Dwikorakabinet II

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dwikorakabinet II
Kabinet in Indonesië Vlag van Indonesië
Premier Soekarno
Start 24 februari 1966
Eind 28 maart 1966
Voorganger Dwikorakabinet I
Opvolger Dwikorakabinet III
Staatshoofd Soekarno
Lijst van Indonesische kabinetten
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Het Dwikorakabinet II (Indonesisch: Kabinet Dwikora II), officieel het Verbeterde Dwikorakabinet (Kabinet Dwikora Yang Disempurnakan) was een Indonesisch kabinet dat een maand lang regeerde in 1966. Het kabinet was een poging van president Soekarno om zijn positie weer te verstevigen na de turbulente periode van de poging tot staatsgreep en Indonesische massamoord van 1965-66. Het kabinet staat ook bekend als het "Kabinet met Honderd Ministers" (Kabinet Seratus Menteri) vanwege het zeer grote aantal ministers en beambten met ministersstatus.[1]

Aanleiding en formatie[bewerken | brontekst bewerken]

Na de poging tot staatsgreep in de nacht van 30 september op 1 oktober 1965 werd de schuld aan de communisten gegeven, en er was er sprake van grootschalige zuiveringen: de Indonesische massamoord van 1965-66. Ook communistische politici werden gedood, waaronder kabinetsleden D.N. Aidit, M.H. Lukman en Njoto. Ondertussen was er groeiende onvrede onder de bevolking, onder andere vanwege stijgende benzineprijzen, hoge inflatie en de revaluatie van de roepia. In Jakarta en andere grote steden waren grootschalige studentenprotesten.[2] De studentenprotesten stonden bekend onder de noemer Tritura, een afkorting van Tri Tuntungan Rakyat ("Drie Eisen van het Volk"):

  1. Ontbinding van de Communistische Partij van Indonesië (PKI) en gerelateerde organisaties
  2. Wijziging van het Dwikorakabinet I
  3. Verlaging van de voedselprijzen

Om aan de onvrede tegemoet te komen stelde Soekarno op 21 februari 1966 het Verbeterde Dwikorakabinet voor. De protesten gingen echter door, ook omdat volgens de demonstranten de communistische invloed in het kabinet nog altijd te groot was.[3] Op de dag van de inauguratie van het nieuwe kabinet, 24 februari, werd bij de protesten in Jakarta Arif Rahman Hakim, een student van de Universitas Indonesia, gedood door een politiekogel, wat de protesten nog verder verhevigde.[4]

Supersemar en arrestatie van ministers[bewerken | brontekst bewerken]

De studentenprotesten en de afnemende populariteit van president Soekarno gaven de mogelijkheid aan het leger om een grotere rol te gaan spelen. Op 11 maart nam het leger — in de persoon van landmachtcommandant Soeharto — de feitelijke macht stevig in handen door president Soekarno te dwingen de Supersemar te ondertekenen. De Supersemar was een document waarmee Soekarno de bevoegdheid gaf aan Soeharto om alles te doen wat hij nodig achtte om de chaotische situatie volgend op de Kudeta en de massamoorden in goede banen te leiden. Hoewel Soekarno nog een tijdje president bleef was alle macht nu praktisch in handen van Soeharto. Een dag later gebruikte hij die macht om de PKI te verbieden.

Op 18 maart 1966 ging Soeharto over tot de arrestatie van 15 ministers uit het Kabinet Dwikora II, "uit naam van de president". Het ging hierbij om ministers die verdacht werden van betrokkenheid bij de '30-Septemberbeweging' die de poging tot staatsgreep had gepleegd, die bij de PKI betrokken zouden zijn, of die anderszins door Soeharto als een gevaar gezien werden. Het ging in alle gevallen om aan Soekarno loyale ministers.[5] Vanwege de arrestatie van de ministers werd korte tijd later het kabinet opgeheven en vervangen door het Kabinet Dwikora III.[6]

Samenstelling[bewerken | brontekst bewerken]

Leiders van het kabinet[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
1 Minister-President
(tevens president, hoge commandant der strijdkrachten, mandataris van het Tijdelijke Raadgevend Volkscongres (MPRS) en 'groot leider van de revolutie')
Soekarno
2 Vicepremier I Soebandrio
(tot 18 maart 1966)[7]
Hamengkoeboewono IX
(ad-interim, vanaf 18 maart 1966)
3 Vicepremier II Johannes Leimena Parkindo
4 Vicepremier III Chaerul Saleh
(tot 18 maart 1966)[7]
Murba
Adam Malik
(ad-interim, vanaf 18 maart 1966)
Murba
5 Vicepremier IV Idham Chalid NU
6 Vicepremier V Roeslan Abdulgani
(vanaf 18 maart 1966)
PNI
7 Minister van Informatie gedetacheerd bij het Presidium Achmadi
(tot 18 maart 1966)[7]
W.J. Rumambi
(ad-interim, vanaf 18 maart 1966)

Thematische ministersgroepen[bewerken | brontekst bewerken]

Buitenlandse Zaken[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
8 Coördinerend Minister van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Economische Betrekkingen Soebandrio
(tot 18 maart 1966)[7]
Adam Malik
(ad-interim, vanaf 18 maart 1966)
Murba

Recht en Binnenlandse Zaken[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
9 Coördinerend Minister van Recht en Binnenlandse Zaken Sartono PNI
10 Minister van Binnenlandse Zaken
(tevens gouverneur van de Speciale Hoofdstedelijke Regio Jakarta)
Soemarno Sosroatmodjo
(tot 18 maart 1966)[7]
Basuki Rahmat
(ad-interim, vanaf 18 maart 1966)
11 Minister van Justitie Astrawinata
(tot 18 maart 1966)[7]
Wirjono Prodjodikoro
(ad-interim, vanaf 18 maart 1966)
12 Minister / Voorzitter van het Hooggerechtshof Wirjono Prodjodikoro
13 Minister / Procureur-generaal A. Soethardio

Defensie en Veiligheid[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
14 Coördinerend Minister van Defensie en Veiligheid M. Sarbini
15 Plaatsvervangend Coördinerend Minister van Defensie en Veiligheid Mursyid
16 Minister / Commandant van de landmacht Soeharto
17 Minister / Commandant van de marine Moeljadi
18 Minister / Plaatsvervangend Commandant van de marine Hartono
19 Minister / Commandant van de luchtmacht Sri Mulyono Herlambang
20 Minister / Commandant van de politie Soetjipto Joedodihardjo

Financiën[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
21 Coördinerend Minister van Financiën Soemarno PNI
22 Minister voor Centrale Bank-zaken / Gouverneur van Bank Indonesia T. Jusuf Muda Dalam
(tot 18 maart 1966)[7]
PNI
Soemarno
(vanaf 18 maart 1966)
PNI
23 Ministers gedetacheerd bij de Minister voor Centrale Bank-zaken Arifin Harahap
24 Mohammad Hasan
25 Minister / Eerste Plaatsvervanger van de Gouverneur van de Bank Indonesia J.D. Massie
26 Minister van de Staatsbegroting Surjadi
27 Minister van de Staatsinkomsten Hoegeng Imam Santoso
28 Minister van Verzekeringszaken Sutjipto S. Amidharmo

Ontwikkeling[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
29 Coördinerend Minister van Ontwikkeling Hamengkoeboewono IX
30 Minister van Arbeid Soetomo Martopradopo
(tot 18 maart 1966)[7]
Frans Seda
(ad-interim, vanaf 18 maart 1966)
PK
31 Minister van Nationale Onderzoekszaken Suhadi Reksowardojo
32 Minister van Olie en Aardgas Ibnu Sutowo
33 Minister van Mijnbouw Armunanto
(tot 18 maart 1966)[7]
Ibnu Sutowo
(ad-interim, vanaf 18 maart 1966)
34 Minister van Basisindustrie Muhammad Jusuf
35 Minister van Toerisme Hamengkoeboewono IX
36 Minister van Veteranenzaken en Demobilisering Basuki Rahmat

Volksindustrie[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
37 Coördinerend Minister van Volksindustrie Abdul Azis Saleh
38 Minister van Kleine Industrie Suharnoko Harbani
39 Minister van Textielindustrie Ashari Danudirdjo
40 Minister van Ambacht Hadi Thayeb
41 Minister van Volksindustrie voor "Zelfredzaamheid" T.D. Pardede

Openbare Werken en Energie[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
42 Coördinerend Minister van Openbare Werken en Energie Soetami
43 Minister voor Elektriciteit en Energie Setiadi Reksoprodjo
(tot 18 maart 1966)[7]
Soetami
(ad-interim, vanaf 18 maart 1966)
44 Minister van Basiswatervoorziening P.C. Harjasudirdja
45 Minister van Wegenbouw Hartawan Wirjodiprodjo
46 Minister van Nederzettingen en Bouw David Gee Cheng
47 Minister voor de hoofdweg van Sumatra Slamet Bratanata

Landbouw en Landzaken[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
48 Coördinerend Minister van Agrarische Ontwikkeling en Landzaken Sadjarwo BTI
49 Minister van Landbouw Sukarno
50 Minister van Tuinbouw Frans Seda PK
51 Minister van Bosbouw Soedjarwo
52 Minister van Landzaken Rudolf Hermanses
53 Minister van Volkswatervoorziening en Ontwikkeling van de Dorpsbevolking Surachman
(tot 18 maart 1966)[7]
P.C. Harjasudirdja
(ad-interim, vanaf 18 maart 1966)

Distributie[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
54 Coördinerend Minister van Distributie Johannes Leimena Parkindo
55 Minister van Binnenlandse Handel Achmad Jusuf
56 Minister van Grondtransport Hidajat
57 Minister van Post en Telecommunicatie Soerjadi Soerjadarma
(tot 18 maart 1966)[7]
Hidajat
(ad-interim, vanaf 18 maart 1966)
58 Minister van Luchtvaart Partono
59 Minister van Transmigratie en Coöperaties Achadi
(tot 18 maart 1966)[7]
Ahmad Sukendro
(ad-interim, vanaf 18 maart 1966)

Maritieme Zaken[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
60 Coördinerend Minister van Maritieme Zaken Ali Sadikin
61 Minister van Zeevaart Ali Sadikin
62 Minister van Visserij en Zeebeheer Hamzah Atmohandojo
63 Minister van Maritieme Industrie Mardanus

Welvaart[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
64 Coördinerend Minister van Welvaart Muljadi Djojomartono v/h Masjoemi[8]
65 Minister van Sociale Zaken Rusiah Sardjono
66 Minister van Gezondheid Satrio

Godsdienst[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
67 Coördinerend Minister van Godsdienst Saifuddin Zuhri NU
68 Minister van Godsdienst Saifuddin Zuhri NU
69 Minister van Hadj Farid Ma'ruf
70 Minister van Verhoudingen met Oelama's Marzuki Yatim
71 Minister ter ondersteuning van de Minister van Godsdienst Fattah Jasin NU

Onderwijs en Cultuur[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
72 Coördinerend Minister van Onderwijs en Cultuur Prijono Murba
73 Minister van Basisonderwijs en Cultuur Sumardjo
(tot 18 maart 1966)[7]
Syarief Thayeb
(ad-interim, vanaf 18 maart 1966)
74 Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschap Johannes Leimena
(tot 18 maart 1966)
Parkindo
Syarief Thayeb
(ad-interim, vanaf 18 maart 1966)
75 Minister van Sport Maladi

Verhoudingen met het Volk[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
76 Coördinerend Minister van Verhoudingen met het Volk Roeslan Abdulgani PNI
77 Minister van Verhoudingen met de Volksvertegenwoordigingsraad, het Raadgevend Volkscongres, het Hoge Adviesorgaan en het Nationaal Front W.J. Rumambi
78 Minister / Secretaris-Generaal van het Nationaal Front JK Tumakaka
(tot 18 maart 1966)[7]
Achmad Sjaichu
(ad-interim, vanaf 18 maart 1966)

Ministers van Staat[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
79 Minister / Adviseur van de President / Eerste Minister voor Fondsenmobilisatie Notohamiprodjo
80 Ministers / Adviseurs van de President voor Binnenlandse Veiligheid Soekarno Djojonegoro
81 Munadjat Danusaputro
82 Minister toegewezen aan de President voor Speciale Veiligheidszaken Imam Syafei

(tot 18 maart 1966)[7]

83 Ministers van Staat Oei Tjoe Tat

(tot 18 maart 1966)[7]

84 Achmad Sukendro
85 Aminuddin Azis
86 Soedibjo PSII
87 Mudjoko
88 (Coördinerend) Minister / Voorzitter van de Financiële Controlecommissie Suprajogi
89 (Coördinerend) Minister van Nationale Ontwikkelingsplanning Soemarno Sosroatmodjo
90 (Coördinerend) Minister toegewezen aan de president voor Buitenlandse Economische Betrekkingen Adam Malik Murba

Beambten met de status van minister[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. Ministerspost Minister Partij
91 Voorzitter van het Tijdelijke Raadgevend Volkscongres (MPRS) Chaerul Saleh
(tot 18 maart 1966)[7]
Murba
92 Vicevoorzitters van het Tijdelijke Raadgevend Volkscongres (MPRS) Ali Sastroamidjojo PNI
93 Idham Chalid NU
94 Wilujo Puspojudo
95 Staatssecretaris Mohammad Ichsan
96 Minister / Hoofd van het nationale veiligheidsagentschap Wilujo Puspojudo
97 Tweede Vicevoorzitter van het Hoge Adviesorgaan (DPA) Sujono Hadinoto
98 Vicevoorzitters van de Volksvertegenwoordigingsraad voor "Wederzijdse Hulp" (DPR-GR) Achmad Sjaichu
99 Syarief Thayeb
100 Asmara Hadi
101 Mursalin Daeng Mamangung
102 Leidinggevenden van de Financiële Controlecommissie Sukardan
103 Radius Prawiro
104 Mochtar Usman
105 HA Pandelaki
106 Directeur-Generaal van het Nationale Kernenergie-agentschap G.A. Siwabessy
107 Minister / Adviseur van de President voor Politiezaken Sunarto
108 Minister / Commandant voor de Uitvoering van de Vliegtuigindustrie Omar Dhani[9]
109 Minister / Projectmanager voor de Vliegtuigindustrie Kurwet Kartaadiredja