Object (taalkunde)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Object (grammatica))

Object is in de redekundige ontleding de overkoepelende benaming voor alle mogelijke grammaticale functies van een zinsdeel waarop de door middel van het werkwoord uitgedrukte handeling direct of indirect betrekking heeft.

Men onderscheidt aldus twee soorten objecten:

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]