Schwere SS-Panzer-Abteilung 103
| Schwere SS-Panzer-Abteilung 103 | ||
|---|---|---|
| Oprichting | Augustus 1944 | |
| Ontbinding | Mei 1945 | |
| Land | .svg){kind=small} nazi-Duitsland
| |
| Krijgsmacht- onderdeel |
 Waffen-SS
| |
| Onderdeel van |  Wehrmacht
| |
| Type | Zwaretankbataljon | |
| Specialisatie | Panzers | |
| Motto | Meine Ehre heißt Treue | |
| Uitrusting | Tiger I, Tiger II | |
| Veldslagen | Tweede Wereldoorlog Oostfront | |
| Commandanten | Otto Paetsch Kurt Hartrampf Karl Leiner Fritz Herzig | |
De Schwere SS Panzer Abteilung 103, afgekort s.SS Pz. Abt. 103, werd geformeerd op 1 juli 1943 als II. Bataljon, 11 SS Panzer Regiment en werd als infanterie naar Joegoslavië gezonden. Pas eind november werd het Bataljon een Panzer Abteilung. Het bataljon werd in februari uitgerust met 6 Tiger I om mee te trainen, maar werd maart 1944 bevolen deze Tiger aan een andere eenheid te geven. Zes nieuwe Tiger om mee te trainen arriveerden op het oefenterrein op 26 mei en nog eens 4 in augustus. Op 20 oktober werden alle 10 Tiger aan de opleidingseenheid toebedeeld terwijl s.SS-Pz. Abt. 103 werd uitgerust met Tiger II, en bevolen zich naar het Oostfront te verplaatsen als onderdeel van het III (Germaans) SS Panzer Korps. Op 14 november 1944 kreeg de Schwere SS Panzer Abteilung 103 het nummer 503 en werd zo de Schwere SS Panzer Abteilung 503 (afgekort s. SS Pz. Abt. 503 ). Op 27 januari 1945 had de 503de een totaal van 39 (in plaats van 45) Tiger II en deze werden op treinen geladen en naar het Oostfront gezonden om ingezet te worden in Heeresgruppe Weichsel. Op 15 april 1945 rapporteerde de 503de een totaal van 10 Tiger II van de 12 nog operationele Tiger II.[1][2] De 103de, later 503de Schwere SS Panzer Abteilung verloor in haar bestaan 39 tanks en vernietigde 500 vijandelijke tanks, een verhouding van van 1 op 12,8.[3]
Commandanten[bewerken | brontekst bewerken]
- SS-Obersturmbannführer Otto Paetsch 1 juli 1943 – 7 maart 1944
- SS-Sturmbannführer Kurt Hartrampf 7 maart 1944 –augustus 1944
- SS-Obersturmbannführer Karl Leiner augustus 1944 – januari 1945
- SS-Sturmbannführer Fritz Herzig januari 1945 – 3 mei 1945
Gebieden van operatie[bewerken | brontekst bewerken]
- Joegoslavië november 1943 - januari 1944[4]
- Nederland januari 1944 - september 1944[4]
- Duitsland september 1944 - januari 1945[4]
- Oostfront januari 1945 - mei 1945[4]
Vooraanstaande personen[bewerken | brontekst bewerken]
- SS-Untersturmführer Karl Brommann
- SS-Hauptscharführer Karl Körner
- SS-Obersturmbannführer Karl Leiner (schoonzoon van Theodor Eicke)
Ridderkruis van het IJzeren Kruis gedecoreerden[bewerken | brontekst bewerken]
- SS-Untersturmführer Karl Brommann, (wordt meestal toegeschreven met de vernietiging van 66 tanks, maar het exacte aantal is onbekend)
- SS-Sturmbannführer Friedrich Herzig
- SS-Hauptscharführer Karl Körner, (wordt meestal toegeschreven met de vernietiging van 102 tanks, maar het exacte aantal is onbekend)
- SS-Untersturmführer Oskar Schäfer, (wordt meestal toegeschreven met de vernietiging van 50+ tanks, maar het exacte aantal is onbekend)[5]
Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Ron Klages - Trail of the Tigers. 2000
- Wolfgang Schneider - Tigers in combat (vol. 2). 2005, ISBN 0-8117-3203-7
Bronnen, noten en/of referenties
|