Johannes Quintinus Cleveringa

Johannes Quintinus Cleveringa
Algemene informatie
Volledige naam	Johannes Quintinus Cleveringa
Geboren	6 februari 1796
Overleden	24 november 1875
Politieke functies
1832-1834	Burgemeester van Appingedam
Portaal	Politiek ; Nederland

Johannes Quintinus Cleveringa (Appingedam, 6 februari 1796 - aldaar, 24 november 1875) was een Nederlandse burgemeester.

Leven en werk[bewerken | brontekst bewerken]

Cleveringa, telg uit het geslacht Cleveringa, werd in 1796 in Appingedam - in het Blauwe Huis - geboren als zoon van de redger in de Rechtstoel te Wirdum en latere burgemeester van Appingedam mr. Rudolph Pabus Cleveringa en van Cornelia Ebels. Hij werd benoemd tot secretaris van het zijlvest der Drie Delfzijlen. Hij volgde in die functie zijn schoonvader op. Hij trad op als zaakwaarnemer van zijn vader, die onder meer landerijen, een steenfabriek en een kalkoven bezat. Evenals als zijn vader was hij burgemeester van Appingedam. Hij vervulde die functie slechts gedurende een korte periode van 1832 tot 1834.^[1] In Appingedam was hij als kerkvoogd van de Nicolaïkerk betrokken bij de bouw van de nieuwe kerktoren.

Cleveringa trouwde op 15 maart 1817 te Appingedam met Henrietta Paulina van Swinderen, dochter van Rudolf Albert van Swinderen en van Catharina Lewe van Aduard. Zij gingen wonen in het Blauwe Huis, het geboortehuis van Cleveringa, waar ook hun kinderen werden geboren. Hun zoon Rudolph Albert werd later burgemeester van achtereenvolgens Noordbroek en Zuidbroek. Cleveringa overleed in november 1875 op 79-jarige leeftijd in zijn woonplaats Appingedam.

Bronnen

Nederland's Patriciaat 1954, blz. 80 en 81
Wumkes, G.A. Cleveringa (Johannes Quintinus) in: Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW)
Mulder, Marten Appingedam - Graven in de Damster geschiedenis van een Groninger familie

Noot

↑ Het Nederland's Patriciaat vermeldt zijn lidmaatschap van de Eerste Kamer. Deze informatie is echter niet juist. Volgens Parlement & Politiek was hij geen Eerste Kamerlid. Hij stond in 1848 kandidaat op een voordracht van twee personen maar werd niet benoemd (bron: Parlement & Politiek). Zijn plek als "2den candidaat" werd vermeld in de Staatscourant d.d. 20 december 1848. Uit voordracht van de Groningse districten werden mr. Jan Freseman Viëtor en mr. Herman Johan Engelkens door de koning benoemd tot lid van de Eerste Kamer (bron Nieuwe Rotterdamsche courant d.d. 16 januari 1849). Gearchiveerd op 2 augustus 2023.

Voorganger:
S. Houwerzijl

Burgemeester van Appingedam
1832 - 1834

Opvolger:
Synco Reijnders

[1] Het Nederland's Patriciaat vermeldt zijn lidmaatschap van de Eerste Kamer. Deze informatie is echter niet juist. Volgens Parlement & Politiek was hij geen Eerste Kamerlid. Hij stond in 1848 kandidaat op een voordracht van twee personen maar werd niet benoemd (bron: Parlement & Politiek). Zijn plek als "2den candidaat" werd vermeld in de Staatscourant d.d. 20 december 1848. Uit voordracht van de Groningse districten werden mr. Jan Freseman Viëtor en mr. Herman Johan Engelkens door de koning benoemd tot lid van de Eerste Kamer (bron Nieuwe Rotterdamsche courant d.d. 16 januari 1849). Gearchiveerd op 2 augustus 2023.

[1]