Gebruiker:JorisEnter/Kladblok/Arrest Grenstractaat Aken

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Grenstractaat Aken
Datum 3 maart 1919
Instantie Hoge Raad der Nederlanden
Rechters S. Gratama, A.J.L. Nypels, J.A.A. Bosch, A. Fentener van Vlissingen, A.P.L. Nelissen
Adv.-gen. Ledeboer
Procedure Cassatie
Vindplaats   NJ 1919, p. 371
ECLI   ECLI:NL:HR:1919:126

Het arrest Grenstractaat Aken (HR 3 maart 1919, NJ 1919, p. 371) is een arrest van de Hoge Raad der Nederlanden over de doorwerking van internationaal recht in de Nederlandse rechtsorde. In dit arrest aanvaardde de Hoge Raad voor het eerst de zogeheten monistische leer, die stelt dat internationaal recht rechtstreeks in de nationale rechtsorde kan doorwerken.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

In het Traktaat van Aken uit 1816 was de grens tussen het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Pruisen vastgelegd; daarbij doorsneed de nieuwe grens reeds bestaande landerijen, waardoor stukken grond van één eigenaar soms zowel in Nederland als in Pruisen kwamen te liggen. Het Traktaat bepaalde mede hierom in artikel 33 dat:

Les cultivateurs dont les propriétés sont situées partie en deçà et partie au delà des frontières, pourront exporter et importer fumier, paille, litières et autres engrais pour la culture de leurs terres, ainsi que toute espèce de récolte, sans pouvoir être assujettis à aucun droit de douane, soit d'entrée, de sortie de transit ou autre de cette espèce. Il suffira qu'ils fassent conster par des certificats de l'autorité locale, qu'ils possèdent et cultivent des propriétés situées au delà des frontières, sans rependant pouvoir se soustraire aux visites des douaniers ou autres ayant commission légale de constater les cas de fraude (...).

— Art. 33 (authentieke tekst, Frans)

De landbouwers wier eigendommen gedeeltelijk aan deze en gedeeltelijk aan gene zijde der grenzen gelegen zijn, zullen stalmest, allerhande stroo, strooisel en andere mestsoorten voor het bebouwen hunner landen, kunnen in- en uitvoeren, alsmede alle soorten van ingezamelde oogst, zonder aan eenig regt, hetzij van in-, uit- of doorvoer of ander van dien aard, onderhevig te zijn. Het zal genoegzaam wezen, dat zij door certificaten van het plaatselijk bestuur doen blijken, dat zij eigendommen aan gene zijde der grenzen bezitten en bebouwen, zonder zich echter te mogen onttrekken aan het onderzoek der tolbeambten, of anderen, die wettiglijk belast zijn de gevallen van sluiking na te gaan (...).

— Art. 33 (vertaling, Nederlands)[1]

Arrest[bewerken | brontekst bewerken]

De Hoge Raad, na de bepalingen van het Traktaat te hebben onderzocht, oordeelde onder meer dat:

Overwegende dat aan den Koning ingevolge artikel 53 der Grondwet van 1815 toekwam het onbeperkte recht om verdragen, die geen afstand of ruiling van grondgebied inhielden met vreemde mogendheden te sluiten en dat voormeld tractaat van Aken van 26 Juni 1816 eenmaal wettig tot stand gekomen en bekrachtigd, had de dubbele werking, dat Nederland tegenover de vreemde mogendheid was gebonden, doch tevens dat aan den in dat tractaat bedoelden gemengden eigenaar toekwam het door een ieder te eerbiedigen recht om vrijelijk, behoudens aangifte bij de ambtenaren der douane, de producten van het deel van zijn eigendom in Nederland gelegen te vervoeren naar het andere deel van dien eigendom buitenslands gelegen;

Overwegende dat dit bijzonder recht bij voormeld tractaat van Aken gegeven aan de personen wier eigendommen werden doorsneden door de bij gemeld tractaat vastgestelde grenzen, hun door de Wet van 3 Augustus 1914 (Staatsblad n° 344) niet is ontnomen, daar deze wet hieromtrent geene bepalingen inhoudt en het bijzonder recht bij voormeld tractaat aan die grensbewoners gegeven, naast het algemeen verbod van uit- en vervoer bestaanbaar is, terwijl voorzeker niet – tenzij de tekst der wet daartoe dwingt – mag worden aangenomen, dat de Nederlandsche wetgever in eenige wet eenzijdig en eigenmachtig zou zijn afgeweken van hetgeen bij bekrachtigd tractaat met een vreemde mogendheid is overeengekomen (cursivering toegevoegd)

Betekenis[bewerken | brontekst bewerken]

Categorie:Nederlands arrest (strafrecht)