Maria de Ventadour

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Maria de Ventadour / Ventedorn
?−ca. 1222
Miniatuur Gaucelm Faidit en Marie de Ventadour in een 13e-eeuwse chansonnier.
Trobairitz en mecenas
Periode 12e eeuw
Burggravin van Ventadour
Periode 12e eeuw
Vader Raymond II de Turenne
Moeder Elise de Séverac
Broers/zussen 2 zussen
Partner Eble V van Ventadour
Kinderen Eble VI
Bron: Vida van Maria de Ventadour
Portaal  Portaalicoon   Middeleeuwen

Maria de Ventadour (of Ventedorn) was een trobairitz en een mecenas van troubadourspoëzie aan het einde van de 12de eeuw.[1]

Maria was een van de las tres de Torena (de drie van Turenne), de 3 dochters van graaf Raymond II de Turenne en Elise de Séverac.[2] Volgens Bertran de Born bezaten deze 3 dames tota beltat terrena (alle aardse schoonheid).[2] Maria's geboortedatum is onbekend. Vermoedelijk stierf ze in 1222. Haar naam wordt onder meer weergegeven als Marie de Turenne en Marguerite de Turenne. Ze trouwde met burggraaf Eble V van Ventadour van Ventadour (Corrèze, Frankrijk). Hun zoon Eble huwde met Dauphine de la Tour d'Auvergne.[2] Hun dochter heette Alix of Alasia.[3]

Maria's echtgenoot was de kleinzoon van Eble III van Ventadour (de mecenas van troubadour Bernard de Ventadour) en de achterkleinzoon van Eble le chanteur, een van de vroegste troubadours.[2] Maria wordt aangesproken, of op zijn minst vermeld, in het werk van verscheidene troubadours waaronder Gaucelm Faidit, Monge de Montaudon, Gausbert de Puicibot, Pons de Capduelh, Guiraut de Calanso, Bertran de Born en Gui d'Ussel.[2] Volgens de poëtische commentaren die haar Vida (levensbeschrijvingen van troubadours) bevat, was Hugo IX van Lusignan haar "ridder" (era sos cavalliers).[2]

Maria de Ventadour was niet enkel mecenas maar ook trobairitz (vrouwelijke troubadour). Eén tensó (poëtisch debat) uit circa 1197 is bekend van haar hand. De verzen van dit werk werden door haar en Gui d'Ussel samen gecomponeerd.[2][4] Het debat gaat over de volgende vraag: eens een man door een dame wordt geaccepteerd als geliefde, wordt hij dan haar gelijke, of blijft hij haar dienaar? Maria stelt dat hij haar dienaar blijft.[2]

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Kehew, uitgegeven door Robert Kehew ; vertaald door Ezra Pound, W.D. Snodgrass, & Robert (2005). Lark in the morning : the verses of the troubadours, A bilingual. University of Chicago Press, Chicago, 175–79. ISBN 0226429334.
  2. a b c d e f g h Songs of the troubadours and trouvéres : an anthology of poems and melodies. Garland, New York [u.a.] (1998), 151–153. ISBN 0815313411.
  3. The Norton Grove dictionary of women composers, 1. American. Norton, New York [u.a.] (1994), 314. ISBN 0393034879.
  4. ed. (1995). Songs of the women troubadours, Matilda Tomaryn Bruckner (trans.). Garland, New York [u.a.]. ISBN 0815308175.
  • Biographies des troubadours ed. J. Boutière, A.-H. Schutz (Paris: Nizet, 1964) pp. 170–179, 208-214, 314-320.
  • Pierre Bec, Chants d'amour des femmes-troubadours: trobairitz et chansons de femme (Paris: Stock, 1995) pp. 164–171: Occitan text and French translation of the tensó.
  • Jean Mouzat, Les poèmes de Gaucelm Faidit. Paris: Nizet, 1965.