Schroef (verbinding)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Links een plat/bolle gleufkopschroef, rechts een kruiskopschroef (Pozidriv)

Een schroef (in Vlaanderen soms ook vijs genoemd) is een middel om voorwerpen met elkaar te verbinden. Een schroef bestaat uit een cilindervormig of conisch deel (de spil) waaromheen een schroefdraad is aangebracht, met aan één uiteinde een verbreding, de kop, waarin op het uiteinde een sleuf of een anders gevormde verdieping is aangebracht. Hierin past een schroevendraaier.

Een schroef wordt met een schroevendraaier of een schroefboormachine aan de bovenzijde van de kop aangedraaid.

Het verschil tussen schroef en bout[bewerken | brontekst bewerken]

In de volksmond is het verschil tussen een schroef en een bout het verschil tussen een verlopende schroefdraad en een gelijkblijvende schroefdraad-diameter over de lengte van de bout. De andere definitie is dat bij een bout de steel meestal voorzien is van een kop die meestal zeskantig is en waarmee de bout aan de buitenkant met een steek-, ring- of dopsleutel aangedraaid kan worden (volgens NEN 5501 (ingetrokken[1])). Wordt de mogelijkheid tot aandraaien van een bout verkregen door een uitsparing in de kop, dan spreekt men van een schroefbout.

Keuze[bewerken | brontekst bewerken]

De keuze voor de juiste schroef is niet altijd even duidelijk. Tegenwoordig zijn lijmverbindingen net zo stevig als een schroef. (Mechanische verankering of chemische verankering) Dan is een schroef niet altijd nodig. Toch kan het zijn dat er voor de schroef wordt gekozen.

De schroef heeft een aantal eigenschappen ten voordele van andere verbindingen:

  • demontabel
  • direct vast (geen wachttijd of droogtijd)
  • zichtbaar, zodat direct blijkt hoe de verbinding gemaakt is

Maat[bewerken | brontekst bewerken]

Schroefmaat aanduiding: D = De buitenste diameter van de schroefdraad. P = De onderlinge draadafstand van een draadwending naar de volgende draadwending. L = De werkende lengte van de schroef dat in het materiaal gaat.

In Europa en Azië worden de maten van schroeven en bouten doorgaans aangegeven in de vorm M(etrisch)(diameter van de spil in mm) × (lengte van de spil in mm), bijvoorbeeld M5 × 15: diameter 5 mm, lengte 15 mm. Soms is ook de spoed, de onderlinge afstand van de schroefdraad, aangegeven tussen de diameter en de lengte maat aanduidingen.

De maten worden dus gemeten exclusief de kop (links op de foto). Alleen bij een verzonken schroef (rechts op de foto), waarbij de kop aan de onderkant conisch en aan de bovenkant plat is, wordt de kop meegerekend in de aangegeven lengte. Bij een inbusschroef kan de cilindrische kop wel 5 mm lengte toevoegen aan het totaal.

  • Schroefmaat
    • Diameter
    • Lengte
  • Schroefonderdelen maten
    • Draad maat
  • Draadprofiel maat
    • Spoed / gangen per inch
    • Tophoek
    • Buitendiameter-binnendiameter

Soort[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn vele verschillende soorten schroeven:

  • Recht
  • Taps
  • Voldraads
  • Halfdraads
  • Met aandrijving
  • Zonder aandrijving
  • Etc.

Toepassing[bewerken | brontekst bewerken]

  • Schroeven met een draadeinde dat langs de gehele lengte gelijk van diameter is, worden in moeren of tapgaten gedraaid. Ze kunnen vrijwel onbeperkt los en vast worden gedraaid.
  • Schroeven met een puntig uiteinde worden rechtstreeks in het te bevestigen materiaal gedraaid. Dat materiaal kan zijn hout, kunststof, een plug in een stenen muur. Het materiaal wordt daardoor beschadigd, en deze schroeven kunnen dan ook niet onbeperkt los en vast worden gedraaid.
  • Een schroef met een puntig uiteinde die in metaal kan worden gedraaid, wordt parker of zelftapper genoemd.

'Bijzondere schroeven'[bewerken | brontekst bewerken]

Schroeven die niet direct worden gebruikt om te bevestigen of op een bijzondere manier worden bevestigd, kunnen worden beschouwd als 'bijzondere schroeven'. Een aantal voorbeelden zijn:

  • Duo schroefdraad / houtdraad stokeind / houtdraad pen
  • Schroefhaken, Schroefogen, Krulhaken, Veiligheidsschommelhaken
  • Bolkopbout

Onderdelen[bewerken | brontekst bewerken]

De schroef bestaat uit verschillende onderdelen. Vele schroeven lijken op elkaar. Echter de vorm van de schroef is niet willekeurig gekozen, het heeft een gericht doel. Elk onderdeel ervan is precies ontworpen om te voldoen aan bepaalde eisen. Zo heeft een schroef de onderdelen: de kop, de draad en de punt. Zie hieronder de betreffende alinea voor meer info.

5 hoofdonderdelen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Aandrijving
  • Kop
    • Hals
  • Schacht
    • Schacht zonder draad
    • Schacht met draad
  • Draad
    • Draadgang
    • Draadprofiel
  • Punt

Onderdeel - De aandrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Negen verschillende types schroefkoppen waarvoor verschillende schroevendraaiers nodig zijn.

Los van de vorm van de kop in zijaanzicht kunnen schroeven voor verschillende soorten schroevendraaiers zijn gefabriceerd (de letters verwijzen naar de afbeelding).

a. Gleufschroef
b. Kruiskop, Phillips
c. Kruiskop, Pozidriv
d. Torx
e. Inbus, Allan
f. SD Square drive, Robertson
g. Tri-wing
h. Torq-set
i. Spanner

De gewone gleufschroef is voor een platte schroevendraaier.

Torx is een schroef die afkomstig uit de auto-industrie, maar tegenwoordig ook veel in de bouw gebruikt. Een torxkop op een schroef bestaat uit een stervormig gat met zes hoekpunten waarin de torxsleutel past.

Een schroevendraaier voor inbusschroeven (inbussleutel) heeft meestal de vorm van een haaks omgebogen staafje.

Soorten aandrijving[bewerken | brontekst bewerken]

De keuze voor een bepaalde schroef kan uiteenlopen van een schroef die met gemakkelijk voor handen liggend gereedschap kan worden gebruikt of tot het behoeden dat een schroef onbedoeld kan worden verwijderd.

Aandrijvingsvormen:

  • Inkeping, gleuf / inwendige aandrijving
  • Uitkeping, uitwendige aandrijving
  • Kop vorm, uitwendige aandrijving

Aandrijving aansturingsvormen:

  • as aandrijving → beperkte kracht
  • arm aandrijving → veel kracht

Bij de aandrijving zijn grip en kracht ook van belang. Echter meestal is er niet zoveel kracht nodig om een schroef in te draaien. Hier is dan vaker grip van belang om het gereedschap op de schroef te kunnen houden en zodat het niet wegglijdt met potentiële gevolgd dat de werkstuk beschadigd. Wat kracht is dan enkel bij het laatste stukje nodig om het geheel klemmend bij elkaar te houden.

Gebruikelijke aandrijvingen[bewerken | brontekst bewerken]

Kruiskopschroeven komen het meest voor. Gleufschroeven worden in de industrie steeds minder gebruikt. Inbus is ook vrij algemeen; hierbij moet beslist precies de juiste maat aandraaigereedschap worden gebruikt. SD wordt meestal gebruikt voor metaalschroeven.

De Torxschroef is sterk in opkomst, omdat deze meer grip heeft dan de Pozidriv. Ook zijn er tal van ontwikkelingen op het gebied van de aandrijving; zo zijn er al fabrikanten die een schroef produceren waar verschillende aandrijvingen op passen, zoals Pozidriv, SD en Torx. Dit voorkomt dat steeds verschillende soorten bits moeten worden gebruikt.

De gebruikelijke aandrijvingen van een schroef zijn:

a. Gleuf
b. Kruiskop, Philips
c. Kruiskop, Pozidriv
d. Torx
e. Inbus, Allan

Beschermde aandrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Zodat het werk of de schroef niet beschadigd doordat de aandrijf vormgeving de krachtlevering beperkt. Wanneer bij het aandrijven een bepaalde krachtlevering wordt overschreden, dan begint de aandrijfgereedschap van de schroef te slippen.

Beveiligde aandrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Eentoerige schroefkop

Zodat er niet onbedoeld mee kan worden geknoeid. Alleen door gekwalificeerde mensen met speciale aandrijfgereedschap er mee kunnen werken. Bijvoorbeeld de fabrikant of de reparateur en niet de gewone man.

Apart afgebeeld. Eentoerige schroeven zijn een bijzonder geval van gewone gleufschroeven. Ze worden toegepast bij inbraakbeveiliging en kunnen alleen ingedraaid worden. Probeert men de schroef los te draaien, dan schampt de schroevendraaier over de kop.

Fabrikanten gebruiken soms ook een ongebruikelijke schroefkop om te voorkomen dat een apparaat door de consument geopend wordt. Dit is onder andere het geval bij harde schijven.

Simpele aandrijving[bewerken | brontekst bewerken]

De klassieke gleuf aandrijving is het meest eenvoudig. Voornamelijk toegepast bij de wat kleinere schroeven en bij schroeven als er weinig kracht nodig is.

Aandrijving met grip en meer kracht[bewerken | brontekst bewerken]

De meest bekende aandrijving met meer grip en kracht is de torx. Andere aandrijvingen met inkeping die meer kracht leveren zijn er ook. Hier naast zijn er de aandrijvingen met uitkepingen die ook iets meer kracht kunnen leveren.

Bovenstaande schroef aandrijvingsvormen worden aangedraaid met schroevendraaier gereedschap dat net als de schroef, in het verlengde van de schroef zelf, om hun as draaien. Naast gereedschap dat draait om zijn as, zoals de gewone schroevendraaier, worden de onderstaande schroef aandrijvingsvormen ook met gereedschap aangedraaid die op afstand van de schroefas met een arm lengte kunnen worden aangedraaid, waardoor er veel meer kracht kan worden geleverd. Zoals eerder aangegeven wordt er onderscheidt gemaakt met de gewone schroef en worden deze ook wel schroefbout of bout genoemd.

Zo is de inbus ook een schroefkop met inkeping die meer kracht kan leveren. Voor meer kracht gebruik je in plaats van de schroevendraaier een inbussleutel.

Voor als er echt veel kracht geleverd moet worden zijn er de schroeven, of beter gezegd bouten, waar de gehele kop als aandrijving dient. Net als de schroefkoppen zijn de aandraaisleutels ook veel groter en steviger voor meer grip met kracht bij een stevige bevestiging.

Onderdeel - De kop[bewerken | brontekst bewerken]

Verschillende vormen van de kop van een schroef

De vorm van de kop kan zijn:

(a) zeskant: de onderzijde komt vlak tegen het te bevestigen materiaal; op de bovenzijde past een sleutel waarmee de schroef kan worden vast- of losgedraaid. Formeel is dit geen schroef maar een bout.
(b) bol: de onderzijde komt vlak tegen het te bevestigen materiaal; de bovenzijde steekt als een bobbeltje boven het materiaal uit;
(c) verzonken: de onderzijde van de kop is kegelvormig en valt in een vooraf gemaakte uitsparing in het materiaal; de bovenzijde is vlak en ligt gelijk met of iets onder het materiaaloppervlak.
(d) cilindrisch: de onderzijde komt vlak tegen het te bevestigen materiaal; de bovenzijde steekt als een cilindertje boven het materiaal uit;
(e) verzonken met binnenzeskant (inbus)
(f) verzonken met kruis
(g) kartelschroef, deze heeft een kop met een ruwe rand die voldoende houvast biedt om met de vingers te worden gedraaid en is formeel ook een bout.
(h) lenskop (niet afgebeeld): onderkant conisch, bovenkant halfbol

Onderdeel - De schacht[bewerken | brontekst bewerken]

De schacht van de schroef lijk soms van ondergeschikt belang. Daar het echter bij sommige toepassing wel degelijk een aanvullende waarde kan hebben.

Onderdeel - De schroefdraad[bewerken | brontekst bewerken]

De spoed van de schroefdraad is de verplaatsing van de schroefdraad bij één omwenteling.

Schroefdraad overzicht[bewerken | brontekst bewerken]

Legenda

standaard versteviging versoepeling inklemming

Draairichting

standaard tegen de klok in

Aantal wendingen

meerdraads gevarieerde draden // gevarieerde draden /\

Verdeling

verspreide spoed compacte spoed variabele spoed

Positie

voldraad gedeelteijk bedraad opgedeelde draad

Schacht

standaard schacht verbrede schacht verbrede puntschacht klassieke schacht

Type

standaard schroefdraad gekarteld draad vertande draad ingekepend draad

Soort

schroefdraad anker draad vleugel draad
frees draad schurend draad verstijvingsdraad etc. . .

Schroefdraad profiel[bewerken | brontekst bewerken]

Het profiel van de schroefdraad kan een symmetrisch of asymmetrisch profiel hebben.

Onderdeel - De punt[bewerken | brontekst bewerken]

De punt (het uiteinde) van de schroef kan recht zijn of taps toelopen, al naargelang van de verschillende toepassingen, bijvoorbeeld houtschroeven, spaanplaatschroeven, gipsplaatschroeven, (metaal)plaatschroeven, zelftappende schroeven.

Punt

  • vlakke punt, geen punt
  • speciale punt
  • boorpunt

Er zijn vele variaties van schroefpunten. Sommigen zijn veelvoorkomend en lijken dan ook meer de standaard, anderen zijn meer gespecialiseerd. Fabrikanten maken soms dan ook eigen varianten, al dan niet mogelijk met verbeteringen. Zo heeft elk eigen puntvariant een toegespitste functie met verwante eigenschap.

De schroefdraad kan ook (over de gehele lengte of alleen aan de punt) taps toelopen.

Schroefpunt overzicht[bewerken | brontekst bewerken]

Soort

geen punt scherpe snijpunt standaard punt stompe centreerpunt verbrede puntschacht

Draad

draad tot punt verlopend draad tot punt multi puntdraden tegendraad punt ring punt

Boor

frees punt halve punt boorpunt sikkel boorpunt platte boorpunt
dunne
plaatstaal boorpunt
dunne
plaatstaal boorpunt
dikke
plaatstaal boorpunt
houtvleugel plaatstaal boorpunt boorpunt


Materiaal[bewerken | brontekst bewerken]

Schroeven kunnen uit veel soorten materiaal zijn gemaakt, gewoon staal, roestvast staal, messing, kunststof etc. Schroeven krijgen soms een behandeling, bijvoorbeeld een harding om de slijtvastheid en sterkte te vergroten of een oppervlaktebehandeling om corrosie tegen te gaan of enkel om het uiterlijk te verfraaien.

Kracht[bewerken | brontekst bewerken]

(De schroef levert bij bevestiging een drukkracht. Echter de schroef zelf is meestal niet hetgeen dat de weerstand geeft zodat het geheel op zijn plaats blijft. Het fungeert als het ware als een klem, waarbij er andere krachten mee spelen op de oppervlaktes die direct weerstand geven.)

Bevestigen[bewerken | brontekst bewerken]

Afhankelijk van de ondergrond, het oppervlak of materiaal, waaraan bevestigd wordt kan de schroef direct of met aanvullende middelen worden gebuikt.

Om een schroef in een stenen muur te gebruiken is een plug nodig.

Een variant op de schroef met plug is de slaghuls, ook wel spanhuls genoemd, die in gebruik veel weg heeft van een spijker, of liever gezegd een draadnagel.

Gereedschap[bewerken | brontekst bewerken]

Schroeven kunnen vastgezet worden met onder meer gereedschap en elektrisch gereedschap. Een schroef kan soms met verschillende gereedschappen worden vastgezet. Het gereedschap beïnvloedt hoe er met de schroef kan worden omgegaan. Met bijvoorbeeld elektrisch gereedschap kan veel meer kracht worden uitgeoefend, echter met het gevaar dat het werkstuk kan beschadigen of dat de schroef breekt. Handgereedschap heeft dan de voorkeur.

Bij bouten, boutschroeven en schroeven met een inbus is het met name van belang welk gereedschap wordt gebruikt.

Defecten[bewerken | brontekst bewerken]

Een schroef kan om verschillende redenen niet naar behoren functioneren, zoals:

  • Verkeerde schroefmateriaalkeuze: als een edelmetalen schroef wordt gebruikt om een niet edelmetalen materiaal te bevestigen, dan treedt er galvanische corrosie op. Hetzelfde gebeurt ook als het omgekeerde van toepassing is.
  • Verkeerde schroefvormkeuze: een houtschroef gebruiken waar eigenlijk een metaalschroef nodig is.
  • Verkeerd bevestigen: met name schroeven met metaaldraad zijn gevoelig voor het verkeerd indraaien.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Witold Rybczynski, One Good Turn: A Natural History of the Screwdriver and the Screw. Toronto: Harper Flamingo Canada, 2000, ISBN 0002000318.

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Schroeven op Wikimedia Commons.