Níkos Gatsos

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Níkos Gátsos (Grieks: Νίκος Γκάτσος) (Asea (Arcadia), 1911 - Athene, 1992) was een Grieks dichter en mediafiguur.

Gatsos werd geboren in 1911 in het dorpje Asea in de Griekse nomos Arcadia. Toen hij nog een kind was verhuisde zijn familie naar Athene, en daar bleef hij ook wonen.

Zijn meesterstuk Amorgos, een diepzinnig, mysterieus en betoverend gedicht (genoemd naar een Grieks eiland dat hij zelf nooit bezocht!) is het enige werk waarop zijn reputatie gebaseerd is en kwam tot stand tijdens de bezetting door de nazi's. Het is een uniek mengsel van surrealisme, symbolisme en volkslied, een jubelzang van verlies en hoop, soms feestelijk, soms bitter van toon. Het lange gedicht werd erg bewonderd door Elytis en Seferis, en beïnvloedde op ongemene wijze de naoorlogse generatie van Griekse dichters.

Na de publicatie in 1943 verliet Gatsos echter het pad van de "hogere" lyrische poëzie en ging teksten schrijven voor volksliederen.

Hij schreef liedteksten voor bekende componisten als Manos Hadjidakis, Mikis Theodorakis, Stavros Xarchakos, Dimos Moutsis, Loukianos Kilaidonis, Christodoulos Chalaris en Eleni Karaindrou. Nana Mouskouri zong veel van zijn liedteksten en droeg daarmee bij aan zijn bekendheid.

Zijn werk is verzameld in het boek Ola ta tragoudia (Patakis, 1999).

Gatsos werd medewerker van de Griekse nationale radio-omroep en bracht frequente bezoeken aan (literaire) kroegen waar hij jonge dichters en andere bezoekers ontmoette, hun werk las, en ze inspireerde en aanmoedigde. Hij overleed in 1992.