Ontwikkelingskabinet VII

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ontwikkelingskabinet VII
Kabinet Pembangunan VII
Kabinet in Indonesië Vlag van Indonesië
Ontwikkelingskabinet VII
Start 16 maart 1998
Eind 21 mei 1998
Voorganger Ontwikkelingskabinet VI
Opvolger Kabinet voor Hervorming van Ontwikkeling
Staatshoofd Soeharto
Lijst van Indonesische kabinetten
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Het Ontwikkelingskabinet VII (Indonesisch: Kabinet Pembangunan VII) was een Indonesisch kabinet dat regeerde van maart tot mei 1998, onder leiding van president Soeharto en vicepresident Bacharuddin Jusuf Habibie. Het Ontwikkelingskabinet VII was het laatste van zeven 'ontwikkelingskabinetten' van Soeharto in zijn periode van Nieuwe Orde.

Bij het formeren van het kabinet zat Indonesië midden in de Aziatische financiële crisis. Het kabinet was controversieel, onder andere omdat Soeharto zijn dochter Siti Hardiyanti Rukmana als minister van sociale zaken aanwees en zijn goede vriend Bob Hasan als minister van industrie en handel. Vanwege de financiële crisis waren er in 1997 en 1998 in toenemende mate demonstraties tegen de regering. Dit kwam tot een uitbarsting in mei 1998 nadat vier demonstrerende studenten van de Universitas Trisakti in Jakarta werden gedood door militairen. Op 20 mei 1998 namen veertien ministers ontslag, en de volgende ochtend diende president Soeharto zijn ontslag in. Hij werd als president vervangen door vicepresident B.J. Habibie, die twee dagen later het Kabinet voor Hervorming van Ontwikkeling voorstelde.

Kabinetsprogramma[bewerken | brontekst bewerken]

Voor het Ontwikkelingskabinet VII werden de volgende vier doelen gesteld:[1]

  1. Voortzetten van de ontwikkelingstrilogie. Met ontwikkelingstrilogie (Trilogi Pembangunan) werd gedoeld op: nationale stabiliteit, hoge economische groei en evenwichtige ontwikkeling.[2]
  2. Verzekeren van zelfredzaamheid en onafhankelijkheid in een globaliserende wereld.
  3. Nationale veerkracht en verdediging op basis van zelfredzaamheid en samenwerking.
  4. Behouden van eenheid als land en als volk op basis van de Pancasila en de Grondwet van 1945.

Samenstelling[bewerken | brontekst bewerken]

President en vicepresident[bewerken | brontekst bewerken]

President Vicepresident
Soeharto Bacharuddin Jusuf Habibie

Coördinerend ministers[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
1 Coördinerend Minister voor Politieke en Veiligheidszaken Feisal Tanjung
2 Coördinerend Minister voor Economie, Financiën en Industrie Ginandjar Kartasasmita[3]
3 Coördinerend Minister voor Toezicht op Ontwikkeling en Benutting van het Staatsapparaat Hartarto Sastrosoenarto
4 Coördinerend Minister voor Volkswelvaart en Armoedebestrijding Haryono Suyono

Ministers[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
5 Minister van Binnenlandse Zaken R. Hartono
6 Minister van Buitenlandse Zaken Ali Alatas
7 Minister van Defensie en Veiligheid Wiranto
8 Minister van Justitie Muladi
9 Minister van Informatie Muhammad Alwi Dahlan
10 Minister van Financiën Fuad Bawazier
11 Minister van Industrie en Handel Bob Hasan
12 Minister van Landbouw Justika Baharsjah[3]
13 Minister van Mijnbouw en Energie Kuntoro Mangkusubroto[3]
14 Minister van Bosbouw en Tuinbouw Sumahadi[3]
15 Minister van Openbare Werken Rachmadi Bambang Sumadhijo[3]
16 Minister van Transport Giri Suseno Hadihardjono[3]
17 Minister van Toerisme, Kunst en Cultuur Abdul Latief
(tot 17 mei 1998)
18 Minister van Coöperaties en Kleine Ondernemers Subiakto Tjakrawerdaya[3]
19 Minister van Arbeid Theo L. Sambuaga[3] Golkar
20 Minister van Transmigratie en Bosbewoners A.M. Hendropriyono[3]
21 Minister van Onderwijs en Cultuur Wiranto Arismunandar
22 Minister van Gezondheid Faried Anfasa Moeloek
23 Minister van Godsdienst Muhammad Quraish Shihab
24 Minister van Sociale Zaken Siti Hardijanti Rukmana Golkar

Ministers van staat[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
25 Minister van Staat / Staatssecretaris Saadillah Mursjid
26 Minister van Staat voor Onderzoek en Technologie Rahardi Ramelan[3]
27 Minister van Staat voor Investeringen Sanyoto Sastrowardoyo[3]
28 Minister van Staat voor Landzaken Ary Mardjono
29 Minister van Staat voor Volkshuisvesting en Nederzettingen Akbar Tanjung[3] Golkar
30 Minister van Staat voor Milieu Juwono Sudarsono
31 Minister van Staat voor Voedsel, Tuinbouw en Medicijnen Haryanto Dhanutirto[3]
32 Minister van Staat voor Staatsbedrijven Tanri Abeng[3]
33 Minister van Staat voor de Rol van Vrouwen Tuty Alawiyah
34 Minister van Staat voor Jongeren en Sport Agung Laksono Golkar

Beambten met de status van minister[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
35 Procureur-generaal Soedjono C. Atmonegoro
36 Gouverneur van de Centrale Bank Syahril Sabirin

Ontslag van ministers en val van Soeharto[bewerken | brontekst bewerken]

Soeharto dient zijn ontslag in op 21 mei 1998.

Op 17 mei 1998, volgend op drie dagen van hevige rellen in Jakarta, besloot toerismeminister Abdul Latief zijn functie neer te leggen, officieel omdat hij meer tijd met zijn gezin wilde doorbrengen.[4][5] Om de crisis het hoofd te bieden was president Soeharto vervolgens van plan om het kabinet opnieuw vorm te geven Op 20 mei gaven veertien ministers[3] echter aan er niet voor open te staan opgenomen te worden in een hervormd kabinet.

Met een afnemende populariteit onder het volk en afnemende steun van het leger, gecombineerd met de ingetrokken steun door een groot deel van het kabinet, nam Soeharto in de ochtend van 21 mei 1998 het bijna onvermijdelijke besluit om na ruim 30 jaar terug te treden als president.[6] Hiermee kwam er een einde aan het Nieuwe Orde-regime. Soeharto werd als president vervangen door vicepresident B.J. Habibie en het Ontwikkelingskabinet VII werd vervangen door het Kabinet voor Hervorming van Ontwikkeling (Kabinet Reformasi Pembangunan). De periode die op dat moment begon staat ook bekend als de Reformasi.