Feliene infectieuze peritonitis: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
BigMammaP (overleg | bijdragen)
→‎Behandeling: Informatie toegevoegd en enkele opmerkingen verbeterd.
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
extra informatie over overdracht, incl bronnen en toevoegingen aan samenvatting
Regel 3: Regel 3:
[[Bestand:FIPHisto1.jpg|thumb|Het FIP-virus veroorzaakt een ontstekingsreactie]]
[[Bestand:FIPHisto1.jpg|thumb|Het FIP-virus veroorzaakt een ontstekingsreactie]]
'''Feliene infectueuze peritonitis''', (besmettelijke buikvliesontsteking bij de kat) of kortweg ''FIP'' is een ziekte bij [[kat (dier)|katten]] met een mogelijke fatale afloop. Het wordt veroorzaakt door het [[felien coronavirus]] (FCoV) en specifiek door het felien infectieus peritonitisvirus (FIPV)<ref>{{Citeer tijdschrift |achternaam=Pedersen |voornaam=Niels C. |titel=A review of feline infectious peritonitis virus infection: 1963–2008 |url=http://journals.sagepub.com/doi/10.1016/j.jfms.2008.09.008 |jaargang=11 |tijdschrift=Journal of Feline Medicine and Surgery |datum=2009-04 |taal=en |nummer=4 |doi=10.1016/j.jfms.2008.09.008 |issn=1098-612X |pmid=19254859 |pmc=PMC7129802 |pagina's=225–258}}</ref>, dat een [[Mutatie (biologie)|mutatie]] is van het felien enterisch coronavirus (FECV/FeCoV)<ref>{{Citeer tijdschrift |achternaam=Vennema |voornaam=Harry |titel=Feline Infectious Peritonitis Viruses Arise by Mutation from Endemic Feline Enteric Coronaviruses |url=https://linkinghub.elsevier.com/retrieve/pii/S0042682298990456 |jaargang=243 |tijdschrift=Virology |datum=1998-03 |taal=en |nummer=1 |doi=10.1006/viro.1998.9045 |pmid=9527924 |pmc=PMC7131759 |pagina's=150–157 |last2=Poland |first2=Amy |last3=Foley |first3=Janet |last4=Pedersen |first4=Niels C.}}</ref>. Hoewel er een verband tussen FIP en het feliene coronavirus lijkt te bestaan, is er nog geen duidelijk verband tussen oorzaak en effect bewezen. Het gemuteerde virus kan in bepaalde [[witte bloedcellen]] indringen en groeien, met name in [[Macrofaag|macrofagen]]. De reactie van het [[immuunsysteem]] is meestal een ontsteking in de betreffende weefsels. FIP is bijna altijd dodelijk, tenzij zo snel mogelijk wordt gestart met een behandeling (zie "Behandeling").
'''Feliene infectueuze peritonitis''', (besmettelijke buikvliesontsteking bij de kat) of kortweg ''FIP'' is een ziekte bij [[kat (dier)|katten]] met een mogelijke fatale afloop. Het wordt veroorzaakt door het [[felien coronavirus]] (FCoV) en specifiek door het felien infectieus peritonitisvirus (FIPV)<ref>{{Citeer tijdschrift |achternaam=Pedersen |voornaam=Niels C. |titel=A review of feline infectious peritonitis virus infection: 1963–2008 |url=http://journals.sagepub.com/doi/10.1016/j.jfms.2008.09.008 |jaargang=11 |tijdschrift=Journal of Feline Medicine and Surgery |datum=2009-04 |taal=en |nummer=4 |doi=10.1016/j.jfms.2008.09.008 |issn=1098-612X |pmid=19254859 |pmc=PMC7129802 |pagina's=225–258}}</ref>, dat een [[Mutatie (biologie)|mutatie]] is van het felien enterisch coronavirus (FECV/FeCoV)<ref>{{Citeer tijdschrift |achternaam=Vennema |voornaam=Harry |titel=Feline Infectious Peritonitis Viruses Arise by Mutation from Endemic Feline Enteric Coronaviruses |url=https://linkinghub.elsevier.com/retrieve/pii/S0042682298990456 |jaargang=243 |tijdschrift=Virology |datum=1998-03 |taal=en |nummer=1 |doi=10.1006/viro.1998.9045 |pmid=9527924 |pmc=PMC7131759 |pagina's=150–157 |last2=Poland |first2=Amy |last3=Foley |first3=Janet |last4=Pedersen |first4=Niels C.}}</ref>. Hoewel er een verband tussen FIP en het feliene coronavirus lijkt te bestaan, is er nog geen duidelijk verband tussen oorzaak en effect bewezen. Het gemuteerde virus kan in bepaalde [[witte bloedcellen]] indringen en groeien, met name in [[Macrofaag|macrofagen]]. De reactie van het [[immuunsysteem]] is meestal een ontsteking in de betreffende weefsels. FIP is bijna altijd dodelijk, tenzij zo snel mogelijk wordt gestart met een behandeling (zie "Behandeling").

FCoV is een virus van het maagdarmkanaal. De meeste infecties verlopen ofwel asymptomatisch of veroorzaken diarree, vooral bij kittens, aangezien de van de moeder afkomstige antilichamen tussen de 5 en 7 weken oud afnemen. Het virus is een mutatie van het feline enterisch coronavirus (FECV). Vanuit de darm ondergaat het virus heel kort een systemische fase<ref>{{Citeer tijdschrift |achternaam=Porter |voornaam=Emily |titel=Amino acid changes in the spike protein of feline coronavirus correlate with systemic spread of virus from the intestine and not with feline infectious peritonitis |url=https://doi.org/10.1186/1297-9716-45-49 |jaargang=45 |tijdschrift=Veterinary Research |datum=2014-04-25 |nummer=1 |doi=10.1186/1297-9716-45-49 |issn=1297-9716 |pmid=24767677 |pmc=PMC4006447 |pagina's=49 |last2=Tasker |first2=Séverine |last3=Day |first3=Michael J. |last4=Harley |first4=Ross |last5=Kipar |first5=Anja}}</ref>, voordat het terugkeert naar de darm waar het wordt uitgescheiden in de ontlasting.

De pathogenese van FIP is complex. Er bestaat een algemene overeenstemming dat FIPV's voortkomen uit mutaties waardoor ze met meer succes in monocyten kunnen binnendringen of zich sneller kunnen repliceren. Veel aspecten van virus-gastheer-interacties die de ziekte beïnvloeden, blijven echter onzeker<ref>{{Citeer tijdschrift |achternaam=Pedersen |voornaam=Niels C. |titel=An update on feline infectious peritonitis: Virology and immunopathogenesis |url=https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1090023314001786 |jaargang=201 |tijdschrift=The Veterinary Journal |datum=2014-08-01 |taal=en |nummer=2 |doi=10.1016/j.tvjl.2014.04.017 |issn=1090-0233 |pmid=24837550 |pmc=PMC7110662 |pagina's=123–132}}</ref>.


== Overdracht en infectie ==
== Overdracht en infectie ==
FECV is een vrij gebruikelijk virus, met name waar grote groepen katten samen gehouden worden ([[Dierenasiel|asiels]], [[Fokken|catteries]], etc.). Katten worden geïnfecteerd door inademing of inslikken van het virus. De meest voorkomende bron is [[ontlasting]], alhoewel besmette oppervlaktes, zoals etensbordjes en kleding, het virus eveneens kunnen overbrengen.
FECV is een vrij gebruikelijk virus, met name waar grote groepen katten samen gehouden worden ([[Dierenasiel|asiels]], [[Fokken|catteries]], etc.). Katten worden geïnfecteerd door inademing of inslikken van het virus. De meest voorkomende bron is [[ontlasting]], alhoewel besmette oppervlaktes, zoals etensbordjes en kleding, het virus eveneens kunnen overbrengen.

Er is een gebrek aan bewijs dat FIP ​​(Feline infectieuze peritonitis) overdraagbaar is van kat op kat, hoewel het zeldzame mini-uitbraken van FIP kan verklaren<ref>{{Citeer tijdschrift |achternaam=Pedersen |voornaam=Niels C. |titel=An update on feline infectious peritonitis: Virology and immunopathogenesis |url=https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1090023314001786 |jaargang=201 |tijdschrift=The Veterinary Journal |datum=2014-08-01 |taal=en |nummer=2 |doi=10.1016/j.tvjl.2014.04.017 |issn=1090-0233 |pmid=24837550 |pmc=PMC7110662 |pagina's=123–132}}</ref>. Uit een onderzoek onder 59 met FIP ​​geïnfecteerde katten bleek dat, in tegenstelling tot FCoV, de ontlasting van met FIP ​​geïnfecteerde katten niet besmettelijk was voor laboratoriumkatten via oronasale route<ref>{{Citeer tijdschrift |achternaam=Pedersen |voornaam=Niels C. |titel=Feline infectious peritonitis: Role of the feline coronavirus 3c gene in intestinal tropism and pathogenicity based upon isolates from resident and adopted shelter cats |url=https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0168170211005156 |jaargang=165 |tijdschrift=Virus Research |datum=2012-04-01 |taal=en |nummer=1 |doi=10.1016/j.virusres.2011.12.020 |issn=0168-1702 |pmid=22280883 |pmc=PMC7114484 |pagina's=17–28 |last2=Liu |first2=Hongwei |last3=Scarlett |first3=Jennifer |last4=Leutenegger |first4=Christian M. |last5=Golovko |first5=Lyudmila}}</ref>. FCoV komt veel voor op plaatsen waar grote groepen katten samen binnenshuis gehuisvest zijn (zoals fokcattery's, dierenasielen etc.). Het virus wordt uitgescheiden in de ontlasting en katten raken geïnfecteerd door het virus in te nemen of in te ademen, meestal door kattenbakken te delen, of door het gebruik van besmette kattenbakschepjes of -borstels die geïnfecteerde microscopische kattenbakvuildeeltjes overbrengen op niet-geïnfecteerde kittens en katten<ref>{{Citeer boek |titel=How cats become infected with feline coronavirus, the virus which causes FIP |url=https://www.youtube.com/watch?v=rkqUjeQNEQs |taal=nl-NL}}</ref>. FCoV kan ook worden overgedragen via verschillende lichaamsvloeistoffen. Het virus wordt gemakkelijk verspreid door direct contact tussen katten. De meest voorkomende vorm van verspreiding is via speeksel, aangezien de meeste huizen met meerdere katten voedsel- en watergerechten delen. Een andere belangrijke vorm van verspreiding is verzorgen of vechten. Wanneer een besmette kat een gezonde kat verzorgt, laten ze hun besmette speeksel op de vacht achter. Later, wanneer de gezonde kat zichzelf gaat verzorgen, nemen ze het besmette speeksel in en raken ze besmet<ref>{{Citeer web |url=https://catfriendly.com/feline-diseases/fip/ |titel=FIP {{!}} The Cat Community |achternaam=O'Steen |voornaam=Heather |bezochtdatum=2023-03-15 |werk=Cat Friendly Homes |taal=en-US}}</ref>.


Ondanks de aanwezigheid van FECV krijgen de meeste geïnfecteerde katten geen FIP. Meestal heeft de blootstelling aan FECV enkel lichte diarree tot gevolg en vertoont de kat verder geen signalen. Een kat zonder de kenmerken kan dus even goed drager zijn van het FECV-virus en het doorgeven aan andere katten. Bij iedere met FECV geïnfecteerde kat bestaat het risico dat het virus muteert in FIP: deze kans is vergroot voor katten wier weerstand verlaagd is, bijvoorbeeld erg jonge of erg oude katten. Men vermoedt ook een genetische overdraaglijkheid van ontvankelijkheid voor het virus.
Ondanks de aanwezigheid van FECV krijgen de meeste geïnfecteerde katten geen FIP. Meestal heeft de blootstelling aan FECV enkel lichte diarree tot gevolg en vertoont de kat verder geen signalen. Een kat zonder de kenmerken kan dus even goed drager zijn van het FECV-virus en het doorgeven aan andere katten. Bij iedere met FECV geïnfecteerde kat bestaat het risico dat het virus muteert in FIP: deze kans is vergroot voor katten wier weerstand verlaagd is, bijvoorbeeld erg jonge of erg oude katten. Men vermoedt ook een genetische overdraaglijkheid van ontvankelijkheid voor het virus.

Versie van 15 mrt 2023 18:54

Verouderd Dit artikel bevat verouderde informatie en zou bijgewerkt moeten worden. U wordt uitgenodigd om dit artikel bij te werken.
Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Het FIP-virus veroorzaakt een ontstekingsreactie

Feliene infectueuze peritonitis, (besmettelijke buikvliesontsteking bij de kat) of kortweg FIP is een ziekte bij katten met een mogelijke fatale afloop. Het wordt veroorzaakt door het felien coronavirus (FCoV) en specifiek door het felien infectieus peritonitisvirus (FIPV)[1], dat een mutatie is van het felien enterisch coronavirus (FECV/FeCoV)[2]. Hoewel er een verband tussen FIP en het feliene coronavirus lijkt te bestaan, is er nog geen duidelijk verband tussen oorzaak en effect bewezen. Het gemuteerde virus kan in bepaalde witte bloedcellen indringen en groeien, met name in macrofagen. De reactie van het immuunsysteem is meestal een ontsteking in de betreffende weefsels. FIP is bijna altijd dodelijk, tenzij zo snel mogelijk wordt gestart met een behandeling (zie "Behandeling").

FCoV is een virus van het maagdarmkanaal. De meeste infecties verlopen ofwel asymptomatisch of veroorzaken diarree, vooral bij kittens, aangezien de van de moeder afkomstige antilichamen tussen de 5 en 7 weken oud afnemen. Het virus is een mutatie van het feline enterisch coronavirus (FECV). Vanuit de darm ondergaat het virus heel kort een systemische fase[3], voordat het terugkeert naar de darm waar het wordt uitgescheiden in de ontlasting.

De pathogenese van FIP is complex. Er bestaat een algemene overeenstemming dat FIPV's voortkomen uit mutaties waardoor ze met meer succes in monocyten kunnen binnendringen of zich sneller kunnen repliceren. Veel aspecten van virus-gastheer-interacties die de ziekte beïnvloeden, blijven echter onzeker[4].

Overdracht en infectie

FECV is een vrij gebruikelijk virus, met name waar grote groepen katten samen gehouden worden (asiels, catteries, etc.). Katten worden geïnfecteerd door inademing of inslikken van het virus. De meest voorkomende bron is ontlasting, alhoewel besmette oppervlaktes, zoals etensbordjes en kleding, het virus eveneens kunnen overbrengen.

Er is een gebrek aan bewijs dat FIP ​​(Feline infectieuze peritonitis) overdraagbaar is van kat op kat, hoewel het zeldzame mini-uitbraken van FIP kan verklaren[5]. Uit een onderzoek onder 59 met FIP ​​geïnfecteerde katten bleek dat, in tegenstelling tot FCoV, de ontlasting van met FIP ​​geïnfecteerde katten niet besmettelijk was voor laboratoriumkatten via oronasale route[6]. FCoV komt veel voor op plaatsen waar grote groepen katten samen binnenshuis gehuisvest zijn (zoals fokcattery's, dierenasielen etc.). Het virus wordt uitgescheiden in de ontlasting en katten raken geïnfecteerd door het virus in te nemen of in te ademen, meestal door kattenbakken te delen, of door het gebruik van besmette kattenbakschepjes of -borstels die geïnfecteerde microscopische kattenbakvuildeeltjes overbrengen op niet-geïnfecteerde kittens en katten[7]. FCoV kan ook worden overgedragen via verschillende lichaamsvloeistoffen. Het virus wordt gemakkelijk verspreid door direct contact tussen katten. De meest voorkomende vorm van verspreiding is via speeksel, aangezien de meeste huizen met meerdere katten voedsel- en watergerechten delen. Een andere belangrijke vorm van verspreiding is verzorgen of vechten. Wanneer een besmette kat een gezonde kat verzorgt, laten ze hun besmette speeksel op de vacht achter. Later, wanneer de gezonde kat zichzelf gaat verzorgen, nemen ze het besmette speeksel in en raken ze besmet[8].

Ondanks de aanwezigheid van FECV krijgen de meeste geïnfecteerde katten geen FIP. Meestal heeft de blootstelling aan FECV enkel lichte diarree tot gevolg en vertoont de kat verder geen signalen. Een kat zonder de kenmerken kan dus even goed drager zijn van het FECV-virus en het doorgeven aan andere katten. Bij iedere met FECV geïnfecteerde kat bestaat het risico dat het virus muteert in FIP: deze kans is vergroot voor katten wier weerstand verlaagd is, bijvoorbeeld erg jonge of erg oude katten. Men vermoedt ook een genetische overdraaglijkheid van ontvankelijkheid voor het virus.

Kenmerken

FIP-vocht uit de buikholte

FIP bestaat in twee vormen: acute FIP (natte FIP) en chronische FIP (droge FIP). Beide vormen zijn fataal, maar de acute vorm komt meer voor (60-70% van alle gevallen zijn natte FIP) en ontwikkelt zich sneller dan de droge vorm.

Acuut

Typisch voor de natte vorm van FIP is het samenkomen van vocht in de borst- of buikholte (ascites), waardoor ademhalingsproblemen ontstaan. Andere symptomen zijn lusteloosheid, koorts, gewichtsverlies, geelzucht en diarree.

Chronisch

Ook bij droge FIP manifesteert zich de lusteloosheid, koorts, geelzucht, diarree en het gewichtsverlies, maar de verzameling van vocht blijft uit. Typisch voor een kat met droge FIP is het verliezen van visus en uitval van het neurologisch systeem. Het kan bijvoorbeeld moeilijk worden om op te staan, te lopen en uiteindelijk kan de kat verlamd raken.

Diagnose

De meeste kenmerken van FIP zijn eigenlijk kenmerkend voor vele ziekten, en FIP is derhalve moeilijk vast te stellen. De diagnose wordt meestal gesteld door een sterk vermoeden, fysieke klachten die de kat vertoont en eventueel onderzoek van het weefsel. Het vocht dat door de FIP veroorzaakt wordt, is vaak lichtgeel tot felgeel van kleur en heeft een verhoogd eiwitgehalte­. Dit vocht is tevens te herkennen dat het "draden trekt" (ietwat slijmerig). Ook bloedtesten kunnen soms uitkomst bieden, door onderzoek naar aanwezigheid van antilichamen voor het Coronavirus. Los van de fysieke kenmerken wordt de aanwezigheid van deze antilichamen niet als doorslaggevend gezien (de kat kan immers enkel drager zijn) en wordt alleen gebruikt om een eventueel vermoeden van FIP te bevestigen. De enige manier om FIP diagnostisch te bevestigen is aangetast weefsel met behulp van immunofluorescentie histologisch te onderzoeken.

Behandeling

Aangezien er vrijwel geen genezing voor FIP mogelijk is (tenzij men aan de onderstaande medicatie kan komen), is de behandeling van FIP gericht op bestrijding van de symptomen en palliatief. Doorgaans wordt de eigenaar van de kat geadviseerd om het de kat zo makkelijk mogelijk te maken, totdat duidelijk is dat de kat te veel lijdt. Prednison of andere onderdrukkende medicatie kan het leven van de kat nog enkele weken of maanden verlengen, maar geeft een contra-indicatie op bepaalde infecties. Natte FIP ontwikkelt zich bovendien vaak te snel om ingrijpen mogelijk te maken. Bij het vermoeden van FIP gelijk de behandeling starten. Ieder uur telt in de overlevingskans van de kat. Mocht blijken dat FIP niet de oorzaak is van de ziekte dan zal de medicatie geen kwaad kunnen en kan gewoon gestopt worden met toedienen.

Sinds ca 2019 is er met GS-441524 wel degelijk een behandeling voor FIP mogelijk onder andere middels de merknamen Mutian, Sak, Pine, Brava of Aura. Mutian en Sak scoort het beste. Deze zijn nog niet in Nederland verkrijgbaar, maar diverse katten eigenaren hebben het probleemloos uit China besteld. In België is Sak makkelijk verkrijgbaar. Toediening is middels capsules (oraal) of subcutane injectie. De injectie is vrij irriterend voor de kat (en huid) en als de kat nog kan slikken, wordt de capsule aabevolen kan deze middels een zg. "pil popper" zeer eenvoudig de keel worden ingeschoten door de kop van de kat omhoog te richten (naar plafond kijkend) en met de pilpopper deze capsule in de keel te schieten. De capsule zal niet in de longen worden geschoten.

Er wordt middels een chat advies gegeven door representatives van Mutian op basis van bloedwaarden. De aanbevolen kuur is 80-84 dagen aaneengesloten. De dosis hangt af van het gewicht van de kat. Let erop dat de kat in gewicht toe gaat nemen en dus de dosis verhoogd dient te worden.

De eerste dagen van medicatie zijn er vrijwel geen verbeteringen zichtbaar (de kat kan zelfs vrijwel nergens meer op reageren en meer dood dan levend lijken), maar na die periode zal de kat een enorme eetlust krijgen en reageren.

Gedurende met name de eerste 8-10 dagen zal de kat bijzonder veel plassen. Het is dan ook noodzakelijk/cruciaal dat de kat veel vocht (ORS) binnen krijgt! Als de kat een infuus heeft, kan infuusvloeistof frequent per dag via spuit en infuus worden toegediend. Dat is bijzonder eenvoudig en kan de eigenaar zelf doen. Bespreek wel met de dierenarts of het infuus na ca 1-2 weken naar een ander pootje dient te worden verplaatst.

Na ca. 30 dagen lijkt het alsof de kat niet meer ziek is. Alhoewel de kat er nog sterk vermagerd uit kan zien, wordt deze met de dag energieker. Echter, de FIP is nog niet bestreden en stop NIET met de kuur!

Eventuele koorts kan in overleg met de dierenarts worden bestreden met antibiotica. Het gebruik van Prednison wordt sterk afgeraden. Het werkt het anti-FIP middel tegen. Geef de kat NOOIT paracetamol of aspirine! De strijd tegen FIP is een zware en kostbare, maar de kat zal met grote zekerheid FIP overwinnen, mits snel gestart wordt en de adviezen nauwkeurig worden opgevolgd.

Zie ook