Hr.Ms. Tjerk Hiddes (1942)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Hr.Ms. Tjerk Hiddes
Als het Indonesische Gadjah Mada
Geschiedenis
Werf William Denny and Brothers, Dumbarton
Kiellegging 22 mei 1940
Tewaterlating 25 juli 1941
Kostprijs £400.684 zonder wapens, ammunitie en communicatie-apparatuur
In dienst 6 mei 1942 door LTZ 1 W.J. Kruys
Uit dienst 26 februari 1951
Status Gesloopt in 1961 bij Rijsdijk in Hendrik-Ido-Ambacht
Eigenaren
Vroegere eigenaren Royal Navy
Vroegere namen HMS Nonpareil
Latere eigenaren 1 maart 1951 Indonesische marine
Latere namen Gadjah Mada
Algemene kenmerken
Lengte (Loa) 108,7 m
Breedte 10,9 m
Diepgang 3,8 m
Voortstuwing en vermogen Turbines, 30.000 kW
Vaart 15 kn
Portaal  Portaalicoon   Maritiem

De Hr.Ms. Tjerk Hiddes was een Nederlandse torpedobootjager, die als HMS Nonpareil was gebouwd voor de Britse N-klasse.[1] Bedoeld voor dienst in het verre oosten.

Onder Nederlandse vlag vergezelde het de Britse vloot in Kilindini in augustus 1942, en nam deel aan een aantal operaties tegen Vichy-Franse doelen in september.

Op verzoek van de United States Navy werden de Tjerk Hiddes en het zusterschip Hr.Ms. Van Galen toegevoegd aan de US 7th Fleet, gestationeerd in Fremantle. Beide destroyers, vergezeld door de kruiser Hr.Ms. Jacob van Heemskerck, vertrokken uit Kilindini naar Fremantle, waar ze 25 oktober 1942 aankwamen.

In december 1942 deed het schip onder uiterst gevaarlijke omstandigheden (onder het oog van de Japanse bezetters die niets merkten) dienst bij het evacueren van zich reeds maanden in de jungle schuilhoudende KNIL-troepen en hun gezinnen en Portugese vluchtelingen na de Slag om Timor, 958 personen werden in 3 nachtelijke tochten gered. De commandant Ltz-1 W.J. Kruys kreeg van president Roosevelt persoonlijk de Legion of Merit. Commandant en de gehele bemanning ontvingen het zg. Expeditiekruis voor bijzondere krijgsverrichtingen Timor 1942[2]

Explosie[bewerken | brontekst bewerken]

19 december 1942 arriveerde het schip in Darwin en voer door naar Fremantle op kerstavond voor reparaties na in de laatste drie weken zo'n 7000 mijl te hebben gevaren. Er werd gewerkt aan de torpedo's, door het warme weer was de druk in de luchtkamers opgelopen. Vrijdag 8 januari 1943 explodeerde een torpedo. De kop werd naar voren geblazen, waarbij twee matrozen werden geraakt. Het achterstuk vloog naar achteren en overboord. Bovendien ontstond er een gat in het dek. Schroot lag overal. Vier Australische technici en twee bemanningsleden belandden in het ziekenhuis.[3]

Hr.Ms. Tjerk Hiddes arriveerde eind 1944 in Engeland en deed van daar uit konvooidiensten. Tussendoor waren regelmatig reparatie- en dokperiodes nodig. In januari 1945 vertrok het schip naar Greenock, bij Glasgow, voor verdere reparaties tot januari 1946. Die werden samen met modernisering afgemaakt bij Wilton-Fijenoord te Schiedam.

Na de oorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Op 9 april 1946 vertrok het schip naar Nederlands Oost-Indië maar nog op de Noordzee bleek dat de stuurboordturbine wegens hevige trillingen vervangen moest worden bij Werkspoor in Amsterdam. 2 juni 1947 vertrok het schip naar de Oost en arriveerde te Tandjong Priok op 17 juli 1947.

Tot een van de wapenfeiten behoorde de aanhouding van het smokkelvaartuig "Sien Hock" in de Riouwarchipel. De motortonkang was eigendom van de Sien Hock Kongsie uit Singapore.[4]

In oktober 1949 keerde het schip weer terug in Nederland en ging opnieuw een jaar in onderhoud.

Overdracht[bewerken | brontekst bewerken]

Het schip werd verkocht aan de Republiek Indonesia. De overdracht vond plaats op 1 maart 1951 waarna het schip in dienst werd gesteld als GADJAH MADA, het vlaggeschip van de Indonesian Navy. Ruim twee weken later liep het schip al aan de grond bij het verlaten van de haven van Soerabaja en moest het bijna een jaar in reparatie. Uiteindelijk is het schip in 1961 gesloopt.[5]