Schietwilgmineermot

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Schietwilgmineermot
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Lepidoptera (Vlinders)
Familie:Nepticulidae (Dwergmineermotten)
Geslacht:Stigmella
Soort
Stigmella obliquella
(Heinemann, 1862)
Bladmijn van Stigmella obliquella
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Schietwilgmineermot op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

De schietwilgmineermot of gewone wilgenmineermot (Stigmella obliquella) is een vlinder uit de familie dwergmineermotten (Nepticulidae). De wetenschappelijke naam is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1862 door Heinemann. Hij komt voor op Salix.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De spanwijdte is 4,6 tot 6 mm. De kop is oranje, de kraag geelwit. Antenne oogkappen geel-wit. Voorvleugels zijn grof, donkerbruin basaal aan de geelachtige dwarsband, apex zwart. Achtervleugels grijs. Volwassenen zijn op de vleugel van april tot mei en opnieuw in augustus.

Levenscyclus[bewerken | brontekst bewerken]

Ei

De eitjes worden gelegd aan weerszijden van het blad van een van de smalbladige wilgen in mei-juni of augustus-september.

Larve

De larve is ambergeel met een bruine kop en heeft een vage schakering van peervormige donkere ventrale vlekken. De larven voeden zich met Salix alba, Salix babylonica, Salix x sepulcralis 'Chrysocoma', Salix fragilis, Salix pentandra, Salix triandra en Salix viminalis. Ze mineren de bladeren van hun waardplant en voeden zich in een zich steeds breder wordende gang. De loop is variabel, maar over het algemeen bevat hij verschillende lange, bijna rechte segmenten.

Pop

De verpopping vindt plaats buiten de mijn.

Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]

Het wordt gevonden in heel Europa (behalve de Balkan), van oost tot Oost-Rusland en China.