Bernard Anthoine Fallée

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Bernard Anthoine Fallee)
Bernard Anthoine Fallée
Bernard Anthoine Fallée met zijn echtgenote Anthonia Justina Temminck omstreeks 1813 geportretteerd door Louis Moritz
Algemene informatie
Volledige naam Bernard Anthoine Fallée
Geboren gedoopt 27 september 1773
Geboorteplaats Gouda
Overleden 19 december 1847
Overlijdensplaats Den Haag
Land Nederland
Portaal  Portaalicoon   Film

Bernard Anthoine Fallée (gedoopt Gouda, 27 september 1773 - Den Haag, 19 december 1847) was een Nederlandse toneelspeler en politiefunctionaris.

Leven en werk[bewerken | brontekst bewerken]

Fallée werd in 1773 in Gouda gedoopt als zoon van Theodoor Valle en Joana Ruigers. Hij trouwde op 23 augustus 1801 met Anthonia Justina Temminck, dochter van de miniatuurschilder Leonardus Temminck. Het echtpaar debuteerde het jaar daarop in de schouwburg van Amsterdam. Vervolgens speelden ze bij de Nederduitse schouwburg in Rotterdam. Ook trokken ze met een reizend toneelgezelschap - waarvan Fallée de directeur was - door het land. Fallée was tevens schrijver, uitgever en vertaler en bewerker van toneelstukken, waaronder diverse blijspelen waarin ook zangteksten waren opgenomen. Zijn vrouw trad tevens op als zangeres. Fallée fungeerde tijdens de Franse tijd ook als politie-informant. Hij zou betrokken zijn geweest bij een samenzwering tegen Napoleon. In 1813 werd hij om die reden gearresteerd, maar door de onderzoekscommissie vrijgesproken.[1] Fallée zette ook na de Franse tijd zijn werkzaamheden voor de politie voort. Hij werd als secretaris toegevoegd aan de politieleiding van Amsterdam. Hij was in het bijzonder belast met het oplossen van netelige aangelegenheden voor het koningshuis.

Fallée overleed in december 1847 op 74-jarige leeftijd in zijn woonplaats Den Haag.

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • De hussaar van Felsheim, vrij gevolgd naar het Frans, Amsterdam, 1828, 2e druk 1868
  • Dertig jaren, of het leven van een dobbelaar, vrij gevolgd naar het Frans, Amsterdam, 1828 en 1848 - in 1979 in een bewerking herdrukt door de KRO
  • De vrouwensoldaten, of de slecht verdedigde vesting, naar het Frans, Amsterdam, 1825 (2e druk)
  • De jonkman van zestig jaren, vertaling uit het Frans, Amsterdam, 1824 (2e druk)
  • De oude tante, of de nabestaanden, naar het Frans, Amsterdam, 1816
  • De staart van den duivel of de toovergeest, naar het Frans, Amsterdam, 1812 en 1816
  • De jonkman van zestig jaren, naar het Frans, Amsterdam, 1813
  • De gewaande graaf, of de familie van Artignes, naar het Frans, Amsterdam, 1812
  • Hariadan Barbarossa, groot admiraal van Soliman II, naar het Frans, Amsterdam, 1812
  • Vadertrouw, of het verbond tusschen armoede en deugd, vrij gevolgd naar het Hoogduitsch, Amsterdam, 1811
  • Het huwelijk van Jocrisse, naar het Frans, Amsterdam, 1810
  • De misleide voogd, of het bedrog door gelijkenis, naar het Frans, Amsterdam, 1808
  • Het geheim huwelijk, naar een Franse vertaling van een Italiaanse opera, Amsterdam, 1808
  • De zucht tot schitteren, naar het Frans, Amsterdam, 1807
  • Josephine Mannequin of het beweegbare beeld, vrij gevolgd naar het Frans, Amsterdam, 1807
  • Dago, of de Spaansche bedelaars, vrij gevolgd naar het Frans, Amsterdam, 1807
  • Raoul, Heer van Crequi, vertaald uit het Frans, Amsterdam, 1807
  • De vrouw in drie gedaanten of de Venetiaansche huurbenden, naar het Frans, Amsterdam, 1806
  • Het gevaarvol kasteel, of de woestijn in Polen, naar het Frans, Den Haag, 1805
  • De Mooren van Grenada of het vermogen der kindschheid, naar het Frans, Den Haag, 1805
  • De vesting aan den Donau, naar het Frans, Amsterdam, 1805
  • De verwoesting van Lissabon, naar het Frans, Rotterdam, 1805
  • De vermomde gelieven, naar het Frans, Den Haag, 1804
  • De verrassching in den nacht of de gelieven in den tuin, naar het Hoogduitsch, Amsterdam, 1804, 2e druk 1869
  • De kloosterroof of de graaf van Silbach, naar het Hoogduitsch, Den Haag, 1803
  • De gelofte of het uur der wraak, naar het Hoogduitsch, Den Haag, 1803
  • De verbanning, naar het Hoogduitsch, Den Haag, 1803
  • De blinden van Franconville, Den Haag, 1803
  • Carolina en Walmond of de geboette misstap, Den Haag, 1802

In 1813 publiceerde Fallée

  • Mijne verantwoording aan het volk van Nederland, wegens de zoo veel geruchts gemaakt hebbende, zoogenaamde zamenzwering in Febr. 1813, voorgevallen binnen Amsterdam[2]

In 1833 schreef hij

  • Levensschets van mr. Willem Bilderdijk in het Jaarboekje der Maatschappij van Wetenschappen te Amsterdam voor 1833