Rellen in de Afrikaanderwijk

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Afrikaanderwijk rellen
De Mobiele Eenheid die 's nachts woningen van Turkse gastarbeiders bewaakt.
Plaats Afrikaanderwijk, Feijenoord, Rotterdam
Periode 10 tot 16 augustus 1972
Aanleiding(en) Woningnood, huisjesmelkers, etnische spanningen

De rellen in de Afrikaanderwijk (ook wel de Pensionrellen genoemd) behelsden een serie onlusten die plaatsvonden in de Afrikaanderwijk in Rotterdam tussen autochtonen en Turken van 10 tot 16 augustus 1972.

Aanleiding[bewerken | brontekst bewerken]

Op 10 augustus 1972 sloeg de vlam in de pan in de Paarlstraat. De reden hiervoor was dat een Nederlandse vrouw bedreigd werd en later ook letterlijk op straat was gezet, dus zonder deurwaarder na een rechterlijk vonnis, door haar Turkse huisbaas na een ruzie over achterstallig huur. Hij wilde het pand naar haar zeggen omvormen tot een gastarbeiderspension, wat tegen het zere been van veel Rotterdamse havenarbeiders was. Een vechtpartij ontstond die al snel escaleerde tot een grote volksoploop.

De rellen hielden een week aan. Knokploegen uit andere steden deden mee aan de onlusten. Bij Turkse pensions werden de ruiten ingegooid en Turkse cafés werden bestookt met molotovcocktails. Een veelgehoorde klacht was dat pasgetrouwde stelletjes jarenlang moesten wachten op een huurhuis, terwijl huisjesmelkers steeds meer panden opkochten om buitenlandse arbeiders in te huisvesten. De rellen leidden ertoe dat de Rotterdamse gemeenteraad een maximum van 5% instelde voor buitenlanders (inclusief Surinamers en Antillianen) per wijk, met een meerderheid van 25 tegen 10 stemmen. Dit besluit, waaraan iedere wettelijke basis ontbrak, werd in 1974 vernietigd door de Raad van State.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]