Kathedraal van Sint-Omaars

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Onze-Lieve-Vrouwekathedraal
Onze-Lieve-Vrouwekerk in Sint-Omaars
Plaats Sint-Omaars
Gewijd aan Maria
Coördinaten 50° 45′ NB, 2° 15′ OL
Officiële website
Portaal  Portaalicoon   Christendom
Grondplan in 1789

De Onze-Lieve-Vrouwekathedraal (Cathédrale Notre-Dame) van Sint-Omaars begon als een bescheiden kapel in de 7e eeuw. Later werd het een collegiale kerk en ten slotte in 1561 een van de bekende kathedralen in Vlaanderen en Artesië, na de vernieling van Terwaan, de enige Franse enclave in Artesië, door keizer Karel V.

Sinds de opheffing van het bisdom Sint-Omaars in 1801 is de kathedraal geen bisschopszetel meer. Sint-Omaars ressorteert sindsdien onder het bisdom Atrecht.

Interieur[bewerken | brontekst bewerken]

In de kerk hangt een kruisafneming van Rubens en er is ook een herdenkingsmonument van de heilige Audomarus of Omaar. Eén van de religieuze trekpleisters is de graftombe van de heilige Erkembodo.

Het grote barokorgel is rijk gedecoreerd met standbeelden en sculpturen. Ze zijn het werk van de broers Antoine-Joseph en Jean-Henri Piette. Hun vader Jean Piette was in 1686 van Antwerpen naar Sint-Omaars verhuisd. Op dit orgel zou Rouget de Lisle een oratorium hebben gehoord van kapelmeester Grisons, waarvan met name de melodie hem in 1792 inspireerde bij het schrijven van de Marseillaise.

Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Cathédrale Notre-Dame de Saint-Omer van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.