Resolutie 60 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 60
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 29 oktober 1948
Nr. vergadering 375
Code S/RES/60
Onderwerp Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948
Beslissing Oprichting van een subcomité om een resolutie voor te bereiden.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1948
Permanente leden
Niet-permanente leden
Een door Israël in Galilea op het Arabisch Bevrijdingsleger buitgemaakte pantserwagen. Het embleem van het Arabisch leger staat er op: een davidster met een dolk in.

Resolutie 60 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd zonder stemming aangenomen eind oktober 1948. De resolutie richtte een subcomité op om een volgende resolutie over de situatie in Palestina voor te bereiden.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In de zomer van 1948 nam het Israëlische leger een groot deel van Palestina in. VN-bemiddelaar Folke Bernadotte werkte aan een vredesplan, maar hij werd in september doodschoten. Op 22 oktober ging voor de derde keer een staakt-het-vuren in, die al snel werd geschonden.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad besloot een subcomité op te richten bestaande uit het Verenigd Koninkrijk, China, Frankrijk, België en Oekraïne om alle amendementen en herzieningen van bijgesloten resolutie te overwegen en in overleg met de waarnemend bemiddelaar in Palestina een herziene resolutie voor te bereiden.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]

Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina United Nations Security Council Resolution 60 op de Engelstalige Wikisource.
Overgenomen van "https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Resolutie_60_Veiligheidsraad_Verenigde_Naties&oldid=63198868"