Françoise Giroud

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Françoise Giroud
Françoise Giroud in 1998
Geboren 21 september 1916
Lausanne
Overleden 19 januari 2003
Neuilly-sur-Seine
Politieke partij UDF
Partner Anatole Eliacheff
Staatssecretaris voor Cultuur
Aangetreden 24 augustus 1976
Einde termijn 30 maart 1977
President Valéry Giscard d'Estaing
Premier Jacques Chirac
Raymond Barre
Voorganger Michel Guy
Opvolger Michel d'Ornano
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Françoise Giroud, pseudoniem, sinds 1964 aangenomen naam van Lea France Gourdji, (Lausanne, 21 september 1916 - Neuilly-sur-Seine, 19 januari 2003) was een Frans journaliste, schrijfster en politica.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Ze werd geboren als de dochter van Joods-Turkse ouders in Zwitserland. Ze studeerde aan het Lycée Molière in Parijs en begon met werken voor de Franse cinema. Zo werkte ze als scriptschrijver voor onder andere Marc Allégret, Jean Renoir (voor La grande illusion) en Jacques Becker. Toen begon ze de schrijversnaam Françoise Giroud te gebruiken.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog wist ze aan de Jodenvervolging te ontkomen door katholiek te worden (ze werd toen gedoopt en kreeg een geantedateerd doopbewijs) en papieren te verkrijgen onder de naam Françoise Giroud. Vanwege haar activiteiten voor het verzet werd ze in 1944 enkele maanden gevangengezet.

In 1947 huwde ze met Anatole Eliacheff met wie ze een zoon en een dochter kreeg.

Na de oprichting van het blad Elle ging Giroud hiervoor werken. Samen met Jean-Jacques Servan-Schreiber (met wie ze een tijd een relatie had) richtte ze in 1953 het invloedrijke weekblad L'Express op. Ze was hoofdredacteur, later directeur van het blad tot 1974. De laatste jaren was ze ook voorzitter van de persgroep Express-Union. Ze kwam ook regelmatig op televisie in verband met feministische onderwerpen

In 1974 werd ze door president Valéry Giscard d'Estaing benoemd in de geheel nieuwe functie van staatssecretaris voor Vrouwenzaken in het eerste kabinet van Jacques Chirac. Ze formuleerde toen 101 voorstellen om de positie van de vrouwen in de samenleving te verbeteren. De grote meerderheid daarvan werd door de regering overgenomen. Omdat ze besefte dat ze op korte termijn weinig meer kon doen en over beperkte middelen beschikte, vroeg ze bij een regeringswissel in 1976 om niet langer die post te bekleden.

Daarop werd ze staatssecretaris voor Cultuur in de eerste regering van Raymond Barre. Het jaar daarop keerde ze niet terug in het kabinet Barre II, nadat ze ervan beschuldigd werd ten onrechte de Franse Verzetsmedaille te hebben gedragen. Uiteindelijk bleek ze te goeder trouw te hebben gehandeld.

Na haar ministerschap ging Giroud weer schrijven en was ze onder andere actief voor Le Journal du Dimanche en Le Nouvel Observateur, waar ze een wekelijkse column had.

Publicaties[bewerken | brontekst bewerken]

  • Françoise Giroud vous présente le Tout-Paris (1953)
  • Nouveaux portraits (1954)
  • La Nouvelle vague: portraits de la jeunesse (1958)
  • I give you my word (1973)
  • La comédie du pouvoir (1977)
  • Ce que je crois (1978)
  • Le Bon Plaisir (1983), verfilmd
  • Une Femme honorable (1981)
  • Le Bon Plaisir (screenplay) (1984)
  • Dior (1987)
  • Alma Mahler ou l'art d'être aimée (1988)
  • Leçons particulieres (ISBN 978-2-213-02598-8, 1990)
  • Jenny Marx ou le femme du diable (1992)
  • Les Hommes et les femmes (i.s.m. Bernard-Henri Lévy, 1993).
  • Journal d'une Parisienne (1994)
  • La rumeur du monde: journal, 1997 et 1998 (1999)
  • On ne peut pas etre heureux tout le temps: récit (2000)
  • C'est arrivé hier: journal 1999 (2000)
  • Profession journaliste: conversations avec Martine de Rabaudy (2001)
  • Demain, déjà: Journal, 2000-2003 (2003)

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Christine OCKRENT, Françoise Giroud, une ambition française, Parijs, Fayard, 2003.
  • Laure ADLER, Françoise, Parijs, Grasset, 2011.
  • Alix DE SAINT-ANDRÉ, Garde tes larmes pour plus tard, Parijs, Gallimard, 2013.