Hugo van Fleury

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Hugo van Fleury (Latijn: Hugo Floriacensis) was een Frans - mogelijk afkomstig uit Normandië[1] - monnik van de abdij van Fleury en kroniekschrijver, die verscheidene geschiedwerken in het Latijn heeft geschreven.

Leven[bewerken | brontekst bewerken]

We weten nagenoeg niets over het leven van Hugo, die vroeger ook wel Hugo van Sint-Maria werd genoemd omdat er zich een aan Maria gewijd kerkje op de landgoederen van zijn vader bevond, waarvan wordt vermoed dat het in de regio van Cotentin in Normandië moet worden gesitueerd.[1] Toch kan men uit het niveau van de werken van de in de tweede helft van 12e eeuw tot de Benedictijnenabdij van Fleury-sur-Loire toegetreden Hugo afleiden dat hij uit een gegoede familie.[1] Bovendien droeg hij aan drie nakomelingen van Willem de Veroveraar een werk op, met name aan Hendrik I van Engeland (zoon), aan Adela van Engeland (jongste dochter) en aan Mathilde van Engeland (kleindochter en dochter van Hendrik I, getrouwd met keizer Hendrik V).[2] En ook aan Lodewijk VI van Frankrijk droeg hij werken op. Hij zond bovendien ook enkele van zijn werken ter beoordeling op naar de invloedrijke bisschop Ivo van Chartres.[3] Daar zijn laatst geschreven werk rond 1119 wordt gedateerd, gaat men ervan uit dat hij kort daarop moet zijn overleden.[1]

Werken[bewerken | brontekst bewerken]

  • Historia ecclesiastica: een in 1109 geschreven en uit vier boeken bestaande kerkgeschiedenis tot aan de dood van Karel de Grote (814), een in 1110 geschreven en uit zes boeken bestaande editie van deze kerkgeschiedenis, waarbij de inhoud beter werd geordend, opmerkingen werden toegevoegd (in het bijzonder voor theologische zaken) en enkele zaken werden weggelaten en nu lopend tot 855.
  • Historia regum francorum monasterii Sancti Dionysii: een kroniek van Franse koningen van de legendarische eerste koning Pharamond tot de dood van Filips I van Frankrijk in 1108.
  • Modernorum regum francorum actus: een boek over de daden van Franse koningen van 842 tot 1108.
  • Historia Francorum Senonensis: verkorte geschiedenis van de Franse koningen van 688 tot 1034, geschreven voor koning Lodewijk VI van Frankrijk.
  • Tractatus de regia potestate et sacerdotali dignitate: een werk over de koninklijke macht en de priesterlijke waardigheid gericht aan koning Hendrik I van Engeland ten tijde van de Investituurstrijd (geschreven tussen 1102 en 1104), waarbij hij zich afzet tegen Hugo van Flavigny die de door paus Gregorius VII verkondigde opvattingen verdedigde en waarin hij tracht het conflict tracht op te lossen met opvattingen die men later terugvindt in de concordaten (zie: Concordaat van Londen (1107)).
  • Herwerking van een door iemand anders geschreven Vita of heiligenleven van Sint Sacerdos, bisschop van Limoges.
  • Voortzetting van een werk getiteld De miraculis S. Benedicti Floriaci patratis.

Uitgaves en vertalingen[bewerken | brontekst bewerken]

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. a b c d N. Lettinck, Geschiedbeschouwing en beleving van de eigen tijd in de eerste helft van de twaalfde eeuw, Amsterdam, 1983, p. 43. Gearchiveerd op 1 augustus 2023.
  2. N. Lettinck, Geschiedbeschouwing en beleving van de eigen tijd in de eerste helft van de twaalfde eeuw, Amsterdam, 1983, pp. 43-44. Gearchiveerd op 1 augustus 2023.
  3. N. Lettinck, Geschiedbeschouwing en beleving van de eigen tijd in de eerste helft van de twaalfde eeuw, Amsterdam, 1983, p. 44.

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  • N. Lettinck, Geschiedbeschouwing en beleving van de eigen tijd in de eerste helft van de twaalfde eeuw, Amsterdam, 1983, pp. 43-75.