Taleman werd bekend als uitgever van Dionysius de Kartuizer. In 1535 verscheen Talemans uitgave van diens commentaren op Job, Tobit, Judit en Ester, voorzien van een inleiding van de uitgever.[1] Hij droeg dit werk op aan Maria-Magdalena van Hamal, de weduwe van Willem II van Croÿ.[2][3]
Bronnen, noten en/of referenties
↑Van der Aa, A. J. (1874). Taleman (Franc.). In Biographisch woordenboek der Nederlanden (Deel 18). Haarlem: J. J. van Brederode.
↑Petreius, Th. (1609). Franciscus cognomento Talemanius. In Bibliotheca Cartusiana sive Illustrium sacri Cartusiensis Ordinis scriptorum catalogus (P. 95-96). Coloniae: Antonius Hieratus.
↑Zijn brief aan Maria-Magdelena is herdrukt in: Talemanius, F. (1896), Generosissimae principi Mariae ab Hamal (etc.). In Doctoris Ecstatici D. Dionysii Cartusiani opera omnia (Vol. 4, pp. 283-286). Monstrolii: Typis Cartusiae S. M. de Pratis.
