Gebruiker:Grushenka/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is het persoonlijke kladblok van Grushenka.
Een kladblok is een subpagina van iemands gebruikerspagina. Het dient als testruimte voor de gebruiker en om nieuwe artikelen of langere toevoegingen aan bestaande pagina's voor te bereiden.

Let op: je kladblok opslaan gaat met de knop 'publiceren'. De pagina wordt daarmee nog niet in de openbare encyclopedie geplaatst en blijft een kladpagina. De kladblokpagina is wel zichtbaar (voor iedereen die wat meer van Wikipedia) en mag dus geen onoorbare dingen te bevatten.

Het is, ook in een kladblok, uitdrukkelijk niet toegestaan om zonder toestemming auteursrechtelijk beschermd materiaal van derden te publiceren.
Enkele handige links: Spiekbriefje | Snelcursus

Andere testplaatsen: De algemene zandbak | De probeerpagina van de snelcursus | De sjabloonzandbak


Jasmila Žbanić
Grushenka/Kladblok
Volledige naam Jasmila Žbanić
Geboren 19 december 1974
Geboorteland Vlag van Joegoslavië
Jaren actief 1998 - heden
Beroep Regisseur
Scenarioschrijver
(en) IMDb-profiel
Portaal  Portaalicoon   Film

Jasmila Žbanić is een Bosnische filmregisseur en scenarist. Ze is vooral bekend van Grbavica en Na Putu.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Jasmila Žbanić werd geboren in Sarajevo in 1974 als dochter van Bosniakken. Het was een moslimfamilie, maar in het Joegoslavië van Tito gold religie als opium voor het volk. Ze studeerde aan de Academie voor Podiumkunsten in Sarajevo. Daarna verbleef ze een tijdje in de Verenigde Staten. In Vermont werkte ze als poppenspeler in het Bread and Puppet Theater en als clown in een Lee De Long-workshop. In 1997 richtte ze de kunstenaarsvereniging Deblokada op en begon ze documentaires, korte films en videokunst te maken. De bedoeling was om kunstenaars een kans te geven in een door orrlog verwoest land en om internationale contacten te verwerven.[1]Haar vroege werk werd vertoond op diverse festivals, waaronder Manifesta 3 in Slovenië. Ze trouwde met de bankier Damir Tumba Ibrahimović. In 2000 kregen ze een dochter Zoe.[2]

In 2006 won ze de Gouden Beer van Berlijn voor haar eerste langspeelfilm Grbavica. Deze gaat over een alleenstaande moeder en haar dochter in de wijk Grbavica in Sarajevo kort na de Bosnische Burgeroorlog. Ze haalde inspiratie uit het feit dat tijdens de oorlog veel Bosnische vrouwen verkracht werden. In 2010 maakte ze Na Putu (On the Path) over een jong koppel in Sarajevo. Hierin wordt het probleem behandeld van het opkomende moslimfundamentalisme.[3] [4] Charlie is een gewone knul die tweemaal geluk heeft. Ten eerste heeft hij het voordeel dat hij in een arm gezin geboren is. Anders was hij misschien zo'n verwend ettertje geworden als die andere vier kinderen. Ten tweede komt dat gouden ticket zowat uit de lucht gevallen. Het speelt zich af in de V.S., waar Roald Dahl toen woonde. Een chocoladereep kostte een dime. Zo'n stuk van 10 cent was toen nog van zilver.

Skilger (van Terschelling) famke (meisje) Sunderum (Sinterklaasspook) feint (jongeman, vent) mietbrenger () hêad (zijkamer met haard) millem (stal) ta mim () () () () ()

Filmografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Autobiografija (1995)
  • Poslije, poslije (1997)
  • Noć je, mi svijetlimo (1998)
  • Ljubav je... (1998)
  • Red Rubber Boots (2000)
  • Sjećaš li se Sarajeva (2003)
  • Images from the Corner (2003)
  • Birthday (2004)
  • Grbavica (2006)
  • Na putu (2010)
  • For Those Who Can Tell No Tales (2013)
  • Otok ljubavi (2013)
  • One Day in Sarajevo (2014)
Jasmila Žbanić op het Filmfestival van Sarajevo in 2007

E. M. Forster was torn between the Victorian moral of his youth and the modern ideas of the new era. He was one of the first to write a novel about homosexuality, but don't expect anything explicit. The author was well-read. He involved Plato, the Bible, Michelangelo and Tchaikovsky in his musings about Maurice's "unnatural urges". It's about his struggle with society and the struggle with himself. Maurice felt guilty about his sexual orientation, so he went to a hypnotherapist for help. This subject was still taboo, so it was only published posthumously. Today it can be seen as a ground-breaking novel.

Amparo Ochoa was a Mexican singer and a political activist. She had a sharp voice and sung with conviction. A Que Le Tiras Cuando Sueñas, Mexicano is a light-hearted tune with a social message. A Mexican is criticized for dreaming about getting rich instead of going to work. Bola Suriana de la Muerte de Emiliano Zapata is a tribute to the revolutionary hero who was murdered in 1919. La Maldición de la Malinche uses traditional Mexican instruments. La Malinche was the Aztek lover of conquistador Hernán Cortés. She's often seen asa traitor and a symbol of the inferiority complex of the natives. In Mi Abuelo she sings that her grandfather was a juarista. That's a follower of the first indigenous president Benito Juárez, who resisted the French invaders. She also mentions that her father was a zapatista. It has a strong sociopolitical content and the traditional elements of Mexican folk music.

Het was een gek idee om een tekenfilmserie te maken over mensen met een gele huidskleur, maar het werkte. De tekenstijl is schetsmatig en onrealistisch, met afwezige haargrenzen en blauwe kapsels. Tijdens de titelsequentie moest je altijd opletten om de twee veranderende elementen op te merken: het schoolbord en de sofa. Later hebben ze dit ingekort en andere variaties aangebracht om te vermijden dat ongeduldige kijkers weg zouden zappen.

Astrid Ericsson had een gelukkige jeugd in Kalmar, op het Zweedse platteland. Dat veranderde toen ze op haar achttiende ongewenst zwanger raakte van de hoofdredacteur van de regionale krant. Om aan de schandaalsfeer te ontsnappen verhuisde ze naar Stockholm. Daar werkte ze als secretaresse en trouwde ze met haar werkgever Sture Lindgren.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog hield ze dagboeken bij, die postuum uitgegeven zouden worden. Ze leefde mee met Finland en Noorwegen tijdens de Bezetting, en verbaasde zich erover dat Zweden niet hetzelfde lot onderging. In dezelfde periode begon ze verhaaltjes voor het slapengaan te vertellen voor haar vijfjarige dochter Karin. Uit deze speelse fantasieën kwam Pippi Langkous voort.

Haar eerste boek werd pas gepubliceerd toen ze bijna veertig was. Ze groeide uit tot een van de populairste jeugdauteurs ooit. Ze schreef over ondeugende kinderen die zich niet hielden aan de door volwassenen voorgeschreven regels, die kattenkwaad uithaalden, maar toch een goed hart hadden. Deze verhalen zijn ook voor volwassenen nog leuk om te herlezen, wegens de rijke verbeeldingskracht, de humor en het gevoel van nostalgie dat ze oproepen naar de onschuld van de kindertijd.

Springfield is een doorsnee stadje met herkenbare elementen, zoals een school, een café en een warenhuis. Het enige bijzondere is de aanwezigheid van een kerncentrale. De grapjes over het gebrek aan veiligheid zijn wellicht geïnspireerd door Tsjernobyl.

In Gorssel, een dorpje in Gelderland, is er echt een zessprong met zo'n ouderwetse wegwijzer. Als kind fantaseerde Tonke Dragt daar een zevende, verborgen weg bij. Jaren later verzon ze als onderwijzeres verhalen om haar leerlingen stil te houden. Daarmee waren de basiselementen van dit boek een feit.

In het begin vertelt onderwijzer Frans Van der Steg verhalen over z'n heldhaftige alter ego Frans de Rode. Algauw vervaagt de grens tussen fantasie en realiteit. Verschillende personages hebben een dubbele identiteit. Het is best mogelijk dat iemand tegelijk A en B is; tegenstrijdigheden maken iemand interessant. Roberto is tegelijk de Brozem. Een nozem was destijds een modewoord voor een onhandelbare jongere met een brommer.

De hoofdstukken worden steeds langer, volgens het ritme van het gelijknamige kleuterliedje. De spanning wordt zorgvuldig opgebouwd, doordat elk van de zeven paden ergens heen leidt en nieuwe informatie oplevert over het mysterie. Het Trappenhuis doet denken aan de lithografieën van Escher. Een schurk zoekt de schat gedreven door hebzucht. De leden van het complot en de leerlingen laten zich leiden door nobele motieven: de ervaring van het zoeken op zich, het avontuur en de vriendschap.

W.F. Hermans schreef een soort sleutelroman waarin hij de frustraties en ongenoegens verwerkte van toen hij als professor geologie aan de universiteit van Groningen verbonden was. Hij heeft feiten met fictie vermengd. De namen van z'n collega's heeft hij veranderd; de Martinitoren is de Barbarossatoren geworden. Hij stelt de universiteit voor als een wespennest met achterklap, nepotisme, overbodige vergaderingen, en te weinig tijd en geld voor ernstig wetenschappelijk onderzoek.

Wanneer professor "Roef" Dingelam de Nobelprijs wint, reageren de meeste mensen in z'n omgeving onverschillig of zelfs negatief. Collega's zijn jaloers; z'n vrouw lijkt het belang ervan niet te beseffen. Dat is niet erg realistisch. In werkelijkheid zou zo'n gebeurtenis opgeblazen worden in de media; niet uit wetenschappelijke interesse, maar uit vaderlandse trots. Dingelam zelf is niet de meest sympathieke held. Hij is nukkig, cynisch, conservatief en seksistisch.

Hermans bevond zich in het centrum van het politieke spectrum. Hij bespotte zowel rechts als links. Hij nam duidelijk stelling in tegen de collaboratie en de jodenvervolging - hier slechts als neventhema aanwezig. In dit boek krijgen ook de democratisering van het onderwijs en de studentenprotesten een veeg uit de pan. Hij stelt de eisen van de studenten als naïef en onredelijk voor, en bespot hun progressieve taalgebruik: "We ondernemen aksie tegen de sistematiese onderdrukking door de kapitalistiese machthebbers." Ook de theorie van de linkse filosoof Herbert Marcuse over repressieve tolerantie wordt in twijfel getrokken.

Het grootste deel van de roman duurt slechts drie dagen. Het telegram arriveert op zaterdag; de climax volgt op maandag. Daarna volgt alleen nog het uitstapje naar Frankrijk, dat uiting geeft aan het verlangen om te ontsnappen aan het bekrompen milieu. De alwetende verteller wisselt af tussen de ervaringen van diverse personages, en weidt uit over geschiedenis, psychologie, filosofie en scheikunde. De dagboekfragmenten van Dr. Barend bieden een wisseling van perspectief. Voor komische afwisseling zorgen het bezoekje aan de seksclub en de haan - symbool van de mannelijkheid die teloor dreigt te gaan. Hermans heeft een goed evenwicht gevonden tussen ernst en humor, tussen geweeklaag en relativering.

Het getal zeven is een terugkerend motief, net als de kleuren rood en groen. Hier en daar komt er een verouderd woord in voor: gouverneur i.p.v. huisonderwijzer; gevaarvol i.p.v. gevaarlijk. Dit stoort nauwelijks, want het taalgebruik is sprankelend. Voor een tienjarige is dit wellicht nog wat te moeilijk, maar voor een twaalfjarige is het zeker te doen. Het is ongetwijfeld een van de origineelste en fantasierijkste Nederlandstalige jeugdboeken.

Deze reeks was grappig doordat ze buiten de lijntjes durfde te kleuren. De Simpsons zijn goedbedoelende losers. Hun ondernemingen draaien vaak op een fiasco uit. Hun buren, het gezin Flanders, lijken veel meer op het Amerikaanse modelgezinnetje, maar daardoor zijn ze net onuitstaanbaar.

For a long time Maurice adheres to the Platonic theory that meaningful love should be spiritual, not carnal. When he finally gets involved with Alec there's a second reason to keep the relationship secret: the class difference.

Some of these don't take place in Scotland, but the author was born there. The reverse is true for Michel Faber's Under the Skin. It takes place in Scotland, but the author has the Dutch nationality.

The most important poet is Robert Burns. Among the living poets Carol Ann Duffy can be mentioned.

De dystopische roman is een bekend genre, van a en b tot c. Juli Zeh geeft er een eigen draai aan door alles om een obsessie voor gezondheid te laten draaien. Ze beschrijft een toekomstige samenleving die aan collectieve smetvrees lijdt. Een hoop wetten dient om infecties te voorkomen. Wie in opstand komt tegen het systeem, wordt gebrandmerkt als staatsgevaarlijk of gestoord.

Na het succes van E.T. moest dat idee wel uitgemolken worden. Ook hier komt een buitenaards wezen, met een afkorting als naam, toevallig terecht in een Amerikaans modelgezinnetje, dat weggelopen lijkt uit de betere cornflakereclame. Het is een typische sitcom uit die tijd, grotendeels opgenomen in een tv-studio met vast decor.

Deze fantastische vertelling is opgebouwd rond tegenstellingen: licht-donker, kleurrijk-zwart, leven-dood, fleurig-dor. De dwerg doet denken aan de Oud-Griekse veerman Charon. Dorr is een verdorde stad. Het zaadje dat Dwergelief bewaart, is de kiem van nieuw leven, de hoop op wedergeboorte.

Het heeft de vorm van een raamvertelling waarin afgewisseld wordt tussen heden en verleden. Dwergelief ontmoet op haar traject verschillende sprookjesachtige figuren. Ze wordt gevolgd door een speelman die dezelfde figuren ontmoet. Hun verhalen onthullen het mysterieuze verleden. Sommige personages hebben verschillende namen, dus vergt het aandacht om te achterhalen wie wie is en wie welk doel nastreeft.

Het getal zeven komt terug: de luit heeft zeven snaren, de geschiedenis telt zeven zomers. Paul Biegel gebruikt enkele gefantaseerde woorden, bv. voor namen van bloemen. Het verhaal heeft de tijdloosheid en symboliek van een grimmig sprookje, een middeleeuwse sage of een Griekse mythe.

De eerste achttienhonderd afleveringen moet deze soap nog wat op gang komen, maar daarna wordt het intens. Op zakelijk vlak is er de rivaliteit tussen de modehuizen Forrester en Spectra. Op persoonlijk vlak staat de driehoeksverhouding tussen Ridge, Brooke en Taylor centraal, maar ook de oudere generatie is van essentieel belang, vooral met de matrone Stephanie. Er zijn onwaarschijnlijke plotwendingen en hoog oplaaiende emoties. Niemand gaf openlijk toe hiernaar te kijken, maar velen waren stiekem verslaafd.

Met een monkellachje brengt regisseur Lars von Trier op het einde van elke aflevering een korte nabeschouwing. Het is een combinatie van drama en horror met bovennatuurlijke elementen. Een Zweedse chirurg in een Deens ziekenhuis waant zich superieur aan z'n collega's. Een bejaarde vrouw die niet echt ziek is, krijgt in een lift contact met de geest van een meisje. Camera- en montagetechnieken worden aangewend om de aanwezigheid van een spook te suggereren. er komen medische wanpraktijken in voor. Deze reeks kun je beter mijden als je binnenkort een medische ingreep moet ondergaan.

Van alle tv-series die op Agatha Christie gebaseerd zijn, is dit de meest geslaagde. In het eerste seizoen werd telkens een kortverhaal verfilmd in een aflevering van vijftig minuten. In latere seizoenen zitten ook dubbele afleveringen gebaseerd op de romans. David Suchet heeft zich grondig voorbereid om de rol van Hercule Poirot te spelen, met de maniertjes, het Waalse accent en de getrimde snor. Captain Hastings, Miss Lemon en Chief Inspector Japp zitten soms in de verfilming van een boek waarin ze niet voorkomen. Het Engeland van de jaren '30 is gereconstrueerd, met passende kleding, attributen, voertuigen en muziek. De muziek van Peter Gunning is een van de betere tv-tunes.

Wereldwijd pinkten kijkers een traantje weg bij deze Braziliaanse telenovela, een verfilming van een roman van Bernardo Guimarães uit 1875. Het speelt zich af op een suikerrietplantage in de tijd van de slavernij. Lucélia Santos speelt Isaura, een huisslavin van gemengde afkomst, met een ontwapenende glimlach en een houten kruis om haar hals. Haar lichtere huidskleur doet meteen de vraag rijzen wie haar biologische vader is. Rubens de Falco speelt de hardvochtige plantage-eigenaar, die venijnig kon kijken. Slaven worden gegeseld, proberen te ontsnappen, of krijgen contact met abolitionisten. Deze reeks maakte de geschiedenis van slavernij tot een bespreekbaar onderwerp in Brazilië. Met exact honderd afleveringen ben je wel even zoet. Bossanovamuziek met gitaar en een dwarsfluit draagt bij tot de sfeer.

Dit was de allereerste Engelstalige roman. Sindsdien is Robinson Crusoe tot het collectieve geheugen gaan behoren. Hij is het archetype geworden van de eenzame man op een eiland die strijdt om te overleven. Er kwamen jeugdbewerkingen en verfilmingen. Het was de inspiratiebron voor andere avonturen, een sketch van Rudy Carell en een reality show. Het is zo'n boek dat iedereen kent, maar dat weinigen volledig in de originele versie gelezen hebben.

Sommige hedendaagse lezers zullen afknappen op de ethische en religieuze kant. De inleidende avonturen in Afrika en Brazilië zou je als racistisch kunnen bestempelen. Daniel Defoe had een puriteins wereldbeeld. Protestanten stonden op de hoogste sport van de beschavingsladder, gevolgd door de katholieken, en helemaal beneden bengelden de primitieve wilden en koppensnellers. Toen hij schipbreuk leed, was hij onderweg om Afrikaanse slaven te kopen.

Tonke Dragt beweert dat ze alleen het redactiewerk gedaan heeft bij het gevonden manuscript van een verdwenen verteller. Het zijn dagboekfragmenten, aangevuld met krantenknipsels en intermezzo's. Deel 1 en deel 3 van het manuscript waren in spiegelschrift genoteerd. Deel 2 komt chronologisch vóór deel 1.

Het gaat over een parallel universum dat veel gelijkenissen maar ook grote verschillen vertoont met het onze. De kokardebloem, zichtbaar op de originele voorkaft, staat symbool voor liefde. Verdubbelingen en spiegelbeelden komen op allerlei manieren voor. Verschillende personages hebben een soort dubbelganger. In die twee identieke, verdwenen torens kun je een voorspelling zien van de aanslag op de Twin Towers.

Wat meteen opvalt, is de niet bestaande datum van het eerste dagboekfragment: 30 februari. Het parallelle universum heeft een afwijkende kalender. De tijd wordt voorgesteld als twee snijdende cirkels. De twee snijpunten vallen op de zestigste en de tweeënnegentigste dag van een schrikkeljaar. In ons universum zijn dat 29 februari en 1 april. Op die twee dagen kun je van het ene naar het andere universum reizen, op voorwaarde dat je het magische woord kent. Vandaag is het 1 april in een schrikkeljaar, dus kan ik meteen uitproberen of ik het woord geraden heb.

Zodra hij op z'n eiland zit, ergens in de Caraïbische Zee, wordt het echter heel meeslepend. Robinson is voortdurend aanwezig als ik-verteller, maar vanuit twee verschillende perspectieven. In de dagboekfragmenten beschrijft hij de puur praktische zaken die hij onderneemt op vlak van voeding, huisvesting en kleding. Geitentalg gebruikt hij om kaarsen te maken. In de rest van de roman vertolkt hij het standpunt van de oude, wijze man die terugblikt op de onbezonnen daden in z'n jeugd. De spannende gebeurtenissen worden steeds gekoppeld aan een religieuze bespiegeling, met verwijzingen naar de Bijbel en uiteenzettingen over de goddelijke voorzienigheid.

Menselijk gezelschap krijgen is z'n grootste verlangen, maar tegelijk ook z'n grootste angst. Dat beseft hij na het zien van die voetafdruk. Vrijdag komt op het eiland aan op een woensdag of een zondag, want Robinson zegt ergens dat z'n kalender er twee dagen naast zat. Door de heidense Karaïb te bekeren neemt Robinson de rol van missionaris op zich.

Het Engels is verrassend weinig veranderd in de voorbije drie eeuwen. Defoe schreef in kleurrijke, kabbelende volzinnen. Het wordt geen moment saai. Hier en daar kom je een verouderd woord tegen, zoals thither (daar). De afkorting viz. (videlicet) kun je vertalen als namelijk. Van pumps (lichte, veterloze schoen) dacht ik dat het een hippe modeterm was, maar dat woord blijkt in de achttiende eeuw al voor te komen. Ondanks de ethische bezwaren is dit een boek dat je één keer in je leven zou moeten lezen.

Chinua Achebe schreef de eerste belangrijke Afrikaanse roman. Hij deed dat niet in het Ibo, de taal van zijn volk, maar in het Engels, de taal van de kolonist. Daarmee is meteen z'n hoofdthema duidelijk: de moeilijke verhouding tussen de traditionele Afrikaanse en de koloniale cultuur.

Het speelt zich af in de tweede helft van de negentiende eeuw. Vóór de kolonisatie bestond het huidige Nigeria uit verschillende taalgebieden met veel kleine stammen die elk hun eigen dorp hadden. Polytheïsme was de norm, met allerlei rituelen en een magisch wereldbeeld. Achebe beschrijft de maniokteelt en het dagelijkse leven. Hij schetst geen geïdealiseerd beeld. Hij toont ook de wrede kant: verbanningen en geweld. Tweelingen werden als baby vermoord, omdat ze ongeluk brachten.

De meeste mensen vergissen zich wel eens, maar in de loop der geschiedenis zijn er toch enkele figuren geweest die altijd gelijk hadden: Jezus Christus, Benito Mussolini, W.F. Hermans, Maarten van Rossem... "Mussolini ha sempre ragione" is een citaat van journalist Leo Longanesi. De titel van dit zwartgallige boek kan daarop een parafrase zijn.

De cynische antiheld Lodewijk is een nietsnut, een profiteur en een oplichter. Hij uit z'n duistere gedachten in dialogen en inwendige monologen. Na de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog voelt Nederland voor hem klein en onbeduidend aan. Er is overbevolking en woningnood. De schuld daarvoor geeft hij aan de katholieken. Z'n uitspraak dat zij "zich voortplanten als konijnen" leidde tot controverse. Tussen 1900 en 1960 steeg het aandeel katholieken in de Nederlandse bevolking van 35% naar 40%, terwijl het aandeel protestanten daalde van 60% naar 40%. Een oorzaak daarvan was dat voorbehoedsmiddelen verboden waren door de paus - die onfeilbaar is en dus altijd gelijk heeft.

Verschillende plotlijnen zijn met elkaar verweven. In het heden zijn er enkele kwesties rond geld, smokkelwaar en een dode douanebeambte. De retoriek rond het oprichten van een politieke partij overstijgt nooit het niveau van de cafépraat - het gekanker der ontevredenen. Een onverwerkt stuk verleden is de zelfmoord van Lodewijks oudere zus op 14 mei 1940, niet toevallig de dag van de Nederlandse capitulatie. Hermans verwerkte een aantal persoonlijke herinneringen en frustraties in een fictief verhaal. Er is echt een Caramelstraat, maar die ligt in Nieuw-Amsterdam, Paramaribo. Wie beweert dat deze roman het lezen waard is, heeft overschot van gelijk.

Okonkwe gelooft voor de traditionele waarden. Hij heeft een krijgersmentaliteit. Hij beschouwt mannelijkheid als sterk; vrouwelijkheid als zwak. In het tweede deel wordt hij geconfronteerd met de Britse kolonisatoren. Zij brengen de Engelse taal, het christelijke geloof en geweren.

Noch de oorspronkelijke bewoners noch de westerlingen worden als eenzijdig goed of slecht voorgesteld. Er is verdeling binnen beide groepen. De sympathie van Achebe lijkt te liggen bij de gematigde figuren uit beide kampen, degenen die een brug willen slaan tussen beide culturen. De oplaaiende conflicten en ideologische tegenstellingen zorgen voor spanning en diepgang. Het is een essentieel boek in de wereldliteratuur. Dit boek verdient z'n status als mijlpaal van de Afrikaanse literatuur.

Lize Spit neemt je mee naar een volks milieu in de Kempen. Het fictieve Bovenmeer vertoont gelijkenissen met Viersel, het dorp waar ze opgroeide. In zo'n plattelandsdorp wordt geroddeld bij de slager en kent iedereen iedereen. Ogenschijnlijk is het een liefelijk plaatsje, maar achter de voorgevels gaat heel wat leed schuil.

De verhaallijn in het heden, geschreven in de tegenwoordige tijd, neemt minder dan vierentwintig uur in beslag. Eva rijdt in haar auto terug naar haar geboortedorp. Haar verdrongen jeugdherinneringen komen naar boven. Ze zal de confrontatie met haar verleden aan moeten gaan. Ondanks de speelse begintoon komen zwaarwichtige onderwerpen aan bod.

In haar autokoffer staat een grote klomp ijs in een Curverbak, die tot zestig liter kan bevatten. Het vriest, dus zal de ijsklomp niet snel smelten. De betekenis van de titel wordt gaandeweg duidelijk, ook via het raadsel. Voor een debuut is dit zeer geslaagd.

Harry Mulisch maakt gebruik van een ongebruikelijk devies: de jij-verteller. Hij spreekt de lezer rechtstreeks aan en vraagt die zich voor te stellen dat die zelf de protagonist is. Het speelt zich af op Kreta, dus zijn verwijzingen naar mythologische figuren als de minotaurus onvermijdelijk.

Op een warme dag aan zee kun je de vier elementen tegelijk ervaren: de aarde onder je voeten, het water, de lucht en het vuur van de zon. De delen van deze novelle spelen zich achtereenvolgens af te land, ter zee, in de lucht en in het vuur. Elk deel is half zo lang als het vorige. In het ultrakorte vijfde deel komt het vijfde element of de quintessence ter sprake. Met weinig woorden maakt Mulisch z'n reputatie van originele verhalenverteller meer dan waar.

Dan Castellaneta: Homer Abraham Krusty Willie Barney Quimby Mel Itchy Santa's Harry Shearer: Flanders Burns Smithers Skinner Brockman Lovejoy Lenny Otto Hibberrt Hank Azaria: Moe Apu Wiggum Carl sea captain Julie Kavner: Marge Bouvier Nancy Cartwright: Bart Nelson Ralph Todd Yeardley Smith: Lisa Pamela Hayden: Millhouse Rod Jimbo Marcia Wallace: Krabappel

Dit is een misdaadroman met een filosofische inslag. Op speelse toon worden diepzinnige thema's behandeld. Het gaat over tijd, waarneming, wetenschap, toeval, keuzevrijheid en geweten. Invloeden zijn Dostojevski en George Orwell. Lange tijd lijkt het boek een symmetrische vorm te hebben met zeven zevendelige hoofdstukken, maar het laatste blijkt er dan toch acht te bevatten.

Tussen de voormalige studiegenoten Sebastian en Oskar bestaat een mengeling van vriendschap en rivaliteit. Allebei benaderen ze het leven als een wetenschappelijk experiment. Oskar is de meest rationele en succesvolle van de twee, maar hij komt kil en arrogant over. Sebastian verdedigt de dubieuze "velewereldentheorie", die meer aan science fiction doet denken.

Schilf ("Riet") is de naam van de commissaris die de zaak onderzoekt. Ook hij benadert de kwestie vanuit een filosofische invalshoek. Hij is een solipsist, want hij gelooft dat de werkelijkheid uitsluitend in zijn waarneming bestaat.

De natuurlijke omgeving van de universiteitsstad Freiburg wordt mee in het verhaal betrokken. Vogels, zichtbaar op de voorpagina, zijn voortdurend op een of andere manier aanwezig als getuige. De naam vaan een naburige berg in het Zwarte Woud, Schauinsland of "Kijk-naar-het-land", wordt letterlijk geïnterpreteerd. Door menselijke eigenschappen toe te kennen aan vogels en aan een berg plaatst Juli Zeh een fantastisch tegenover een wetenschappelijk wereldbeeld.

Gangstersaga's waren al populair in de V.S. in de jaren 1930, maar in Groot-Brittannië was dit een nieuw genre. Het hoogstaande Engels van het theater moest plaatsmaken voor Cockney en boeventaal. De titel van Graham Greene verwijst naar een soort snoep waarop de naam Brighton leesbaar blijft. Het komt tot een botsing tussen het criminele milieu en de vrolijke vakantiegangers in deze kuststad.

Drie soorten humor worden hier gecombineerd. Ten eerste heb je typische herhalingselementen van een Britse sitcom: catchphrases en herhaalde acties, vb. met etengooien met eten.

De inmiddels drieënnegentigjarige Tonke Dragt is een van de merkwaardigste figuren in de Nederlandse literatuur. Aan haar verbeelding ontsproten eigenaardige fantasiewerelden: fictieve landen met middeleeuws karakter, een andere planeet of een parallel universum. Veel inspiratie haalde ze uit middeleeuwse literatuur.

Het hoofdpersonage is meestal een toevallige held; een elckerlyck die met een mysterie of een gevaarlijke opdracht te maken krijgt. Dat kan een tiener zijn, of een onderwijzer die verhalen vertelt aan kinderen, zoals Tonke Dragt zelf ooit deed. Dubbelgangers, alter ego's en spiegelbeelden zijn vaak een plotelement. Haar taalgebruik is levendig een beeldend, met hier en daar een verouderd woord ("gevaarvol"). Haar boeken zijn geschikt voor elke leeftijd, zolang de lezer jong van geest is en zich openstelt voor haar ongebreidelde fantasieën.

De historische situering maakt deze sitcom bijzonder. Het is een parodie op uu en een satire op het Britse klassedenken. In het Londense herenhuis in het interbellum kent iedereen z'n plaats. Tussen het aristocratische gezin en de bedienden bevindt zich een glazen wand. Ook tussen de personeelsleden onderling heerst een strakke hiërarchie, met bovenaan de butler en onderaan de scullery maid. De bedienden spreken met een plat accent, in tegenstelling tot het aristocratische Engels van hun meerderen.

In deze historische jeugdroman neemt Thea Beckman je mee naar de veertiende eeuw. In de eerste helft van de Honderdjarige Oorlog leed Frankrijk enkele zware nederlagen. Er komen historische figuren in voor, waaronder Bertrand du Guesclin, een herenboer die de wapens opnam tegen Engeland en hiervoor geridderd werd. Voor een jeugdboek wordt de harde realiteit van de oorlog onverbloemd weergegeven.

De titel verwijst naar het verlangen naar vrijheid. Marije vlucht van Brugge naar Frankrijk om aan een gearrangeerd huwelijk te ontkomen. Later moet ze met haar companen uit een gevangenis ontsnappen. In een periode van meer dan tien jaar maakt ze een proces van zelfontplooiing door. Datzelfde geldt voor de nog jongere Mattias, met wie jeugdige lezers zich kunnen identificeren. Ze krijgen gezelschap van twee trouvères, die hun de passie bijbrengen voor dichten en musiceren.

Wie niet sterk is, moet slim zijn. Onze helden gebruiken listen, geen bruut geweld. Een boer en een nar kunnen dapperder zijn dan een aristocraat. Tieners konden genieten van een spannend verhaal, en leerden tegelijk wat bij over geschiedenis.

Deze fantastische vertelling heeft de vorm van een soort raamvertelling, waarbij de vertelde verhaaltjes telkens wat onthullen over het verleden. Sommige personages hebben verschillende namen, dus is het even puzzelen.

Het spoor leidt letterlijk en figuurlijk naar het fictieve Brackhampton, een stadje in het zuiden van Engeland. Het vervallen landhuis is een anachronisme met een gotisch karakter en veel ruimte om dingen te verbergen. De politie is zoals steeds onvekwaam, dus wordt er elders hulp ingeroepen.

In de jaren '60 brak een nieuwe generatie Franse zangeressen door. Ze waren jonger, modieuzer, speelser, wulpser dan de ouder wordende "grandes dames de la chanson". Deze week gaat de aandacht naar twee bekende zangeressen die veel gemeenschappelijk hebben, zelfs de eerste vier letters van hun voornaam.

Deze sketches bevatten het soort absurde humor waar Britten goed in zijn. Zoals bij de meeste komische duo's bestaat er een tegenstelling tussen de twee leden. Stephen Fry spreekt met het verfijnde accent van een Britse intellectueel. Hugh Laurie speelt liever de naïeve volksmens met het platte accent. Fry is flegmatisch; Laurie cholerisch.

De humor draait rond absurde dialogen, woordspelingen en satire. Hun typetjes zijn een uitvergroting van mensen met een bepaalde karaktereigenschap, vb. de verontwaardigde ouder tegenover de progressieve pedagoog. Er zit ook fysieke komedie in, waarbij een doodgemoedereerde Fry een harde klap uitdeelt aan Laurie, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. De twee zijn ook samen te zien in Blackadder en in Jeeves and Wooster. In de Benelux is deze reeks niet zo bekend, maar voor liefhebbers van Britse humor is ze toch wel essentieel.

De gebeurtenissen worden vanuit een filosofische invalshoek bekeken. Alledaagse zaken worden op een verrassende manier verwoord. Zo beschrijft ze het weer als de grillen van een ijsheilige. Highbrow en lowbrow hagen naadloos aaneen, want van klassieke retorica springt ze plots naar een popdeuntje of heavy metal. Het is een eigenzinnige portrettering van een generatie jongeren zonder idealen.

Richard Attenborough, toen nog zonder wit haar en baard, speelt de rol van Pinkie. Hij is klein als een pink, maar probeert groter te lijken met stoer gedrag, volwassen kleding en brillantine in z'n haar. In plaats van zaken op hun beloop te laten reageert hij met overdreven paranoia en agressie. Halverwege raakt z'n gezicht verwond, waardoor hij aan Scarface doet denken. Hij is bang om later in de hel terecht te komen.

Rose is naïef en onschuldig als een roos, maar raakt toevallig in de plot verwikkeld. Ze is door en door katholiek. Het einde, verschillend van het boek, lijkt wel een goddelijk ingrijpen in de vorm van een kras op een grammofoonplaat. Andere belangrijke personages zijn het slachtoffer Fred; en Ida, die de rol van amateurspeurder op zich neemt.

Als gevolg van de globalisering zijn alle wereldsteden op elkaar gaan lijken, terwijl de tegenstelling met het platteland groter geworden is. Het verschil tussen Berlijn en Tokyo is kleiner dan het verschil tussen Berlijn en een dorpje zeventig kilometer noordwaarts. Toen Juli Zeh zelf naar zo'n gehucht verhuisde om aan de stadsdrukte te ontsnappen, vond ze inspiratie voor het fictieve Unterleuten. Dit boerengat met tweehonderdvijftig inwoners ligt in het noorden van deelstaat Brandenburg, dus in het voormalige Oost-Duitsland. Na de val van de Muur zijn de dorpelingen door blijven leven alsof de Wende nooit plaatsgevonden heeft. In de D.D.R. was iedereen arm, maar er was wel een gemeenschapszin. Het kapitalisme daarentegen staat voor welvaart, maar ook voor individualisme.

Wanneer een bedrijf tien windmolens wil plaatsen, leidt dat tussen een botsing tussen deze twee levenshoudingen. Ironisch genoeg is een van de grootste tegenstanders een milieuactivist. Vogelbeschermer Gerhard lijdt aan het nimby-syndroom. Hij is vóór hernieuwbare energie, maar niet in z'n achtertuin. Hij is naar het platteland verhuisd op zoek naar idyllische rust, maar dat blijkt tegen te vallen. Kemphanen komen er letterlijk en figuurlijk in voor.

Het verhaal wordt verteld vanuit een meervoudig perspectief. In elk hoofdstuk wordt het standpunt weergegeven van één van de elf hoofdpersonages - en van een twaalfde in de epiloog. Daardoor kan iemand die als een smeerlap overkomt in het ene hoofdstuk, in het volgende je sympathie winnen. Zo ontstaan gelaagde personages met een mengeling van goede en slechte eigenschappen.

Dit boek is een eigen leven gaan leiden op het internet. Lucy Finkbeiner heeft een profiel op een sociale website. De vogelbescherming van Oberleuten heeft een eigen website. Dein Erfolg, het zelfhulpboek van Manfred Gortz waaruit Linda meermaals citeert, blijkt echt te bestaan, maar het is geschreven door Juli Zeh zelf onder een mannelijk pseudoniem. Dat zijn leuke extraatjes, maar het belangrijkste is dat de roman zelf over de volle lengte blijft boeien met een weergaloze mengeling van sociologie, mysterie en humor.

Mr. Drummond, een weduwnaar met één dochter, woont in een penthouse in Manhattan. Als filantroop draagt hij z'n steentje bij aan een betere wereld door twee Afro-Amerikaanse broers uit Harlem te adopteren. Willis en Arnold wennen snel aan hun nieuwe omgeving.

In z'n late periode zag Tolstoi de roman niet meer als een manier om een onderhoudend verhaaltje te vertellen, maar als een middel om z'n filosofische opvattingen te verspreiden. Hij zag zichzelf als een hervormer en een profeet. Z'n aanhangers, de tolstojanen, leefden collectivistisch en ascetisch. Niet denken maar doen, was hun motto. Het nevenpersonage Kiesewetter is een valse profeet die grote preken houdt, terwijl de protagonist Nechljoedov z'n handen uit de mouwen steekt om de verworpenen der aarde te helpen.

In de eeuwigdurende strijd der seksen zijn Al en Marcy elkaars tegenpool. Hij is een holbewoner die seksistische uitspraken doet. Zij is de feministe die de traditionele rolpatronen wil doorbreken. De personages zijn geen typetjes, want ze hebben tegenstrijdige eigenschappen. Er zitten freudiaanse grapjes in, bijvoorbeeld wanneer Peg groenten snijdt tijdens een discussie over castratie.

De kinderen groeien op en krijgen een grotere rol. Op schoolgebied is Kelly het domme blondje, maar op vlak van wereldse onderwerpen en het doorzien en manipuleren van mensen blijkt ze wel intelligent. Zij en Bud kunnen elkaar pesten, beledigen en verklikken, maar soms spannen ze ook samen. In sommige afleveringen trekken ze naar een andere locatie: een goedkoop hotel, de schoenenwinkel of een tv-studio.

Een kwarteeuw na z'n debuut ziet Derrick er echt oud uit. Ook Harry oogt niet meer zo fit, en Berger is grijs geworden. Net wanneer je je af gaat vragen of dit niet het seizoen te veel is, volgen een paar laatste hoogtepunten. De beste afleveringen zijn vaak die die uit het standpunt van de dader getoond worden. Dan draait het om het psychologische conflict en om het bespelen van het schuldige geweten.

In de allerlaatste aflevering wordt Derrick weggepromoveerd naar Europol. Terwijl z'n leven in gevaar is, geeft hij een ontroerende toespraak. Hij klaagt de sensatiezucht van de jaren '90 aan, waarbij misdaad een entertainmentwaarde gekregen heeft. Hij klaagt het feit aan dat misdaad een entertainmentwaarde gekregen heeft, waarbij een op sensatie belust publiek een vorm van plaatsvervangende opwinding beleeft. Laat dat nu net zijn waar deze krimi een kwarteeuw lang op ingespeeld heeft. Een toepasselijker afscheid was niet mogelijk geweest.

Tolstoj gaat tekeer tegen het juridische systeem: de valse retoriek, de klassenjustitie, het feit dat procedurefouten belangrijker zijn dan recde grond van de zaak... Hij stelt de ijdele levensstijl van de rijken tegenover de nobele inborst van arme volksmensen. Z'n ideeën over de herverdeling van de grond zijn beïnvloed door de Amerikaan George Henry, en lopen al een beetje vooruit op de latere kolchozen.

Het eerste deel, opgebouwd rond een rechtszaak met een jury, leest nog als een klassieke roman. Enkele herinneringsscènes blikken terug op de jeugdige uitspattingen van Nechljoedov. Daarna gaat het steeds meer de filosofische toer op. In het derde deel volgt een ellenlange reis in de derde klasse van de Trans-Siberische Spoorlijn. Tolstoj had wat met treinen. Het is niet z'n beste roman, maar wel essentieel als illustratie van z'n latere ideeën.

Door een groeistoornis zag Gary Coleman er jonger uit dan hij was. Met z'n guitige snoetje en bolle wangen veroverde Arnold de harten van jong en oud. Bij z'n catchphrase "Whatcha talkin' bout, Willis?" trok hij een achterdochtig gezicht.

Een aflevering draait vaak rond een leugentje of een plannetje van Arnold dat tot complicaties en misverstanden leidt. Soms staat Willis of Kimberly centraal, met problemen die meer bij hun leeftijd passen. Mrs. Garrett is de leukste huishoudster, maar zij zou na anderhalf seizoen vertrekken voor haar eigen spin-off. Soms werkt het hele gezin zich in nesten en komen ze in een gevaarlijke situatie terecht. Arnolds goudvis Abraham is goed voor heel wat nonsens. Op het einde komt steevast alles goed en volgt er een moraliserend stukje met een levensles. Het is brave, gezinsvriendelijke humor, maar er zitten ook ernstige thema's in verwerkt, zoals opgroeien, racisme en pesten op school.

Het weglatingsteken moest in de titel wegens een auteursrechtenkwestie. In de praktijk noemden de meeste mensen deze sitcom Arnold. Met de kindacteurs is het later niet goed gegaan. Gary Coleman en Dana Plato zijn jong gestorven, en ook Todd Bridges heeft een hoop problemen gekend. Toch hebben ze hun plaatsje verdiend in de entertainmentgeschiedenis.

Bij de introductie van Pinkie krijg je alleen z'n handen te zien, die in close-up een wurgbeweging maken. Een dramatisch hoogtepunt is de moord op Spicer, met die vermolmde balustrade. Het strand, de pier, de kermis en de paardenrenbaan zijn optimaal benut. Sommige straatscènes werden met verborgen camera geschoten, zodat nietsvermoedende voorbijgangers in beeld komen. Regen, schaduw en spiegels versterken het grauwe sfeertje.

H. H. woonde afwisselend in Zwaben en in Zwitserland. Daar maakte hij lange bergwandelingen die hem inspireerden tot z'n eerste gedichten. Een strenge kostschool vormde hem op intellectueel vlak, maar hij voelde zich er ook opgesloten.

Veertig jaar na haar debuut pakt Isabel Allende uit met een roman rond dezelfde thematiek: de geschiedenis van een Chileense familie tegen een woelige historische achtergrond. Chili en de hoofdstad Santiago worden nergens bij naam genoemd, maar er wordt op minstens zes Chileense presidenten gealludeerd. In deze historie van exact een eeuw dienen twee pandemieën als boekensteun: de Spaanse griep in 1920 en corona in 2020. Deze jaartallen vallen samen met de geboorte en de dood van Violeta. De hele roman is één lange brief aan Camilo, de zoon van haar overleden dochter. Ook Isabel Allende zelf verloor een dochter.

Op haar sterfbed blikt Violeta terug op honderd jaar bevlogenheid. Haar persoonlijke en familiale geschiedenis doet ze uit de doeken, maar ook de historische gebeurtenissen die een impact hadden op haar leven. De beurscrash van 1929 leidde tot een periode van armoede in het ijskoude Zuiden. Tijdens de Koude Oorlog hielp de CIA militaire dictators in het zadel met Operatie Condor. Folteringen, moorden en verdwijningen hoorden daarbij.

Als zakenvrouw werkt Violeta zich op in de vastgoedsector. Huizen worden uitgebreid beschreven, als weerspiegeling van de persoonlijkheid en sociale status van de bewoners. Haar grootste zwakte is dat ze op foute mannen valt. Deze charmante hufters bezondigen zich aan geweld, mishandeling, fraude en samenwerking met foute regimes. Gelukkig zijn er ook sympathieke mannen en vrouwen die zich inzetten voor vrouwenrechten, indianenrechten, democratie en rechtvaardigheid. Met een terugkeer naar haar oude stijl slaagt de schrijfster er opnieuw in sociale, politieke en historische thema's te verwerken in een vlot leesbaar en ontroerend boek.

Alex DeLarge lijdt aan grootheidswaan. Zijn (zelfgekozen?) naam verwijst naar Alexander de Grote. Hij identificeert zichzelf met Beethoven. Hij acht zichzelf moreel boven de gewone stervelingen verheven. Hij gebruikt geweld ([i]ultraviolence[/i]) zoals een jongetje dat een insektenpoot uittrekt, zonder empathie voor z'n slachtoffers.

De stijl is futuristisch en onrealistisch: gekke kleren, interieurs met felle kleuren. Sommige nevenrollen worden als typetje neergezet, met name de cipier en de gehandicapte man. [spoiler]De psychiater met paars haar op het einde blijft altijd vriendelijk, hoe onbeschoft hij zich ook gedraagt.[/spoiler]

Visueel is het strak vormgegeven. Een terugkerend patroon is een symmetrische vorm met hoog in het midden een lamp. Dat komt voor in de tunnel en in verschillende gebouwen. Gezagdragers worden in kikkerperspectief getoond, soms vanuit een scheve hoek, om een onstabiel wereldbeeld weer te geven. In het begin zien we een close-up van Alex gevolgd door een achterwaarts tracking shot. Hij heeft een dolle blik in z'n ogen. Later komt een buste van Beethoven in beeld met een gelijkaardige blik. Dat "boze oog" gebruikt Alex ook als manchetknoop, en dan zijn er de [spoiler]met haken opengesperde ogen tijdens z'n behandeling[/spoiler].

Symmetrie zit niet alleen in de visuele vormgeving, maar ook in de drie bedrijven. In het derde bedrijf herkent Alex de personages uit het eerste bedrijf en wordt hij herkend door het zingen van [i]Singin' in the Rain[/i]. Gene Kelly was hier naar het schijnt niet over te spreken.

In het tweede bedrijf zit de grote ommekeer. Behavioristen willen Alex omvormen tot een voorbeeldig burger. Als een hond van Pavlov willen ze hem conditioneren om een gevoel van walging te krijgen bij de gedachte aan geweld. In de jaren '60 kregen psychiaters meer invloed op rechtszaken. Er was de tegenstelling links-rechts tussen degenen die geloofden in repressie van misdadigers en degenen die hen wilden heropvoeden. Twee weken is wel zéér kort om iemands karakter ingrijpend te veranderen.

Het taaltje, het Nadsat, bevat veel uit het Russisch afgeleide woorden. [i]Droog[/i] komt van [i]droeg[/i] (vriend); [i]Horrorshow[/i] komt van [i]horosjo[/i] (goed); [i]viddy[/i] komt van [i]videt[/i] (zien). Andere woorden zijn meer een soort kindertaaltje, zoals [i]eggiweg[/i] voor [i]ei[/i]. De zwerver spreekt Cockney rhyming slang. [i]Cutter[/i] (geld) rijmt op [i]bread and butter[/i]. De titel is afgeleid van [i]orang[/i], Maleis voor [i]persoon[/i]. Het gaat over een persoon die de vrijheid verliest om morele keuzes te maken en nog slechts fungeert als een radertje in een uurwerk.

Hoge en lage cultuur gaan op een merkwaardige manier samen. Barbaarse daden worden gepleegd door een liefhebber van klassieke muziek. Zelfs de deurbel van het echtpaar Alexander speelt het noodlotsmotief van de Vijfde van Beethoven. De treurmars van Purcell wordt op een synthesizer gespeeld, toen een futuristisch instrument. [i]Land of Hope and Glory[/i] wordt ironisch gebruikt. Het taalgebruik van Alex is grof, maar als verteller is hij soms dickensiaans: "your humble narrator".

Het is controversieel omdat geweld getoond wordt uit het standpunt van de misdadiger, zodat je met hem mee gaat leven. Z'n slachtoffers worden niet sympathiek voorgesteld; we krijgen alles door de ogen van een gestoorde persoonlijkheid te zien. De originaliteit in stijl, taalgebruik en inhoud is echter zelden geëvenaard.

Als vliegenier tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg Roald Dahl vaak te maken met mechanische defecten. Met z'n fantasierijke geest weet hij die aan kleine wezentjes die opzettelijk vliegtuigen saboteerden. Die wezentjes noemde hij gremlins. Zijn debuutroman gaat er al over, maar het is vooral hier dat hij het idee verder uitgewerkt heeft. Wanneer hij de demonische smeerlapjes beschrijft, is dat met de kinderlijke speelsheid van z'n latere jeugdboeken. Andere passages, vooral in de tweede helft, zijn echter bloedernstig en meer op volwassenen gericht. Het begint al met een citaat van Isocrates dat evengoed uit 2023 had kunnen komen.

Het is geïnspireerd door de angst voor de atoombom, die dreigde te leiden tot de Derde Wereldoorlog. Dit zware thema wordt met humor benaderd via het standpunt van de gremlins, die hopen dat de mensheid zichzelf zal vernietigen. Behalve de nucleaire dreiging is er ook het gevaar van biologische oorlogsvoering, bijvoorbeeld met een virus uit een Chinees laboratorium. Sommige voorspellingen zijn uitgekomen, met name de Koude Oorlog. Zowel communisme als kapitalisme krijgen een veeg uit de pan. Voorlopig heeft de mensheid zichzelf nog niet uitgeroeid, maar sommige dreigingen blijven brandend actueel.

You can blame Rupert Pupkin for being obsessed with fame, but you can also sympathize with him. What he really wants is to prove to his math teacher that he isn't a nobody after all. In his fantasy he's a celebrity, and he loses touch with reality. Robert De Niro is dressed like someone who's ready to climb the stage at any time. He and Jerry Lewis used improvisation. Scorsese shows some of the weirdos that can be found in New York.

Isabel Allende, Lyudmila Ulitskaya, Chimamanda Ngozi Adichie, David Mitchell, Michel Faber, Ian McEwan, Michel Faber, Yann Martel, Orhan Pamuk, Abdulrazak Gurnah

Louis Paul Boon had een volkse en een intellectuele kant. Hij was op de hoogte van de literaire stromingen, maar was ook geboeid door de populaire cultuur. Hier verwerkt hij vier verschillende verhaallijnen binnen een raamvertelling, in een gemeente met de symbolische naam Taboe.

Het verhaal van de heer Wadman is geïnspireerd door de sensatieverslaggeving rond de Londense seriemoordenaar. Door de schaamteloze manier van vertellen ga je meeleven met een psychopaat. De fotocollectie van dominee Radhman lijkt op de Fenomenale Feminatheek van Boon zelf, die destijds nogal wat stof op deed waaien. Beauty Kitt is gebaseerd op wat roddelblaadjes schreven over Marilyn Monroe. De vierde verhaallijn is een parabel met veel symboliek. Een naar boven wijzende driehoek staat voor het hemelse en verhevene; een naar beneden wijzende driehoek voor hel en verdoemenenis.

Boon maakt een onderscheid tussen de woorden immoreel en amoreel. Immoreel betekent dat iemand zondigt tegen de moraal; amoreel betekent dat er helemaal geen moraal is. Boon bespot de bekrompenheid van de burgerlijke samenleving en de schijnheiligheid van de Kerk. Hij stelt Hollywood ("Hemelland") voor als de nieuwe religie van deze tijd, met celebrities als de te aanbidden idolen. Oud en nieuw delen in de klappen.

Koerkov beschrijft het wel en wee van een Jan met de pet die de oorlogssituatie in Oekraïne probeert te overleven. In 2016 zijn Sergejitsj en Pasjka de enige twee bewoners die een gehucht in Donbas nog niet ontvlucht zijn. Ze bevinden zich tussen twee vuren. Aan de ene kant is er het Oekraïense leger dat de eenheid wil bewaren; aan de andere kant zijn er de pro-Russische separatisten die willen dat Donbas zich afscheidt van Oekraïne. Sergejitsj leeft in miserabele omstandigheden. Als voormalig mijnwerker lijdt hij aan stoflong. Z'n enige levensvreugde vindt hij als imker in de bijenteelt.

Halverwege beslist hij met z'n Lada naar de Krim te trekken, waar het klimaat beter is voor z'n bijen. Sinds twee jaar is de Krim geannexeerd door Rusland, dus krijgt hij te maken met de Russische politie (Berkoet) en geheime dienst (FSB). Hij raakt bevriend met enkele Krim-Tataren, een islamitische minderheid die gedeporteerd dreigt te worden. Volgens Poetin is de Krim "heilige Russische grond".

De titel verwijst naar de "grijze zone" in Donbas die betwist wordt tussen de twee partijen, maar ook naar een droom over bijen in een grijs legeruniform. S verkiest de natuurlijke orde boven de menselijke. Hij vergelijkt de "wachters" voor een bijenkorf met de Russische soldaten. Het geroezemoes op een begrafenis doet hem denken aan het gezoem van de bijen. Als alternatieve geneeswijze slaapt hij soms op een matras boven op z'n bijenkorven. Deze zeer actuele roman is geen politiek pamflet, maar schetst een poëtisch beeld van het dagelijkse leven in een land dat verscheurd wordt door oorlog.

Dr. Robert heeft het voorkomen van een verstandsmens. Daaronder gaat echter een gevoelsmens schuil met een obsessie. Via de flashbacks worden zijn drijfveren geleidelijk aan duidelijk. Zijn laboratorium is een moderne versie van de burcht van Frankenstein, klinisch grijs en wit, met hier en daar een heldere tint blauw of rood. Hij is de beeldhouwer Pygmalion die z'n Galatea tot leven wil brengen. Ze is zijn object, hij is haar voyeur. Zoals het bonsaiboompje waar hij in z'n vrije tijd aan werkt, wil hij haar manipuleren. Hij wil Schepper spelen, maar volgens de wetten van het verhaal moet deze hoogmoed bestraft worden. Onvermijdelijk [spoiler]zal z'n schepsel tegen hem in opstand komen[/spoiler].

Vera zit opgesloten in een kamer; [spoiler]Vicente zit opgesloten in Vera's lichaam[/spoiler]. Het is platonisch dualisme: het lichaam als omhulsel van de ziel. Hij/zij lijkt op de kunstwerken in het gebouw. Als een Venusfiguur van Titiaan ligt ze op haar rode bed gedrapeerd. Venus werd geboren uit de geslachtsdelen van Uranus. Vera belichaamt het ideaal van vrouwelijke schoonheid. Haar tegendeel Zeke staat voor primitieve mannelijkheid en dierlijke agressie. Marilia is het meest evenwichtige personage, maar [spoiler]uit haar genen zijn wel twee geesteszieke zonen voortgekomen[/spoiler].

Er zitten ernstige onderwerpen in, zoals de vraag of transgenese bij de mens verboden moet blijven en of dergelijke experimenten in het geheim al niet gebeuren. De vervagende grens tussen mannelijk een vrouwelijk is een terugkerend thema bij Almodovar, net als afwijkend seksueel gedrag en iemand vastbinden aan een meubel. Er zit ook humor in, zoals wanneer dr. Robert [spoiler]een beetje aftershave aankondigt, wat dan morfine blijkt[/spoiler].

Antonio Banderas speelt z'n rol terughoudend, niet als de stereotiepe krankzinnige wetenschapper maar als een koele manipulator. Elena Anaya is bijzonder lenig en ziet er jonger uit dan zesendertig. Door hun [spoiler]gelijkaardige manier van bewegen wordt het aannemelijk dat zij en de tengere Jan Cornet hetzelfde personage spelen voor en na de transformatie[/spoiler]. Het is een oude mythe over hybris, obsessie, gevangenschap, identiteit, geduld en opstand. De vioolarpeggio's van Alberto Iglesias voegen er een klassieke waardigheid aan toe.

Here's a list of fifteen "essential" novels by Dutch writers. The original Dutch titles are in square brackets when the English translation is different. I included two novels for teenagers (Terlouw and Beckman), because they're worth reading for grown-ups too. Harry Mulisch is represented twice.

he literature in my first language deserves some attention. Apart from Anne Frank literature in Dutch doesn't get much international recognition. This is a pity, because there have been some great writers who are worth discovering. Early works of importance are the poetic fable Van den Vos Reynaerde (13th century) and the plays by Joost van den Vondel (17th century).

In the Netherlands there were poets like Piet Paaltjens and Herman Gorter. Several novelists have produced major works. Multatuli and Hella Haasse wrote about the East Indian colony, today's Indonesia. Harry Mulisch found inspiration in his teenage years during World War II, and treated heavy topics like philosophy, religion and history. He's one of the "Great Three", next to Hermans and Reve. For younger people there are the children's books by Annie M. G. Schmidt and the teenage adventures by Jan Terlouw. Here's a list of some of the best Dutch novels available in English translation:

Professor Higgins is ervan overtuigd dat beschaving niet aangeboren is maar aangeleerd. Zoals de mythische beeldhouwer Pygmalion construeert hij zelf de ideale vrouw. De vertalers hebben Nederlandse dictiezinnetjes gebruikt als equivalent van de Engelse. [i]The rain in Spain stays mainly in the plain[/i] wordt dan [i]Het Spaanse graan heeft de orkaan doorstaan.[/i] Audrey Hepburn had niet echt een Cockneyaccent, maar in die tijd geloofden ze dat iemand uit de bovenklasse gemakkelijker een personage uit een lagere klasse neer kon zetten dan omgekeerd ([i]acting down[/i]). In haar liedjes zit soms een stuk parlando in haar eigen stem, maar zodra het melodieus wordt, neemt de zangstem van Marni Nixon het over, wat wel erg duidelijk te horen is. Rex Harrison heeft het ideale accent voor iemand van de Engelse upper class.

Het eerste uur is heel leuk, daarna wordt het wat langdradig en voorspelbaar. De droge wetenschapper en verstokte vrijgezel [spoiler]zal natuurlijk ontdooien[/spoiler]. Gelukkig is er nog de komische nevenplot met de oude schooier Alfred Doolittle, die het grappigste liedje heeft met [i]Get Me to the Church on Time[/i]. Colonel Pickering is een charmante gentleman.

De sfeer van zon, zee strand en vakantieliefjes zit er helemaal in, met zomerse beelden van de Bretoense kust en het geluid van meeuwen op de achtergrond. Gaspard heeft een donkere krullenbol, een jong lijf een zonnebril en een gitaar, dus is hij populair. Hij moet kiezen tussen drie vrouwen, wat tot ontzettend ingewikkelde situaties leidt. Van de sympathiekste weet hij niet zeker of hij haar kan krijgen; bij de twee anderen kan hij zichzelf niet zijn.

Een café is een geschikte locatie voor een sitcom. Er hangt een gezellig sfeertje. De medewerkers en de stamgasten zijn de vaste personages, maar er stappen ook mensen binnen van allerlei slag, die elk hun eigen verhaal meedragen. Elke aflevering begint met een teaser - een kort, komisch voorfilmpje dat op zichzelf kan staan. Dan volgt het kenwijsje Where Everybody Knows Your Name, waarin Gary Portnoy het café bezingt als een plaats om even te ontsnappen aan de zorgen van alledag.

De beperking in ruimte wordt gecompenseerd door de briljant geschreven dialogen en de chemie tussen de acteurs. De humor is verbaal en situationeel, met gevatte replieken, double entendre en misverstanden. Men bekokstoft plannetjes en probeert elkaar te slim af te zijn. Een deel van de kwaliteit komt echter van de ernstige thema's die erin verwerkt zitten.

Het is ironisch dat een nuchtere alcoholist een drankgelegenheid uitbaat. Sam Malone begon een supporterscafé voor de Boston Red Sox nadat hij z'n eigen honkbalcarrière op moest geven wegens een blessure. Van z'n verleden als rokkenjager getuigt het beruchte Zwarte Boekje, maar tijdens de reeks volgen weinig nieuwe veroeveringen. Tussen hem en Diane bestaat een mengeling van aantrekking en afstoting. Tijdens hun dialogen kunnen ze heel snel overschakelen van het ene naar het andere, en van een spottende naar een gevoelige toon.

De nevenpersonages hebben hun eigen karakter. Cliff is de kampioen van de triviale weetjes; Norm (!) de gezellige papzak die nooit lang een job kan houden; Coach het sympathieke warhoofd; Carla de cynische vrouw met te veel kinderen. Ook sommige gastrollen zijn erg leuk, vb. de oplichter Harry the Hat. Dit blijft mijn favoriete Amerikaanse komische serie.

De titel slaat in eerste instantie op Louis Bernard, die op de hoogte is van een plannen van de schurken. Hij wordt vermoord omdat hij te veel weet. Aangezien hij nog gauw wat informatie doorgeeft, wordt dr. McKenna (James Stewart) een toevallige held. Hij twijfelt over beslissingen en volgt al eens een vals spoor, maar blijft doorzetten. Het emotionele karakter van z'n vrouw (Doris Day) ziet hij als een nadeel, maar uiteindelijk zal dat een voordeel blijken. Ook mevrouw Drayton ontwikkelt een band met het kind, hoewel ze bij de slechteriken hoort. De Oostenrijker Reggie Nalder ziet er angstaanjagend genoeg uit om de gewetenloze huurmoordenaar te spelen dankzij die brandwonden op z'n gezicht.

Het is een politieke thriller waarin een aanslag op een buitenlands staatshoofd voorkomen moet worden. Het land is fictief; de vlag bestaat niet. De spanning wordt opgedreven door de tijdsdruk. Ze hebben slechts een beperkte tijd om de aanslag te verhinderen en om hun kind te redden. De klok tikt, de hectiek neemt toe. Er zijn ook grappige momenten om de spanning te verlichten: de opmerking over de slakken, James Stewart die niet weet waar hij z'n lange benen moet laten, de scène met de opgezette wilde dieren.

Marrakesh biedt een mooier decor dan de versie uit 1934, met dromedarissen, acrobaten en een drukke markt. In Londen is een dubbeldekker te zien. Ambrose Chapel was een kerk in Brixton in Zuid-Londen. Sets op locatie werden gecombineerd met studio-opnamen, soms voor een scherm met bewegende beelden. Er zijn enkele schoonheidsfoutjes. Twee figuranten hebben blijkbaar een binnenweg genomen, want ze bereiken de Royal Albert Hall vóór de gehaaste Doris Day, hoewel ze eerst achter lagen. Wanneer de schurken wegrijden, zie je dat de echte chauffeur links zit in plaats van rechts.

De muziek is geïntegreerd in de intrige. Ten eerste dient Que Sera, Sera als herkenningselement tijdens de ontknoping. Ten tweede is er de cantate Storm Clouds van Arthur Benjamin, waarin die ene aangekondigde bekkenslag moet dienen om het geluid van het pistoolschot te camoufleren. De naam Bernard Herrmann staat op een affiche en hij is te zien als dirigent. Voor een beperkt aantal scènes schreef hij originele muziek in z'n herkenbare stijl.

Terwijl de schurken ontsnappen uit Ambrose Chapel, staat Doris Day tegelijk te wachten aan de voorkant. Eén camerashot toont twee dingen tegelijk, zodat de kijker meer weet dan de personages. Een gelijkaardig shot zou Hitchcock twee jaar later in Vertigo gebruiken. De finale is een grootschalige, woordeloze montage in Royal Albert Hall, met een steeds snellere afwisseling tussen verschillende simultane gezichtsstandpunten.

This tightly constructed drama shows a family that seems happy and successfull at first glance, but soon conflicts arise from below the surface. The confrontations between the characters are intense. Following the principles of Dogme 95 everything is filmed with a hand-held camera, without special effects or background music. This makes it look very realistic, as if you're another guest at the party. Flashbacks are forbidden, but the presence of the ghost of the drowned daughter is suggested. One scene uses crosscuts between simultaneous events that have something to do with water.

In de jaren '80, het laatste decennium van de Koude Oorlog, waren er betogingen tegen kernwapens en tegen werkloosheid, protestacties van Greenpeace, en aanslagen van de C.C.C. en de IRA. Doris Lessing, die ooit zelf lid was van de Britse Communistische Partij, brengt een levendige, realistische beschrijving van het woelige politieke klimaat in deze periode.

Centraal staan de bewoners van een krakerspand in Londen. Het zijn marxistische idealisten die zich afzetten tegen de kleinburgerlijke maatschappij. Ze zijn tegen kapitalisme en imperialisme. Het conservatieve bewind van Margaret Thatcher beschouwen ze als een nieuwe vorm van fascisme. Ze willen ijveren voor sociale rechtvaardigheid, het milieu en vrouwenemancipatie. Ze beschouwen zichzelf als vrijheidsstrijders, revolutionairen en wereldverbeteraars. Tegenstanders zouden hen beschrijven als werkschuw, langharig tuig.

Alles wordt verteld door de ogen van Alice. Haar eerste doel is het bewoonbaar maken van het kraakpand en daarover afspraken te maken met de locale overheid. Ze hoopt dat de krakersgemeenschap een echte commune wordt, maar in de praktijk blijkt het moeilijk samen te wonen met mensen met een totaal verschillende achtergrond. Algauw volgen er ruzies over geld en huishoudelijke taken. Twee bewoners doen al het werk, terwijl de rest profiteert.

Sommige activisten houden het bij betogen en pamfletten uitdelen, terwijl anderen radicaliseren. Een "goede terrorist" is iemand die aanslagen pleegt in naam van een ideaal. Volgens Lenin moesten er offers gebracht worden voor de revolutie. Wat zijn een paar tientallen slachtoffers als je daarmee de wereld kunt verbeteren? In de praktijk kan dit leiden tot zinloos bloedvergieten, zonder dat iets van de idealen gerealiseerd wordt. Politiek en extremisme zijn heikele onderwerpen voor een roman, maar Doris Lessing brengt het er wonderwel vanaf.

Volgens Lenin moest een revolutionair bereid zijn om offers te brengen voor de goede zaak.

De meest iconische figuur uit de Belgische tv-geschiedenis blijft kapitein Zeppos. Z'n woning, de Hertboomwindmolen in Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek (Roosdaal), werd omgebouwd tot museum-brasserie. Een Antwerps café werd naar hem genoemd. Hij werd geïmiteerd en geparodieerd, maar nooit geëvenaard. Het herbekijken van jeugdreeksen kan tegenvallen, maar in dit geval zat ik op het puntje van m'n stoel. En ik heb eindelijk de plot begrepen.

Het speelt zich af in Belder, een fictief dorpje in het Pajottenland. Je beleeft het avontuur uit het standpunt van de weesjongen Ben. In de jeugdboekenreeks is hij een tiener, maar hier wordt hij gespeeld door de volwassen Raymond Bossaerts. Senne Rouffaer was een topacteur op de planken, maar werd bij het grote publiek met deze rol. Hij draagt een pruik, een pofbroek en laarzen; geschikt om het paard Philos te berijden. Hij maakt er geen stoere, onoverwinnelijke held van, maar een sluwerd die met een degen overweg kan. Rouffaers levenspartner Vera Veroft speelt de mysterieuze Ariane Despinal. Bekende acteurs in een nevenrol zijn Ward De Ravet, Jan Reusens, Jacky Morel en Dora van der Groen.

Het is ingewikkeld mysterie met vermommingen, dubbele identiteiten, geheime gangen, verdwijningen, ontsnappingenen cliffhangers. Mijn favoriete citaat is een onthulling in aflevering 6: "Zwartjekker, de dame met het masker en Ariane Despinal zijn één en dezelfde persoon!" In aflevering 11 zitten twee formidabele scènes zonder tekst: een parodie op een boksmatch, en een actiescène waarin iemand in de laadbak van een kraan terechtkomt. Volkse nevenpersonages zijn Gust de postbode, Miel de Stroper en de bazige oma. Ambachtelijk bakken en dorpsroddel geven couleur locale. Er zijn veel buitenopnames met mooie natuur, een moeras, een kasteel en de windmolen.

Zoals gebruikelijk in BRT-reeksen wordt er ABN gesproken, zelfs door de schurken. Dat taalgebruik doet wat schools aan, maar de acteurs doen het natuurlijk klinken. Sommige uitdrukkingen hoor je vandaag niet vaak meer: "Dat varkentje zullen we even wassen!", "Hoe een dubbeltje rollen kan!" Het kenwijsje Living It Up van Bert Kaempfert, met swingend ritme en kleurrijke instrumentatie, brengt je meteen in de stemming voor dit stukje tv-geschiedenis.


Single met eventuele hitnotering(en) in de Nederlandse Top 40 Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
Family Affair 15-09-1973 -
TSOP (The Sound Of Philadelphia) 16-03-1974 20 8 met The Three Degrees
Love Is the Message 27-07-1974 - met The Three Degrees
The Zip 07-02-1976 26 5
Let's Go Disco 13-03-1976 -


Charles Boyer
Charles Boyer in de trailer van Tovarich (1937)
Algemene informatie
Geboren 28 augustus 1899
Overleden 26 augustus 1978
Land Vlag van Frankrijk Frankrijk
Werk
Jaren actief 1920 - 1976
Beroep Acteur
(en) IMDb-profiel
(en) IBDB-profiel
Portaal  Portaalicoon   Film

O