Schijftrilkorstje

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Schijftrilkorstje
Schijftrilkorstje
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota
Klasse:Pucciniomycetes
Orde:Platygloeales
Familie:Platygloeaceae
Geslacht:Platygloea
Soort
Platygloea disciformis
(Fr.) Donk (1958)
Synoniemen

Achroomyces disciformis

Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

Het schijftrilkorstje (Platygloea disciformis) is een schimmel behorend tot de familie Platygloeaceae. Het leeft saprotroof op hout. Ze groeien op afgestorven lindentakken.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De vruchtlichamen hebben een diameter van ongeveer een halve centimeter. Ze zijn relatief dik en hebben een stevig-elastische consistentie. Ze ontwikkelen zich onder de bast van afgestorven lindentakken die nog in de boom zitten. Bij vochtig weer zwellen de zwammen en splijten de bast van hun substraat open. Op deze manier komt het sporenvormende oppervlak vrij aan de lucht en kunnen de sporen ontsnappen. Als het weer droger wordt, dan schrompelen de schijfjes, waardoor de bast zich weer terug vouwt en de paddenstoel aldus beschut verder kan groeien.

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

In Nederland komt het schijftrilkorstje matig algemeen voor. Het is niet bedreigd en staat niet op de rode lijst.