ROC-curve

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Voorbeeld van een ROC-kromme.
Voorbeeld van een ROC-kromme

In de signaaldetectietheorie is een ROC-kromme (Engels: receiver operating characteristic (ROC)) een grafiek van de gevoeligheid (sensitiviteit) als functie van de aspecificiteit (1 - specificiteit) voor een binaire classifier als zijn discriminatiedrempel wordt gevarieerd. De ROC kan ook worden weergegeven door de fractie van true positives (TPR = true positive rate) uit te zetten tegen de fractie van fout-positieven (FPR = false positive rate). De ROC-kromme staat ook bekend als de relative operating characteristic curve, omdat twee operating characteristics (TPR en FPR) met elkaar worden vergeleken terwijl het criterium (de drempel) verandert.[1][2]

ROC-analyse kan gebruikt worden voor kosten-batenanalyse bij diagnostische besliskunde. Met ROC-analyse kunnen optimale modellen worden uitgekozen en minder goede verworpen. De ROC-kromme werd oorspronkelijk ontwikkeld door elektrotechnici en radartechnici in de Tweede Wereldoorlog om vijandelijke objecten te onderscheiden. Het vakgebied heet ook wel signaaldetectietheorie. Tegenwoordig wordt ROC-analyse al tientallen jaren toegepast in de geneeskunde, radiologie, psychologie en andere gebieden. Sinds kort[(sinds) wanneer?] wordt het ook gebruikt bij machinaal leren en datamining.

Terminologie en afleidingen[bewerken | brontekst bewerken]

In een voorspellingsprobleem met twee klassen (binaire klassificatie) zijn de uitslagen positief (p) of negatief (n). Een binaire classifier geeft vier resultaten. Als de uitslag p is en de echte waarde is ook p, dan hebben we een echt-positief (true positive, TP). Maar als de echte waarde n is hebben we een fout-positief (false positive, FP). Omgekeerd is er een echt-negatief (true negative, TN) als zowel de uitslag als de echte waarde n zijn en een fout-negatief (false negative, FN) als de uitslag n maar de echte waarde p is.

Naam Verklaring Formule
Echt-positief (true positive, TP) treffer
Echt-negatief (true negative, TN) terechte verwerping
Fout-positief (false positive, FP) vals alarm, type I-fout
Fout-negatief (false negative, FN) gemist geval, type II-fout
Totaal positieven P som van echt-positieve en fout-negatieve uitslagen
Totaal negatieven N som van echt-negatieve en fout-positieve uitslagen
True positive rate (TPR) trefkans, recall, sensitiviteit
False positive rate (FPR) gelijk aan kans op vals alarm, fall-out
Nauwkeurigheid (ACC) aandeel juiste uitslagen
Specificiteit (SPC) of True Negative Rate
Positive predictive value (PPV) gelijk aan precisie
Negative predictive value (NPV) kans op echt-negatieve uitslag
False discovery rate (FDR) kans op vals alarm
Matthews correlatie coefficient (MCC)[3]

Voorbeeld[bewerken | brontekst bewerken]

Als voorbeeld nemen we een medische test om te bepalen of iemand een bepaalde ziekte heeft. Een fout-positief is als de test positief uitvalt (dus patiënt heeft de ziekte volgens de test), maar de persoon in het echt niet ziek is. Een fout-negatief doet zich voor als iemand een negatieve uitslag krijgt, terwijl de ziekte toch aanwezig is.

We bekijken een proef met P positieve en N negatieve gevallen. De vier uitkomsten kunnen in een 2×2 contingency table of confusion matrix, weergegeven worden:

  echte waarde
  p n totaal
Voorspelling
resultaat
p' True
Positive
False
Positive
P'
n' False
Negative
True
Negative
N'
total P N

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]