Bob Cousy

Bob Cousy
Persoonlijke informatie
Volledige naam	Robert Joseph Cousy
Bijnaam	Cooz, Houdini of the Hardwood
Geboortedatum	9 augustus 1928
Geboorteplaats	Manhattan, New York, Verenigde Staten
Lengte	185 cm
Gewicht	79 kg
Positie	Pointguard
Collegeteams
1946-1950	Holy Cross Crusaders
NBA Draft
Gedraft in	1950
Draftronde	1
Draftpick	3
Gedraft door	Tri-Cities Blackhawks
Clubs
Seizoen ; 1950–1963; 1969–1970	Club ; Boston Celtics; Cincinnati Royals
Getrainde clubs
1963-1969; 1969-1973	Boston College Eagles; Cincinnati Royals
Portaal	Basketbal

Robert Joseph "Bob" Cousy (New York, 9 augustus 1928) is een voormalig Amerikaanse basketballer.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Cousy studeerde aan het College of the Holy Cross. Hij werd als derde gekozen in de NBA Draft van 1950 door Tri-Cities Blackhawks^[1], maar nadat hij weigerde zich te melden, werd hij opgepikt door de Boston Celtics. Bij de Celtics speelde hij het grootste deel van zijn carrière (1950-1963). Hij werd naast Bill Russell de belangrijkste speler in het team, die aan het begin van de jaren vijftig en zestig de competitie domineerde. Hij won met het team de kampioenschappen in 1957, 1959, 1960, 1961, 1962 en 1963. Hij nam dertien keer deel aan de NBA All-Star Game waar hij ook twee keer werd verkozen tot MVP (in 1954 en 1957). In 1957 werd Cousy gekozen tot MVP van het seizoen. Met 6.945 assists is Cousy anno 2021 nog steeds de recordhouder aller tijden voor de Celtics.

Na zijn spelerscarrière, coachte hij de Cincinnati Royals voor meerdere jaren, en maakte tijdens het seizoen 1969-1970 zelfs een comeback als speler in het team voor 7 wedstrijden.

Als een van de weinige basketballers werd hij opgenomen in de NBA 25th Anniversary Team in 1971, de NBA 35th Anniversary Team in 1981 en de NBA's 50th Anniversary All-Time Team in 1996. In 1971 werd hij ingewijd in de Basketball Hall of Fame. Op 16 oktober 1963 besloten de Celtics om zijn rugnummer 14 uit roulatie te halen en in de toekomst aan geen enkele andere speler meer toe te kennen.^[2] In 2019 kreeg hij de Presidential Medal of Freedom toebedeeld.

Statistieken[bewerken | brontekst bewerken]

Reguliere Seizoen[bewerken | brontekst bewerken]

Seizoen	Team	WG	MPW	2P%	FW%	RPW	APW	PPW
1950-1951	Boston Celtics	69		35,2	75,6	6,9	4,9	15,6
1951-1952		66	40,6	36,9	80,8	6,4	6,7	21,7
1952-1953		71	41,5	35,2	81,6	6,3	7,7	19,8
1953-1954		72	39,7	38,5	78,7	5,5	7,2	19,2
1954-1955		71	38,7	39,7	80,7	6,0	7,8	21,2
1955-1956		72	38,4	36,0	84,4	6,8	8,9	18,8
1956-1957		64	36,9	37,8	82,1	4,8	7,5	20,6
1957-1958		65	34,2	35,3	85,0	5,0	7,1	18,0
1958-1959		65	37,0	38,4	85,5	5,5	8,6	20,0
1959-1960		75	34,5	38,4	79,2	4,7	9,5	19,4
1960-1961		76	32,5	37,1	77,9	4,4	7,7	18,1
1961-1962		75	28,2	39,1	75,4	3,5	7,8	15,7
1962-1963		76	26,0	39,7	73,5	2,5	6,8	13,2
1969-1970	Cincinnati Royals	7	4,9	33,3	100	0,7	1,4	0,7
Carrière		924	35,3	37,5	80,3	5,2	7,5	18,4

Play-offs[bewerken | brontekst bewerken]

Seizoen	Team	WG	MPW	2P%	FW%	RPW	APW	PPW
1950-1951	Boston Celtics	2		21,4	83,3	7,5	6,0	14,0
1951-1952		3	46,0	40,0	93,2	4,0	6,3	31,0
1952-1953		6	45,0	38,3	83,6	4,2	6,2	25,5
1953-1954		6	43,3	28,4	80,0	5,3	6,3	21,0
1954-1955		7	42,7	38,1	95,8	6,1	9,3	21,7
1955-1956		3	41,3	50,	92,0	8,0	8,7	26,3
1956-1957		10	44,0	32,4	74,7	6,1	9,3	20,2
1957-1958		11	41,5	34,2	85,3	6,5	7,5	18,0
1958-1959		11	41,8	32,6	74,5	6,9	10,8	19,5
1959-1960		13	36,0	30,5	76,5	3,7	8,9	15,3
1960-1961		10	33,7	34,0	76,1	4,3	9,1	16,7
1961-1962		14	33,9	35,7	68,4	4,6	8,8	16,0
1962-1963		13	30,2	35,3	83,0	2,5	8,9	14,1
Carrière		109	38,5	34,2	80,1	5,0	8,6	18,5