek in Zweden sinds 1994 werden onderzocht, zorgden de quota voor een directe en permanente verbetering van de toegang tot de politiek door vrouwen. Er werd ook een toename vastgesteld van het aantal vrouwen met de geschikte kwalificaties voor topposities binnen de politiek.[16]