Gebruiker:AgnesS/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Positieve Gezondheid[bewerken | brontekst bewerken]

Positieve Gezondheid is een manier om breder naar gezondheid te kijken. Gezondheid is meer dan niet-ziek zijn. Voel je je gelukkig of misschien juist eenzaam? Is er misschien medische zorg nodig of steun uit je omgeving? Het accent ligt niet op ziekte maar op mensen zelf, op hun veerkracht en op wat hun leven betekenisvol maakt. Naast de fysieke kant gaat het er ook om of het lukt je aan te passen aan veranderingen. Of het nu gaat om een lichte blessure of een ernstige ziekte, ouderdomsaandoeningen, psychische problemen, overbelasting of afscheid nemen van iemand die je lief is, het heeft gevolgen voor zowel het lichaam, je innerlijk, als het dagelijks leven.

Aanleiding.

Het vernieuwen van de invulling van het begrip ‘gezondheid’ begon met de formulering “Health as the ability to adapt and self manage, in the face of social, physical and emotional challenges”, vertaald als “Gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven” (Huber et al, 2011[1]). Het is bedoeld om een alternatief te bieden voor de definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie (World Health Organization, WHO[2]) uit 1948 die luidt: “Health is a state of complete physical, mental and social well-being and not merely the absence of disease or infirmity”. Een toestand van compleet welbevinden dus, op drie domeinen. Samen met ZonMw en de Gezondheidsraad organiseerde arts en onderzoeker Machteld Huber in 2009 in Den Haag een internationale conferentie over het onderwerp: ‘Wat is gezondheid, een toestand of een vermogen?’ Dé vraag van deze conferentie was of deze – destijds zeer vooruitstrevende - definitie van de WHO nog wel houdbaar was en zo niet, hoe zou die vandaag de dag eruit moeten zien? We worden steeds ouder, het aantal mensen met één of meer chronische aandoeningen neemt toe en we hebben steeds meer diagnostische mogelijkheden, waarmee we bij iedereen wel iets kunnen vinden. Steeds minder mensen hebben in die zin volledig fysiek, mentaal en sociaal ‘welbevinden’ en zouden dus ziek zijn.

Het concept Positieve gezondheid.

De kern van het nieuwe concept is dat gezondheid geen statisch gegeven is, maar dat het gaat om veerkrachtig zijn en je aan kunnen passen als je voor uitdagingen gesteld wordt. Door de nadruk te leggen op veerkracht en eigen regie, voelen patiënten zich in hun kracht aangesproken en niet uitsluitend benaderd als zieke. Gezondheid is dynamisch, een vaardigheid (coping strategie) die je kunt ontwikkelen. Verder werd niet van een nieuwe ‘definitie’ gesproken, maar van een ‘concept’. Een definitie stelt een grens en daarmee is ieder die deze veerkracht nog niet heeft, niet gezond. Een concept is een karakterisering, bedoeld als werkrichting, om mensen te ondersteunen.

Om het draagvlak te toetsen en om tot een praktische uitwerking van het concept te komen interviewde Huber in opdracht van ZonMw tal van experts, zorgprofessionals en burgers over hun mening over het concept én hun opvattingen over ‘indicatoren’ om gezondheid te beoordelen. Dat onderzoek leverde veel draagvlak op én de mening dat gezondheid geen doel op zich zou moeten zijn, maar een middel om het leven te leven zoals je dat zelf graag wilt, om welbevinden te ervaren en te floreren. De vraag naar indicatoren leverde zes dimensies met 32 subcategorieën op, die volgens de geïnterviewden ‘gezondheid’ in kaart brengen, namelijk: lichaamsfuncties (ik voel me gezond en fit), mentaal welbevinden (ik voel me vrolijk), zingeving (ik heb vertrouwen in mijn toekomst), kwaliteit van leven (ik geniet van mijn leven), meedoen (ik heb goed contact met andere mensen) en dagelijks functioneren (ik kan goed voor mezelf zorgen). Deze 32 begrippen werden nogmaals getoetst en toen bleek dat de meningen sterk verschilden of gezondheid zó breed, met deze zes dimensies, ingevuld moest worden. De patiënten meenden van wel en Huber volgde de mening van de patiënten – omdat in de zorg de patiënt centraal staat - en noemde vervolgens deze brede invulling in zes dimensies ‘Positieve Gezondheid[3]’ .

Het ‘spinnenweb’.

De zes pijlers zijn verwerkt in een tool: het spinnenwebdiagram. Deze versie uit 2016 heeft meer toelichting per dimensie en er worden wat eenvoudiger woorden gebruikt dan eerdere versies. Inmiddels is er ook een versie voor kinderen[4] , een website en een digitale vragenlijst. Op basis van de antwoorden op 42 vragen bij de termen, wordt een individuele score berekend. Het spinnenweb is bedoeld als leidraad voor een gesprek bijvoorbeeld tussen arts en patiënt over diens gezondheid en welbevinden op de zes dimensies en wensen om wellicht iets te verbeteren. Niet het oordeel van de professional staat centraal, maar wat de persoon zelf belangrijk vindt en waar hij of zij bereid is aan te werken.

Ontwikkelingen en implementatie.

Het werk van Huber wordt heel positief ontvangen[5], ze ontving in 2012 de ZonMw Parel[6] voor haar initiatief en het belang van de omslag van de focus op ziekte naar gezondheid wordt tegenwoordig breed ondersteund (De Gruijter et al ., 2014[7]). Het door Huber in 2015 opgerichte Institute for Positive Health is bezig het concept nog beter te operationaliseren[8], te concretiseren[9] en vooral te implementeren[10] in de gezondheidszorg om zo de beweging die ontstaan is rond Positieve Gezondheid stimuleren, versterken en versnellen.

Steeds meer (zorg)professionals en gemeenten hebben positieve gezondheid als speerpunt is in hun beleid.[11] Uit onderzoek blijkt dat in 2018 meer dan 50% van de gemeenten in hun beleidsnotitie verwijzen naar positieve gezondheid en er worden op verschillende plaatsen pilots gedaan. Een voorbeeld daarvan is huisarts Hans-Peter Jung in Afferden, Limburg die stelt dat door meer tijd per patiënt uit te trekken en het ‘andere’ gesprek te voeren 25% minder doorverwijzingen naar de 2e lijn plaats vinden. De huisartsenpraktijk zou 8 à 9% goedkoper zijn dan de oude manier.[12]

Link met andere vakgebieden.

Deze kijk op gezondheid sluit aan op de visie van Aaron Antonovsky die voorstelde het begrip salutogenese (als tegenhanger van pathogenese) te gebruiken om daarmee te laten zien dat werken aan gezondheid echt iets anders is dan de genezing of preventie van ziekte. Mildred Blaxter[13] verwoordde het in 2004 als volgt: “Health can be defined negatively, as the absence of disease, functionally, as the ability to cope with everyday activities, or positively, as fitness or well-being”.

De keuze voor de term Positieve Gezondheid slaat een brug naar de bevindingen uit de positieve psychologie: een stroming binnen de psychologie waar onderzoek gedaan wordt naar wat maakt dat mensen welbevinden ervaren en floreren. Corey L.M. Keyes[14] ontwikkelde het “Complete State Model of Mental Health”. Volgens Keyes bestaat mentale gezondheid uit een combinatie van emotioneel, psychologisch en sociaal welbevinden. Mensen die zich in het midden van het spectrum bevinden worden als gemiddeld gezond beschouwd, Keyes spreekt van floreren (flourishing) als er sprake is van een hoog niveaus van welbevinden en goed functioneren op psychologisch en sociaal gebied en van lijden (languishing) als er sprake is van een laag niveau van welbevinden.[15] Emeritus hoogleraar positieve psychologie aan de Universiteit Twente prof. dr. Jan Auke Walburg[16] stelt dat gezondheid meer is dan het vermogen om ons aan te passen en onszelf te redden. Ons belangrijkste vermogen is tot bloei te kunnen komen .

Anderen noemen overeenkomsten met persoonsgerichte zorg en het ICF-model. Eens is men het over het feit dat Positieve Gezondheid breder is dan het biopsychosociale model. Dat model kan gezien worden als voorloper van de nieuwe opvattingen over gezondheid.

Kritiek.

Het feit dat het woord ‘gezondheid’ gebruikt wordt voor een toestand en ook voor het omgaan met die toestand wordt soms als verwarrend beschouwd. Mensen kunnen op een gezonde en ongezonde manier omgaan met hun eigen (on)gezondheid.[17][18][19] Andere kanttekeningen betreffen de vraag of iedereen wel in staat is zelf de regie te voeren over hun eigen gezondheid[20] en de kwestie of deze visie op gezondheid niet (onbedoeld) medicaliserend kan werken. Als het hele leven tot de gezondheidszorg gaat behoren wordt het terrein dat de huisarts moet bestrijken misschien wel erg groot. Huber betoogt daarentegen dat werken met Positieve Gezondheid juist een samenwerking vereist van diverse disciplines, waaronder de huisarts.


  1. (en) Huber, M., Knottnerus, J. Green, L. et al (26 juli). How should we define health?. BMJ 2011. DOI:10.1136/bmj.d4163.
  2. WHO (1948). Preamble to the Constitution of the World Health Organization. Geneva, World Health Organization.
  3. [www.iPH.nl Institute for positive health]. Geraadpleegd op 06-01-2019.
  4. iPH, spinnenweb voor kinderen. Geraadpleegd op 20-1-2019.
  5. Dr. Marian Kaljouw en Dr. Katja van Vliet, [https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2015/04/10/naar-nieuwe-zorg-en-zorgberoepen-de-contouren Naar nieuwe zorg en zorgberoepen: de contouren. Rapport over een toekomstgerichte opleidingen- en beroepenstructuur in Nederland.] (10 april 2015). Geraadpleegd op 06-01-2019.
  6. Zon Mw parelprojecten. Geraadpleegd op 06-01-2019.
  7. de Gruijter, Marjan, Meedenkers aan het woord. Focusgroepen over ‘Zorg voor Gezondheid in 2030’. Verwey Jonker Instituut (najaar 2014). Geraadpleegd op 06-01-2019.
  8. Huber, Machteld, Hans Peter Jung (13-10-2015). Persoonsgerichte zorg is gebaat bij kennis van ziekte én gezondheid.. Bijblijven 2015 (31): 589-597. DOI:10.1007/s12414-015-0072-7.
  9. van Steekelenburg, Ellen; Ingrid Kersten, Machteld Huber, [https://mijnpositievegezondheid.nl/wp-content/uploads/2017/06/ZonMw-rapport-posgez-innl2016-_zonmw_iph_def.pdf ‘Positieve gezondheid’ in Nederland Wie, wat, waarom en hoe? Een inventarisatie] (maart 2016). Geraadpleegd op 06-01-2019.
  10. Jung, H.P., Jung T, Liebrand S, Huber M, Stupar-Rutenfrans A, Wensing M. (16-02-2018). Meer tijd voor patiënten, minder verwijzingen?. Huisarts en Wetenschap 2018. DOI:DOI:10.1007/S12445-018-0062-y.
  11. Positief Gezonde Gemeenten. iresearch. Geraadpleegd op 19 januari 2019.
  12. Jung, Hans Peter,, Thomas Jung, Sil Liebrand, Machteld Huber, Snežana Stupar-Rutenfrans, Michel Wensing (maart 2018). Meer tijd voor patiënten, minder verwijzingen. Huisarts en Wetenschap 2018: 39-41. DOI:10.1007/s12445-018-0062-y.
  13. (en) [| Blaxter, Mildred.] (2004). Health.. Cambridge: Polity Press. ISBN 9780745648453.
  14. (en) [| Keyes, C.L.M.Keyes], Lopez, S.J. (juli 2002). Toward a Science of Mental health. Handbook of Positive Psychology.. New York: Oxford University Press.. DOI:10.1093/oxfordhb/9780195187243.013.0009, pp. 45-59. ISBN 9780195187243.
  15. (en) Westerhof, G.J., Keyes, C.L.M. (juni 2010). Mental Illness and Mental Health: The Two Continua Model Across the Lifespan. Journal of Adult Development juni 2010 (17(2)): 110–119. DOI:10.1007/s10804-009-9082-y.
  16. Walburg, Jan Auke (oktober 2015). Positieve gezondheid, naar een bloeiende samenleving. Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 9789036810401.
  17. Van der Stel, Jaap (9 juni 2016). Definitie ‘gezondheid’ aan herziening toe.. Medisch Contact 2016 (23): 18-19
  18. Poiesz, T., Caris, J., & Lapré, F. (20 juli 2016). Gezondheid: Een definitie?. TSG Tijdschrift Gezondheidswetenschappen, 94(7), 2016: 252-255
  19. Huber, M. (1-12-2016). Antwoord op ‘Gezondheid: een definitie?’ van Poiesz, Caris en Lapré.. Tijdschrift Gezondheidswetenschappen 2016 (8): 292-296
  20. van Staa, A., Cardol, M. & Dam, A. van (november 2017). Positieve gezondheid kritisch beschouwd. Tijdschrift voor positieve psychologie. 2017 (4)