Margaretha van Godewijck

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Margaretha van Godewijck door Samuel van Hoogstraten.

Margaretha van Godewijk (Dordrecht, 30 of 31 augustus 1627[1] - aldaar, 2 november 1677) was een Nederlands dichter.[2]

Van Van Godewijck's hand zijn twee bundels met gedichten bewaard gebleven. Deze heeft ze samengesteld in schoonschrift. Een bundel "Margaretae Godeviciae Poemata" bevat tweeëntwintig gedichten in het latijn. De tweede bundel is getiteld: "Gedichten van Margaretha van Godewijck met xxviii door haar geschilderde zinnebeelden". Deze twee bundels zijn rond 1830 in Parijs op een boekenveiling opgedoken en door een Dordtse boek- en kunsthandelaar aangekocht. Sinds ca. 1900 berusten ze in het archief van Dordrecht.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • De Jeu, Annelies (2000). ‘’t Spoor der dichteressen’. Netwerken en publicatiemogelijkheden van schrijvende vrouwen in de Republiek (1600-1750), Hilversum. p. 36-48.
  • Ouwerkerk, Aron. The Latin Poems of Margareta van Godewijck (1627-1677). Humanistica Lovaniensia 70.2 (2021), p. 229-303. [1]
  • Schotel, Gilles D.J. (1841). Letter- en oudheidkundige avondstonden, Dordrecht. p. 43-119.
  • Stevenson, Jane (2005). The Emblem Book of Margareta Van Godewijck (1627-1677). In: A. Saunders, P. Davidson (eds.), Visual Words and Verbal Pictures. Essays in Honour of Michael Bath, p. 161-201, Glasgow.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]