Gustave de Jonghe

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Gustave Mathieu Ghislain de Jonghe (Gent, 30 juni 1785Ukkel, 20 april 1846) was een Belgisch politicus. Hij was lid van het Nationaal Congres, gemeenteraadslid van Gent en senator.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Gustave De Jonghe, die ongehuwd bleef, was de jongste van de zes kinderen van Theodore de Jonghe (1747-1828), laatste feodale heer van Ardooie en van Isabelle Vilain XIIII (1755-1827). Hij was een kleinzoon van Jean Jacques Philippe Vilain XIIII. Zijn broer Auguste de Jonghe d'Ardoye was eveneens lid van het Nationaal Congres en werd eveneens senator.

Onder het keizerrijk was De Jonghe onderluitenant bij een regiment jagers te paard.

In 1830 werd hij gemeenteraadslid van Gent. Hij werd verkozen tot een van de twaalf leden van het Nationaal Congres voor het arrondissement Gent. Zoals zijn broer bleef hij volledig zwijgzaam tijdens de openbare zittingen. Hij stemde telkens op dezelfde manier als de meerderheid: voor de onafhankelijkheidsverklaring, voor de eeuwigdurende uitsluiting van de Nassaus, voor de hertog van Nemours als koning, voor Surlet de Chokier als regent, voor Leopold van Saksen Coburg als koning en voor de aanvaarding van het Verdrag der XVIII artikelen.

Van 1834 tot 1845 was hij liberaal senator, verkozen door het arrondissement Kortrijk.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Carl BEYAERT, Biographies des membres du Congrès national, Brussel, 1930, p. 53
  • Jean-Luc DE PAEPE en Christiane RAINDORF-GERARD, Le Parlement belge 1831-1894. Données biographiques, Brussel, Commission de la biographie nationale, 1996, p. 146