Gebruiker:NielsVandewiele/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Spinnerij Leurent (ook gekend als filature Leurent of De Groote Fabrieke) is een voormalige katoenspinnerij in de West-Vlaamse gemeente Avelgem. Deze fabriek werd opgericht in 1907 door de Franse industrieel Henri Leurent en is sedert 2012 omgebouwd naar lofts.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Ontstaan[bewerken | brontekst bewerken]

De Franse ondernemersfamilie Leurent (vertegenwoordigd door de neven Paul en Henri) bezat reeds een spinnerij in Tourcoing. Ze gingen in 1906 op zoek naar een geschikte locatie voor een nieuwe fabriek. De voorkeur ging uit naar een vestiging in buurland België, omdat de sociale onrusten in thuisland Frankrijk het ondernemersklimaat ongunstig beïnvloedden. Een neef uit Antoing raadde hen een locatie in Avelgem aan. De inwoners van de Scheldegemeente stonden gekend voor hun goede arbeidsethos. Bovendien was er in Avelgem een overaanbod aan vrouwelijke werkkrachten, wat voor een spinnerij een pluspunt is. Ten slotte waren er ook voldoende transportmogelijkheden voorhanden. In de buurt van de fabrieksgronden bevindt zich het station van Avelgem: van hieruit was een aansluiting met de (voormalige) spoorlijnen 83 (KortrijkRonse, nu het Guldenspoorpad tussen Marke en Avelgem) en 85 (HerzeeuwLeupegem, nu fietsroute Trimaarzate tussen Spiere en Avelgem) mogelijk.

Voor het ontwerp van de fabriek werd een beroep gedaan op de architecten Liétard en Forest uit Tourcoing. Het gebouw in Manchesterstijl werd opgetrokken in drie bouwlagen, in lijn met het origineel in Tourcoing (waar de grond duurder was en dus uit noodzaak in de hoogte werd gebouwd). Ook de energievoorziening speelde een rol in het ontwerp. Één stoommachine voorzag via drijfriemen de diverse machines van aandrijving; later werd deze door een dieselmotor vervangen. Deze werd geïnstalleerd op de onderste verdieping.

Het was Henri Leurent die uiteindelijk de Avelgemse fabriek zal leiden.

Eerste en Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Al gauw werkten er zo'n 170 mensen in de fabriek. Nog geen tien jaar na de opening brak de Eerste Wereldoorlog uit. De Duitse bezetter vorderde de fabriek op als logistiek centrum (onder andere een munitiedepot) vanwege de aansluiting op het spoorwegennet (en een gepland vliegveld in Avelgem dat er echter nooit kwam). Tijdens beschietingen door de geallieerden moesten de schouw en een deel van het hoofdgebouw het ontgelden. Toch liet de fabriekseigenaar de moed niet hangen: na de oorlog voerde hij een (eerder geplande) verdubbeling van het hoofdgebouw versneld door; ook de 45 meter hoge schouw werd heropgebouwd.

In 1924 richtten 3 zonen van Henri Leurent (Henri Jr, Ignace en François) een vennootschap op voor de uitbating van de spinnerij: s.p.r.l. Leurent Frères. Ignace nam de leiding over van zijn vader Henri.

Tijdens de Slag aan de Schelde aan het begin van de Tweede Wereldoorlog werd een deel van de productie vernietigd door de Britten; dit om te verhinderen dat deze in Duitse handen viel. Wanneer het einde van de oorlog nadert, werd de fabriek ook ingeschakeld om er (al dan niet vermeende) collaborateurs in vast te houden. Ook diende ze tijdelijk als militair hospitaal.

In 1945 kwam Raymond Leurent, de oudste zoon van Ignace, aan het hoofd van de fabriek te staan.

Hoogtepunt[bewerken | brontekst bewerken]

In de periode na de Tweede Wereldoorlog stelde de spinnerij op haar hoogtepunt meer dan 450 personeelsleden te werk. Daarmee was het de grootste werkgever in de streek.

Terugval en overname[bewerken | brontekst bewerken]

Door een stijgende concurrentie met volautomatische katoenspinnerijen in de lageloonlanden en de opkomst van synthetische stoffen kreeg het bedrijf het moeilijk. In 1979 sloot spinnerij Leurent de deuren. Na het faillissement namen de broers Antoon en Maurits Mortier uit Avelgem de gebouwen over, om er samen met de familie Lietaer uit Rekkem een nieuwe onderneming op te starten: N.V. Avelgemse Spinnerij of AVS. In 1992 verhuisde AVS naar een nieuwbouw aan de IJzeren Bareel in het nabijgelegen Spiere omdat de Avelgemse fabriek te sterk verouderd was.[1] Tegenwoordig is AVS onderdeel van de European Spinning Group.

Arlitex[bewerken | brontekst bewerken]

Arlitex was het laatste actieve bedrijf op de site van de spinnerij. Het gebruikte hiervoor de onderste verdieping en enkele burelen. Arlitex produceerde schilderdoeken en overgordijnen voor theaters, en was in handen van de schoonzoon van Antoon Mortier (eigenaar van de gehele site.) Die laatste eiste nog 15 jaar vruchtgebruik voor Arlitex na een eventuele verkoop, wat weer extra vertraging met zich zou meebrengen.[2] Arlitex hield in 2011 op te bestaan.[3]

Productie[bewerken | brontekst bewerken]

In de spinnerij werd katoen (afkomstig uit Azië en Zuid-Amerika) fijngesponnen volgens het Platt-systeem. Dit gebeurde in drie fasen: de voorbereiding (of kaarden), het voorspinnen en het fijnspinnen.

Voor het spinnen werden voornamelijk vrouwen aangeworven: soigneuses en rattacheuses. Een 'soigneuse' beheerde het eigenlijke productieproces, en was verantwoordelijk voor vier machines. Een ploeg 'rattacheuses' moest bij stilstand dan weer zo snel mogelijk alle bobijnen vervangen (520 per machine).

De mannelijke werknemers kregen andere taken toebedeeld. Zij stonden onder meer in voor het draaiende houden van de stoomketel, het onderhoud van het machinepark en diverse andere karweien.

Herbestemming[bewerken | brontekst bewerken]

In 1999 overwoog de gemeente Avelgem de aankoop van dit complex om er de kunstacademie, jeugdhuis Krak en diverse andere gemeentelijke diensten in onder te brengen. Ook het West-Vlaams provinciebestuur en toenmalig Vlaams minister van Cultuur Luc Martens waren te vinden voor de renovatie en bijhorende plannen.

De verkoopprijs van de fabriek bedroeg 32 miljoen BEF [4], maar dit bleek niet het grootste struikelblok te zijn. De geschatte renovatie- en herinrichtingskosten konden immers oplopen tot zo’n 600 miljoen BEF (ongeveer 15 miljoen EUR), wat onhaalbaar leek voor een gemeente met nog geen 10000 inwoners.[5] Hoewel de spinnerij in 2000 werd erkend als beschermd monument, bood dit geen soelaas. Door de bescherming kon er tot 80% subsidies voorzien worden, maar dit gold enkel voor instandhoudingswerken; niet voor een herbestemming. In 2001 werd nogmaals voorgesteld een haalbaarheidsstudie te bestellen, maar dit wordt verworpen. [6] In de plaats werd er beslist een volledig nieuw gemeenschapscentrum te bouwen, het huidige Spikkerelle.

In 2010 werd het complex uiteindelijk verkocht aan vastgoedontwikkelaar m-one (nu Steenberggroep) uit Horebeke. Hierbij werd het hoofdgebouw onderverdeeld in 59 lofts en enkele handelszaken. De werken vingen aan in 2012, en in 2016 namen de eerste bewoners er hun intrek.[7]