Gebruiker:Jeroen N/Arbitragereglement

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zie deze pagina voor een algemene en artikelsgewijze toelichting bij het conceptreglement.

Arbitragereglement (concept)

Afdeling 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In dit reglement en de daarop berustende bepalingen worden verstaan onder:

a. de commissie: de arbitragecommissie van de Nederlandstalige Wikipedia;
b. checkuser: een gebruiker met toegang tot de checkuserfunctie op de Nederlandstalige Wikipedia;
c. geregistreerde gebruiker: een gebruiker die ten minste 30 dagen geregistreerd is bij de Nederlandstalige Wikipedia en ten minste 100 bewerkingen heeft uitgevoerd, vandalisme en (semi-)automatische bewerkingen daar niet onder begrepen;
d: verzoeker: de gebruiker die een verzoek in de zin van artikel 5, eerste lid, artikel 6, eerste lid, of artikel 15, eerste lid heeft ingediend;
e: partij: de verzoeker, de gebruiker tegen wie het verzoek zich richt, of de gebruiker ten aanzien van wie op enig moment een uitspraak van kracht is.

Artikel 2. De commissie en haar doelstelling

  1. De commissie is in hoogste instantie belast met de beslechting van geschillen tussen geregistreerde gebruikers, en met de behandeling van beroepen ingesteld tegen bewerkingsblokkades.
  2. De commissie benoemt en ontslaat de checkusers conform afdeling 4 van het reglement, onverminderd het op Meta-Wiki vastgestelde CheckUser-beleid.
  3. De commissie doet uitspraak in de vorm van voor partijen bindende beslissingen. Ze gaat uit van de gebruiksvoorwaarden en de door de gemeenschap vastgestelde regels en richtlijnen.
  4. De commissie is niet bevoegd tot vaststelling van de inhoud van artikelen en richtlijnen.

Artikel 3. Samenstelling en verkiezing van de commissie

  1. De commissie bestaat uit ten hoogste negen arbiters.
  2. De arbiters worden gekozen uit en door de gemeenschap van de Nederlandstalige Wikipedia. Verkiezingen vinden ten minste eenmaal per twee jaar plaats.
  3. De wijze van verkiezing, afzetting en tussentijdse vervanging wordt geregeld bij een aan het reglement toe te voegen verkiezingsreglement.

Artikel 3a. Homogeniteitsvereiste en geheimhouding

  1. Een arbiter handelt niet tegen een besluit van de commissie. Een arbiter die zich niet met een besluit van de commissie kan verenigen treedt af.
  2. Ten aanzien van hetgeen ter beraadslaging besproken wordt bestaat een geheimhoudingsplicht.

Afdeling 2. Arbitrage

Artikel 4. Voorwaarden voor behandeling

Geregistreerde gebruikers die bij een conflict betrokken zijn dat niet meer door gezamenlijk overleg kan worden opgelost, kunnen bij de commissie een verzoek om arbitrage indienen.

Artikel 5. Wijze van aanhangig maken van een arbitragezaak

  1. Een arbitragezaak wordt aanhangig gemaakt door het indienen van een verzoek tot het treffen van maatregelen tegen een of meer bij naam genoemde geregistreerde gebruikers.
  2. Het verzoek wordt ingediend door het sturen van een e-mail naar .
  3. Het verzoek bevat de gronden waarop het rust, en de namen van alle bij het conflict betrokken gebruikers.
  4. De commissie bevestigt onverwijld de ontvangst van het verzoek en stelt zo nodig alle betrokkenen ervan op de hoogte.

Artikel 6. Tegenverzoeken

  1. Iedere partij kan op zijn beurt een verzoek aan de commissie richten tot het treffen van maatregelen tegen de verzoeker in de hoofdzaak.
  2. Het verzoek wordt toegevoegd aan de zaakpagina van de hoofdzaak. Artikel 5, vierde en vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6a. Het zaakregister

  1. De commissie houdt een openbaar register bij waarin zij, voor iedere zaak afzonderlijk, achtereenvolgens aantekent:
    1°. de datum waarop het verzoek en eventuele tussentijdse verzoeken en tegenverzoeken ontvangen zijn;
    2°. de gebruikersnamen van partijen en alle bij het conflict betrokken gebruikers;
    3°. de aard van het verzoek, alsmede een korte inhoudsindicatie;
    4°. eventuele tussentijdse uitspraken;
    5°. de einduitspraak.
  2. De inschrijving vindt plaats terstond nadat het inschrijfbare feit zich heeft voorgedaan.

Artikel 7. Wijze van behandeling

  1. De commissie beslist over de ontvankelijkheid van het verzoek. Als zij van oordeel is dat het verzoek niet aan de voorwaarden voor behandeling voldoet spreekt zij uit dat het verzoek niet-ontvankelijk is.
  2. Als de commissie oordeelt dat het verzoek aan de voorwaarden voor behandeling voldoet, deelt zij aan partijen mee dat zij de zaak in behandeling neemt en benoemt zij een scheidsgerecht overeenkomstig een intern reglement.
  3. Het scheidsgerecht bestaat uit drie arbiters, tenzij de omvang van de zaak noopt tot behandeling door vijf arbiters. De samenstelling wordt onverwijld na de benoeming op de zaakpagina bekendgemaakt.

Artikel 8. Ontheffing en vervanging van arbiters

  1. Een arbiter wordt op eigen verzoek, onder vermelding van de reden, door de commissie van zijn opdracht ontheven.
  2. Een arbiter wordt, op grond van feiten of omstandigheden waardoor een onpartijdige behandeling van de zaak schade zou kunnen lijden, op gezamenlijk verzoek van partijen van zijn opdracht ontheven, zulks ter beoordeling van de commissie.
  3. Een arbiter wordt in ieder geval van zijn opdracht ontheven als en zodra:
    a. hij of ten minste de helft van de overige leden van de commissie van oordeel is dat hij te zeer bij de zaak betrokken is; of
    b. hij voorafgaand aan de benoeming al direct of indirect een mening over de zaak aan een van de betrokkenen kenbaar heeft gemaakt.
  4. Vervanging van een van zijn opdracht ontheven arbiter vindt plaats overeenkomstig het interne reglement, bedoeld in artikel 7, tweede lid.

Artikel 9. Onderzoek van de zaak

  1. Het scheidsgerecht stelt partijen over en weer in de gelegenheid hun standpunten naar voren te brengen en toe te lichten en zich over elkaars standpunten en alle in het geding gebrachte informatie uit te laten. Het waakt tegen onredelijke vertraging en treft zo nodig maatregelen ter voorkoming hiervan.
  2. Het scheidsgerecht kan inlichtingen inwinnen bij partijen, deskundigen en betrokkenen. Partijen worden in de gelegenheid gesteld op de verkregen inlichtingen te reageren.
  3. Uit een weigering van een partij om desgevraagd inlichtingen te verstrekken kan het scheidsgerecht de gevolgtrekking maken die het geraden acht.
  4. Het scheidsgerecht beslist intern en zo mogelijk bij consensus, en anders bij meerderheid van stemmen, en doet ten slotte uitspraak. De uitspraak geschiedt op grondslag van hetgeen partijen aan hun verzoek en verweren ten gronde hebben gelegd. Het scheidsgerecht baseert zijn oordeel niet ten nadele van partijen op informatie waarover die partij zich niet voldoende heeft kunnen uitlaten.

Artikel 10. Omgang met vertrouwelijke informatie

  1. In afwijking van artikel 9 kan het scheidsgerecht zijn beslissing mede baseren op informatie waarvan niet door alle partijen kennis is genomen, als:
    i. de gebruiker die de informatie aanlevert verklaart dat het vertrouwelijke informatie betreft die om gewichtige redenen geheimgehouden moet worden; en
    ii. de informatie aan ten minste één arbiter is overgelegd en deze na kennisneming daarvan tot het oordeel is gekomen dat geheimhouding inderdaad gerechtvaardigd is; en
    iii. de verkregen informatie zoveel als mogelijk wordt omschreven.
  2. De arbiter, bedoeld in het eerste lid, hoeft geen lid van het scheidsgerecht te zijn.

Artikel 11. Voorlopige maatregelen

  1. Iedere partij kan het scheidsgerecht verzoeken een maatregel te treffen voor de duur van het geding. Het scheidsgerecht behandelt het verzoek met bekwame spoed.
  2. Tegen de inwilliging van een verzoek als bedoeld in het eerste lid staat gedurende zeven dagen bezwaar open bij hetzelfde scheidsgerecht. De afwijzing van een verzoek om voorlopige maatregelen is niet vatbaar voor bezwaar.

Artikel 12. De uitspraak

  1. Het scheidsgerecht publiceert zijn uitspraak op de zaakpagina en stelt alle partijen daarvan onverwijld op de hoogte. Tenzij uit het reglement anders voortvloeit bevat de uitspraak de gronden waarop zij rust.
  2. Als het scheidsgerecht een verzoek gegrond verklaart, legt het aan de partij tegen wie het verzoek zich richt een of meer van de in het volgende artikel genoemde maatregelen op, een en ander voor zover het dit op grond van het onderzoek van de zaak geboden acht.
  3. Het scheidsgerecht stelt de maximale duur van de getroffen maatregelen vast.
  4. Het scheidsgerecht kan bepalen dat de partij die een maatregel opgelegd krijgt bij iedere overtreding van die maatregel voor een door het scheidsgerecht te bepalen duur wordt geblokkeerd. Het stelt in dat geval een maximumduur vast, die niet meer bedraagt dan zes maanden.

Artikel 13. Maatregelen

  1. De maatregelen, bedoeld in artikel 12, zijn:
    a. een zakelijke terechtwijzing;
    b. een berisping;
    c. een blokkade voor bepaalde tijd van ten hoogste één jaar of een blokkade voor onbepaalde tijd;
    d. ontzetting uit de gebruikersgroep misbruikfilterredacteur of terugdraaier;
    e. een verbod om bepaalde pagina's of categorieën van pagina's of naamruimtes te bewerken;
    f. een verbod om bepaalde nader omschreven bewerkingen uit te voeren;
    g. een verbod om in contact te treden met bepaalde gebruikers.
  2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, onder c, d, e, f en g, kunnen ook gezamenlijk worden opgelegd.
  3. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, onder c en d, kunnen ook voorwaardelijk worden opgelegd, en worden alsdan niet ten uitvoer gelegd dan nadat het scheidsgerecht dat de maatregel heeft opgelegd, zulks heeft gelast op grond dat de betrokkene binnen een bij die oplegging te bepalen proeftijd van ten hoogste twee jaar een gestelde voorwaarde niet is nagekomen.
  4. Bij oplegging van de maatregel, bedoeld in het eerste lid, onder d, kan tevens als maatregel worden opgelegd een ontzetting van het recht binnen een te bepalen termijn van ten hoogste twee jaar opnieuw tot de betreffende gebruikersgroep te worden toegelaten.

Afdeling 3. Beroep tegen bewerkingsblokkades

Artikel 14. Voorwaarden voor behandeling

  1. Een geregistreerde gebruiker die een bewerkingsblokkade heeft opgelegd gekregen van zeven dagen of langer, of voor onbepaalde tijd, kan daartegen – zolang de blokkade loopt – beroep instellen bij de commissie.
  2. De gebruiker die voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, legt de blokkade eerst ter herbeoordeling voor op Wikipedia:Verzoekpagina voor moderatoren/RegBlok of op zijn overlegpagina.
  3. Het tweede lid is niet van toepassing op blokkades opgelegd wegens sokpopmisbruik.
  4. Als niet binnen 48 uur op het in het tweede lid bedoelde verzoek is beslist, kan de gebruiker zijn zaak aanhangig maken zonder die beslissing te moeten afwachten.

Artikel 15. Wijze van instellen van het beroep

  1. Het beroep wordt ingesteld door het indienen bij de commissie van een gemotiveerd verzoek tot opheffing van de blokkade.
  2. Het verzoek wordt ingediend door het sturen van een e-mail naar .
  3. De commissie bevestigt onverwijld de ontvangst van het verzoek en deelt de verzoeker zo nodig onverwijld mede of zij de behandeling aanhoudt tot aan de eis van artikel 14, tweede lid is voldaan.
  4. De commissie publiceert het verzoek onverwijld op een nieuwe subpagina van Wikipedia:Arbitragecommissie/Zaken. Vertrouwelijke informatie wordt zoveel als mogelijk omschreven, voor zover deze informatie noodzakelijk is voor een goed begrip van de zaak.

Artikel 16. Beslissing over de ontvankelijkheid

  1. De commissie beslist over de ontvankelijkheid van het beroep. Als zij van oordeel is dat het verzoek niet aan de voorwaarden voor behandeling voldoet spreekt zij als eindoordeel uit dat het verzoek niet-ontvankelijk is.
  2. Als de commissie van oordeel is dat het verzoek aan de voorwaarden voor behandeling voldoet, deelt zij aan de betrokkenen mede dat zij de zaak in behandeling neemt en benoemt zij een uit drie arbiters bestaand scheidsgerecht overeenkomstig een intern reglement. De samenstelling van het scheidsgerecht wordt onverwijld na de benoeming op de zaakpagina bekendgemaakt.
  3. Artikel 8 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17. Onderzoek van de zaak

  1. Het scheidsgerecht onderzoekt de zaak. Het kan daartoe bij de afhandelend moderator om inlichtingen te vragen. Uit een weigering tot medewerking kan het scheidsgerecht de gevolgtrekking maken die het geraden acht.
  2. Het scheidsgerecht stelt de verzoeker in de gelegenheid op eventueel ingewonnen inlichtingen te reageren.
  3. Het scheidsgerecht beoordeelt aan de hand van het ingediende verzoek, de bij de oplegging van de blokkade gegeven toelichtingen, alsmede eventuele inlichtingen verschaft ingevolge het eerste lid en daarop gemaakte opmerkingen, of de moderator – in het licht van de uitgangspunten, regels en richtlijnen van de Nederlandstalige Wikipedia – in redelijkheid tot oplegging van de blokkade kon komen.

Artikel 18. De uitspraak

  1. Het scheidsgerecht publiceert zijn uitspraak op de zaakpagina en stelt alle betrokkenen daarvan onverwijld op de hoogte. Tenzij uit het reglement anders voortvloeit bevat de uitspraak de gronden waarop zij rust.
  2. De beslissing is definitief en strekt tot gegrondverklaring of ongegrondverklaring van het beroep.
  3. Als het beroep gegrond is en de blokkade op het moment van de uitspraak nog voortduurt, is iedere moderator eraan gehouden deze terstond op te heffen.
  4. In afwijking van het tweede lid kan het scheidsgerecht in geval van ongegrondverklaring van het beroep bepalen dat de duur van de blokkade wordt verkort, als de vaststelling daarvan naar zijn oordeel berust op een kennelijke fout.

Afdeling 4. Benoeming en ontslag van checkusers

Artikel 19. Benoeming en ontslag

  1. De commissie benoemt en ontslaat de checkusers naar welgevallen, zodanig dat er nooit minder dan twee en nooit meer dan vijf checkusers zijn, onverminderd hetgeen hieromtrent is bepaald in het CheckUser-beleid zoals vastgesteld op Meta-Wiki.
  2. Onverminderd het eerste lid, wordt een checkuser door de gemeenschap ontslagen, als hiervoor bij een formele stemming door ten minste 50% van de stemgerechtigde gebruikers hun steun wordt uitgesproken.
  3. De commissie benoemt geen checkuser, als haar samenstelling zodanig is dat de leden niet de steun genieten van ten minste 30 unieke, bij de arbitrageverkiezingen stemgerechtigde gebruikers.

Afdeling 5. Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 20. Herziening

  1. Op verzoek van een partij of betrokkene kan de commissie een uitspraak herzien:
    a. als sprake is van gewijzigde of onvoorziene omstandigheden die met de uitspraak niet verenigbaar zijn; of
    b. als sprake is van informatie of gegevens die ten tijde van de uitspraak aan het scheidsgerecht niet bekend waren, en waardoor het vermoeden ontstaat dat als deze wel bekend zouden zijn geweest, de uitspraak anders zou zijn uitgevallen.
  2. Het verzoek bevat een duidelijke opgave van de omstandigheden die herziening zouden rechtvaardigen.
  3. De herzieningsprocedure wordt beheerst door de bepalingen die van toepassing waren op de hoofdzaak, met dien verstande dat de samenstelling van het scheidsgerecht niet dezelfde is als bij de behandeling van het oorspronkelijke verzoek.

Artikel 21. Reparatie

  1. Kennelijke fouten die zich voor eenvoudig herstel lenen, worden door de commissie op verzoek van een partij of uit eigen beweging verbeterd.
  2. De commissie gaat niet tot verbetering van een uitspraak over dan na partijen in de gelegenheid te hebben gesteld zich daarover uit te laten.

Artikel 21. Handelingen in strijd met het reglement

  1. Een partij die meent dat is nagelaten te handelen overeenkomstig enige bepaling van het reglement, maakt hiertegen zo spoedig mogelijk bezwaar bij het scheidsgerecht dat zijn zaak behandelt, op straffe van verval van recht daarop later, in het arbitraal geding of een herzieningsprocedure.
  2. Als de strijdigheid pas kenbaar is geworden na bekendmaking van de einduitspraak levert dit een omstandigheid op die herziening mogelijk maakt. Het verzoek om herziening wordt niet later dan zes weken na publicatie van de einduitspraak ingediend.

Artikel 22. Overgangsbepalingen

  1. De Reglementen, zoals laatstelijk gewijzigd op 7 november 2012, worden ingetrokken.
  2. Dit reglement treedt in werking zeven dagen nadat het bij formele stemming is aangenomen.
  3. Dit artikel vervalt automatisch op het moment van inwerkingtreding.

Verkiezingsreglement van de arbitragecommissie (concept)

Artikel 1. Algemene bepalingen

Dit reglement regelt de wijze van verkiezing, alsmede de afzetting en tussentijdse vervanging, van de leden van de arbitragecommissie van de Nederlandstalige Wikipedia (hierna: de commissie), als bedoeld in artikel 3, derde lid, van het arbitragereglement.

Artikel 2. De kandidaatstelling

  1. Zich kandidaat stellen als lid van de commissie is slechts mogelijk met een bij de Nederlandstalige Wikipedia geregistreerde gebruikersaccount, waarmee voorafgaand aan de eerste dag van de kandidaatstelling ten minste 1000 bewerkingen zijn gedaan, en waarvan de eerste bewerking ten minste negen maanden voor aanvang van de stemming plaatsvond. Bij het bepalen van het aantal bewerkingen worden vandalisme en (semi-)automatische bewerkingen niet meegeteld.
  2. De periode van kandidaatstelling vangt aan veertien dagen voor aanvang van de stemming, en duurt veertien dagen.
  3. Leden zijn onbeperkt herkiesbaar.

Artikel 3. Stemming en stemrecht

  1. De stemming duurt zeven dagen en volgt aansluitend op de kandidaatstellingsperiode. Zij wordt gecoördineerd door een bureaucraat. Bij ontstentenis van een bureaucraat wordt zij gecoördineerd door een moderator. De coördinator is niet tevens kandidaat.
  2. Stemgerechtigd zijn die gebruikers die ten minste 100 bewerkingen hebben gedaan met een bij de Nederlandstalige Wikipedia geregistreerde gebruikersaccount, waarvan de eerste bewerking niet later is gedaan dan dertig dagen voorafgaand aan de eerste dag van de stemming. Bij het bepalen van het aantal bewerkingen worden vandalisme en (semi-)automatische bewerkingen niet meegeteld.
  3. Een stem kan slechts worden uitgebracht met gebruikmaking van de in het tweede lid bedoelde gebruikersaccount. Een gebruiker kan per kandidaat één stem voor of tegen uitbrengen. Neutrale stemmen zijn ongeldig.
  4. Als na het sluiten van de stemming blijkt dat door een gebruiker op één kandidaat meer dan één stem is uitgebracht, worden deze door de coördinator allemaal ongeldig verklaard.

Artikel 4. Toewijzing van de zetels

  1. Een kandidaat is verkozen als ten minste 60% van het aantal geldige op hem uitgebrachte stemmen voor zijn kandidatuur zijn uitgebracht.
  2. Als meer kandidaten verkozen zijn dan het aantal beschikbare zetels, worden de zetels toegewezen aan de kandidaten met het grootste percentage voorstemmen. Bij een gelijke stand bepaalt het lot, tenzij een van de kandidaten zijn kandidatuur intrekt.
  3. Als minder kandidaten verkozen zijn dan het aantal beschikbare zetels, worden voor de niet-toegewezen zetels aanstonds nieuwe verkiezingen uitgeschreven. Verkiezingen blijven uitgeschreven worden tot alle zetels gevuld zijn.

Artikel 5. Tussentijdse verkiezingen

  1. Als door vertrek, afzetting of andere omstandigheden voortijdig een vacature ontstaat, wordt voor deze zetel een tussentijdse verkiezing gehouden.
  2. Geen tussentijdse verkiezingen vinden plaats als dit naar het oordeel van de bureaucraten, gezien de samenstelling van de commissie en de duur tot de volgende verkiezingen, niet opportuun is.

Artikel 6. Afzetting

  1. Iedere gebruiker kan aan de gemeenschap voorstellen een of meerdere leden, of de voltallige commissie, af te zetten. Hij volgt daartoe de Wikipedia:Stemprocedure, onverminderd de navolgende bepalingen.
  2. Een afzetting is geslaagd als een meerderheid van ten minste 55% van het totaal aantal geldige stemmen voor het voorstel is uitgebracht. De leden van de commissie hebben geen stemrecht.
  3. Een lid van de commissie wordt eveneens afgezet als ten minste vijf andere leden daartoe besluiten.

Artikel 7. De zittingsduur

  1. De leden van de arbitragecommissie worden gekozen voor de duur van twee jaar.
  2. Zij blijven na die periode in functie totdat in hun vervanging is voorzien.
  3. Het lid dat deel uitmaakt van een scheidsgerecht blijft in functie tot hij zijn opdracht heeft afgerond, of tot hij van zijn opdracht wordt ontheven.
  4. Voor zover de commissie minder dan vijf leden telt en zij van oordeel is dat zij daardoor niet in staat is nog goed te functioneren, kan zij haar werkzaamheden opschorten.
  5. De gebruiker die ter vervulling van een opengevallen plaats tussentijds tot lid is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij benoemd is, zou hebben moeten aftreden, onverminderd de voorgaande bepalingen.