Lechitische talen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Geografische spreiding van de Slavische talen

Met de Lechitische talen worden drie verschillende in Centraal-Europa en in het bijzonder Polen gesproken West-Slavische talen bedoeld. Behalve in Polen werden de Lechitische talen vroeger ook veel gesproken in de huidige Duitse gebieden Brandenburg, Mecklenburg en Voor-Pommeren. Vermoed wordt dat de Lechitische talen zich tussen 500 en 800 n.Chr. van de andere West-Slavische taalvariëteiten hebben afgesplitst. De naam "Lechitisch" is afgeleid van de Ljachen, de semi-legendarische voorouders van de Polen en het oude Slavische woord *lěchy (vgl. de benaming *čěchy voor de Tsjechen).

De Lechitische taalfamilie wordt als volgt onderverdeeld:

Fonologie[bewerken | brontekst bewerken]

De Lechitische talen hebben de volgende fonologische kenmerken:

  • Mutatie van de Proto-Slavische ě, e en ę voor alveolaren in a, o en ą, ǫ.
  • Voortzetting van de Proto-Slavische syllabische r en l in sequenties van een klinker en een sonant.
  • Voortzetting van de Proto-Slavische dj, en gi als dz [ʒ]?, dze [ʒe]? en dzy [ʒj]?.
  • Geen gh overgang.
  • Behoud van nasale klinkers.
  • Alleen in het Pools en Kasjoebisch: de zogeheten vierde velaire palatalisatie.