Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Turkije

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Turkije, anderzijds
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Turkije
Verdragstype Associatieovereenkomst
Ontworpen juli 1959
Ondertekend 12 september 1963 in Ankara
In werking getreden 1 december 1964
Ondertekenaars Europese Economische Gemeenschap (vandaag: EU) en Turkije
Partijen Turkije, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, België en Nederland
Status Geldend
Talen De 24 officiële talen van de EU en het Turks
Portaal  Portaalicoon   Politiek

De overeenkomst tot oprichting van een associatie tussen de Republiek Turkije en de Europese Economische Gemeenschap is een in 1963 ondertekend associatieverdrag dat voorziet in het kader voor samenwerking tussen Turkije en de Europese Economische Gemeenschap, de voorloper van de hedendaagse Europese Unie (EU).

Totstandkoming[bewerken | brontekst bewerken]

De overeenkomst werd op 12 september 1963 in Ankara ondertekend en trad op 1 december 1964 in werking. Het was het tweede associatieverdrag dat de EU sloot, na het verdrag met Griekenland in 1961.[1] Het doel van de overeenkomst was het bevorderen van "de gestadige en evenwichtige versterking van de commerciële en economische betrekkingen tussen de Partijen [...], met volledige inachtneming van de noodzaak de versnelde ontwikkeling van de economie van Turkije en de verruiming van de werkgelegenheid en de verbetering der levensomstandigheden van het Turkse volk te verzekeren."[2]

De overeenkomst omvat drie fasen:

  1. een voorbereidende fase
  2. een overgangsfase
  3. een definitieve fase

Tijdens de voorbereidende fase zou Turkije zijn economie versterken met steun van de Europese Gemeenschap ten einde de verplichtingen op zich te kunnen nemen die tijdens de overgangsfase en de definitieve fase op dit land zullen rusten.

Protocollen[bewerken | brontekst bewerken]

Het verdrag bevatte twee protocollen: Protocol No. 1, "Voorlopig Protocol" en Protocol No. 2, "Financieel Protocol". Protocol 1 bevatte enkele voorlopige afspraken voor tabak, rozijnen en krenten, gedroogde vijgen en hazelnoten. het gold voor maximaal 10 jaar. Het streven was, om binnen 5 jaar een "Aanvullend Protocol" overeen te komen. Protocol 2 omvatte een regeling voor "financiering van investeringsprojecten die bijdragen tot verhoging van de produktiviteit der Turkse economie, die de verwezenlijking van de doelstellingen der Overeenkomst bevorderen en die een onderdeel vormen van het Turkse ontwikkelingsplan" via de Europese Investeringsbank. In totaal ging het om maximaal 175 miljoen ecu over de eerste vijf jaar.[2]

Op 23 november 1970 werd een Aanvullend Protocol met 64 artikelen en zes bijlagen en een nieuw Financieel Protocol met 13 artikelen ondertekend, die op 1 januari 1973 in werking traden. De Bijlage bevat een aantal verklaringen.[3][4] Het Aanvullend Protocol bevat details over de uitvoering van het associatieverdrag, zoals het vrije verkeer van goederen, de douane-unie en het vrije verkeer van personen en diensten.

In verband met de toetreding van Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk tot de EU werden de protocollen op 30 juni 1973 aangepast.[5] Op 29 juli 2005 vond een soortgelijke wijziging plaats[6]

Associatieraad EEG-Turkije[bewerken | brontekst bewerken]

Als gevolg van het verdrag werd een Associatieraad in het leven geroepen (Artikel 23) , bestaande uit leden van de EEG landen en Turkije die toezien op de navolging van het verdrag. Het voorzitterschap van de Associatieraad wordt bij toerbeurt voor de tijd van zes maanden uitgeoefend door een vertegenwoordiger van de Europese Gemeenschap en een vertegenwoordiger van Turkije.(Artikel 24)[2]

Gastarbeiders[bewerken | brontekst bewerken]

In dit kader begonnen Nederlandse bedrijven Turkse gastarbeiders te werven die voornamelijk in verliesgevende sectoren (textiel) met kortlopende contracten werkzaam waren. Op 9 augustus 1964 werd een wervingsovereenkomst getekend tussen Nederland en Turkije.[7] In dit verdrag werd opgenomen dat Turkse gastarbeiders hun spaargeld naar Turkije konden overmaken.[8] Volgens de SER zou het werken in Nederland voor buitenlandse werknemers financieel meer opleveren gezien het loonniveau in Nederland hoger was dan eigen land. Hierdoor kon de werknemer een deel van zijn inkomen naar huis zenden, waar de kosten van levensonderhoud lager waren.[9] Gezien Turkije een associatieverdrag met de E.E.G. had ze op grond daarvan een regeling inzake het vrije verkeer van werknemers.[9]

Inburgering Turken in de EU[bewerken | brontekst bewerken]

Op basis van het verdrag zijn Turken niet verplicht om in te burgeren in de EU.[10] In 2010 wilde de Nederlandse regering het Associatieverdrag dusdanig aanpassen dat Turken in Nederland onder de inburgeringsplicht vallen. De Centrale Raad van Beroep was in 2011 van oordeel, in een zaak die door het Rijk was aangespannen, dat op basis van het Associatieverdrag, Turken in Nederland niet verplicht zijn in te burgeren.[11] Echter, de inburgeringseis wordt hoogstwaarschijnlijk weer in leven geroepen in 2021. Zo stelde minister Wouter Koolmees in een kamerbrief van 4 februari 2020 dat er op basis van de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie het mogelijk zou zijn om een dergelijke eis te hanteren, ondanks het Associatieverdrag.[12]

Dubbele nationaliteit[bewerken | brontekst bewerken]

Op basis van het verdrag is het mogelijk voor Turkse onderdanen om een dubbel nationaliteit te handhaven mits het verdrag van kracht is. Bij opzegging van het verdrag zal Turkse onderdanen in Nederland de mogelijkheid geboden worden op naturalisatie (met inburgeringscursus) en afstand te doen van de Turkse nationaliteit. Deze zaken zijn onderdeel van het nationaliteitsrecht.[13]

Opzeggen verdrag[bewerken | brontekst bewerken]

Het verdrag kan alleen opgezegd worden als alle lidstaten unaniem akkoord gaan.[14]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Free movement of Turkish workers in the context of Turkey’s accession to the EU,Pdf-document sep 2010. Esra Düzenli. Gearchiveerd.
    "It is the second one of the association agreements, first of which was concluded with the Greece in 1961"
  2. a b c Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en Turkije, Ankara, 12 sep 1963. Nederlandse tekst op geldend per 1 mei 2004. Gearchiveerd op 16 nov 2020.
  3. Aanvullend Protocol en Financieel Protocol, 23 nov 1970. Publikatieblad Nr. L 293, 29 dec 1972 (Pdf-document, 4,2 MB)
  4. Aanvullend Protocol, 23 nov 1970 op de Wettenbank
  5. Complementaire Interne Financiële Overeenkomst inzake het op 30 juni 1973 ondertekende Complementair Protocol, 30 juni 1973.
    "Het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland treden als Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap toe tot de op 23 november 1970 ondertekende Interne Overeenkomst inzake het Financieel Protocol."
  6. Aanvullend Protocol ... naar aanleiding van de uitbreiding van de Europese Unie, 29 juli 2005. Document in viewer.
    "De Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek (hierna de „nieuwe lidstaten” genoemd) worden partij bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije, die op 12 september 1963 te Ankara is ondertekend,"
  7. http://wetten.overheid.nl/BWBV0004587/1964-08-19#Verdrag_2. Gearchiveerd op 11 maart 2018.
  8. De Turkse arbeiders kunnen het totale bedrag van hun spaargelden naar Turkije overmaken, met inachtneming van de in Nederland geldende regelingen. http://wetten.overheid.nl/BWBV0004587/1964-08-19#Verdrag_2. Gearchiveerd op 11 maart 2018.
  9. a b https://web.archive.org/web/20180327213353/https://www.ser.nl/~/media/db_adviezen/1970_1979/1974/b05210.ashx
  10. 'Het associatieverdrag met Turkije leeft nog steeds', NOS, 12 november 2016. Gearchiveerd op 10 februari 2019.
  11. https://nos.nl/artikel/264782-turken-hoeven-niet-in-te-burgeren.html. Gearchiveerd op 1 maart 2021.
  12. Kamerbrief minister Wouter Koolmees. Gearchiveerd op 7 mei 2021. Geraadpleegd op 25 augustus 2020.
  13. https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/factcheck-leidt-opheffen-associatieverdrag-met-turkije-tot-minder-dubbele-nationaliteiten-~b9f5463d/. Gearchiveerd op 10 juli 2018.
  14. 'Opzeggen associatieverdrag met Turkije vrijwel onmogelijk', NOS, 12 maart 2017. Gearchiveerd op 14 maart 2021.